Ethische dilemma’s in de zorg

Drie alleenstaande oude dames krijgen in de NCRV-documentaire Ik ben Alice bezoek van een zorgrobot. Kan een robot een band met iemand opbouwen en een mens van vlees en bloed vervangen?

Hallo. Ik ben Alice. Ik ben een zorgrobot. Hoe heet u? Heeft u een partner? Heeft u kinderen?’ Zorgrobot Alice windt er geen doekjes om. Al tijdens de eerste kennismaking met mevrouw Remkes (88) vraagt ze haar het hemd van het lijf. ‘Wat doet u zoal de hele dag?’ ‘Weinig’, antwoordt de oude dame. ‘Voelt u zich weleens eenzaam?’ Even is mevrouw Remkes stil: ‘Ja elke dag wel …’ De NCRV- documentaire Ik ben Alice laat drie alleenstaande oudere vrouwen zien die als proef een zorgrobot in huis krijgen. Kan een robot een oplossing zijn in de strijd tegen eenzaamheid? Of is het een pijnlijke confrontatie met ons menselijk onvermogen? Hoogleraar medische ethiek Dick Willems geeft antwoord op een aantal ethische dilemma’s.

Is het niet vreemd dat mensen tegen een pop praten?

‘Een robotje, daar voel ik niet zoveel voor, geef mij maar een echt mens.’ Mevrouw Remkes is tijdens haar eerste ontmoeting met Alice terughoudend. Daarom is het bijzonder om te zien dat ze na een paar dagen helemaal opfleurt door de komst van de bijzondere gast. Ze praat vrijuit tegen Alice, samen kijken ze naar voetbal en ze neemt haar zelfs mee naar buiten om koffie te drinken in het nabijgelegen zorgcentrum. Professor Dick Willems vindt het niet gek dat mensen gaan praten tegen een pop. ‘Dat heeft alles met eenzaamheid te maken. Als je hele dagen alleen thuiszit, ga je vanzelf praten tegen dingen.’ Volgens Willems is het een groot voordeel dat Alice nooit chagrijnig is, veel geduld heeft en vragen blijft stellen. ‘Ze kan ook twintig keer hetzelfde verhaal aanhoren, iets wat voor mensen vaak moeilijk op te brengen is.’ Alice vindt iedereen aardig, is altijd geduldig en als je geen zin hebt om te praten, houdt ze gewoon haar mond.

Eigenlijk houd je ouderen een beetje voor de gek. Kunnen we dat wel maken?

Alice is geen mens van vlees en bloed: ondanks haar meisjesachtige gezicht en zachte wangen, blijft het een robot. En de vragen die ze stelt, komen niet uit het hart, maar uit een computer. Toch lijken de drie vrouwen in Ik ben Alice haar echt te gaan zien als een nieuwe vriendin. Voor Dick Willems roept dat de vraag op of je mensen op deze manier mag foppen. ‘Maar je moet je bedenken dat dokters in een ziekenhuis soms ook doen alsof ze meeleven en meevoelen met hun patiënten.’ Volgens Willems is het belangrijk dat we Alice als een ding blijven zien waar heel veel techniek in zit, en dat ze het menselijke contact niet helemaal kan vervangen.

Is zo’n robot in huis niet eng?

Veel mensen zijn een beetje bang voor robots. Bang dat hun baan wordt ingepikt door een apparaat. Maar ook dat de robot misschien vreemde dingen kan gaan doen. De makers hebben ervoor gezorgd dat Alice er niet levensecht uitziet. Daarom is ze maar zestig centimeter groot en draagt ze geen kleren. En ze kan niet lopen, dus mensen hoeven niet bang te zijn om over haar te struikelen of dat ze ineens midden in de nacht naast je bed staat. Dick Willems vindt de angst logisch. ‘Mensen zijn vaak bang voor veranderingen. Dat zag je ook met de uitvinding van de stoomlocomotief en de auto. In de tijd dat de trein werd uitgevonden, dachten mensen dat hun hersenen zouden ontploff en door de snelheid. Maar na een ritje bleek er niks aan de hand te zijn.’ We moeten ons er wel van bewust zijn dat de wereld verandert door deze nieuwe technologische uitvindingen. Willems: ‘Als je eenmaal aan een ontwikkeling begint, is er geen weg meer terug. Ook kunnen er dingen gebeuren die je niet wilt of die je vooraf niet zo bedacht had. Want wat gebeurt er bijvoorbeeld als Alice door een computervirus wordt besmet?’

Is het niet pijnlijk dat we een robot moeten inzetten tegen eenzaamheid?

Willems: ‘Alice is een technische oplossing voor een maatschappelijk probleem. We voelen ons allemaal schuldig dat ouderen zo eenzaam thuiszitten.’ De realiteit is dat er over tien jaar in Nederland vier keer zoveel 80-plussers die zorg nodig hebben. Daarnaast moeten ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Daarom is het volgens Willems onvermijdelijk dat er nieuwe technieken nodig zijn. Een zorgrobot moeten we blijven zien als een aanvulling. ‘Goede menselijke zorg is nog altijd beter dan een robot. En robotzorg is beter dan slechte menselijke zorg. Als je een been mist, heb je ook liever een houten been dan geen been.’ Een robot kan de band die mensen onderling hebben dus niet vervangen. Maar het gezelschap van Alice is nog altijd beter dan hele dagen alleen zijn. Of zoals een van de dames bij het afscheid van haar robotje zegt: ‘Nu moet ik mijn mond weer houden.’