Waarom maakt geven gelukkig?

Jezus zei al: ‘Het is zaliger te geven dan te ontvangen.’ Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat geven inderdaad gelukkiger en gezonder maakt. Filantropie-expert Theo Schuyt legt uit waarom dat zo is.

Als je gelukkig wilt worden, moet je zeker geven.” Professor dokter Theo Schuyt van het Centrum voor Filantropische Studies kan het weten. Al jaren doet hij wetenschappelijk onderzoek naar filantropie in Nederland. “Geven zorgt voor een gevoel dat je als mens van betekenis bent en dat is het mooiste dat er is.”

Schuyt vindt het wel belangrijk om een onderscheid te maken tussen de verschillende niveaus van geven en ontvangen. In familiekring of met vrienden is het bijvoorbeeld alleen maar leuk om cadeautjes te geven en te krijgen. Hoewel je wel vaak ziet dat er zaken geregeld moeten worden om het leuk te houden. Zoals een maximaal cadeaubedrag als er lootjes getrokken worden voor Sinterklaas.

Schuyt: “Ontvangen schept namelijk de verplichting om iets terug te doen. De symmetrie moet hersteld worden. Daarom is het voor mensen die weinig of niets hebben zo verschrikkelijk om hun hand op te houden. Niemand vindt het prettig afhankelijk te zijn in een ongelijke verhouding tot een ander. Stel: je bent een bijstandsmoeder met opgroeiende kinderen en ik ben een aardig familielid met geld. Ik geef jou en je kinderen een mooie vakantie cadeau. Dan ben je als bijstandsmoeder wel blij voor je kinderen, maar aan de andere kant voel je je ongelukkig. Want je kunt niets teruggeven. In het algemeen voelen mensen zich ongemakkelijk bij ontvangen, omdat het verplichtend is.”

Betrokkenheid

Het motief om elkaar iets te geven, ligt op het niveau van familie en vrienden meestal voor de hand: je kent elkaar, vindt elkaar aardig en gunt elkaar wat. De werkgroep filantropie, waarvan Schuyt deel uitmaakt, onderzoekt een niveau van geven dat lastiger te ontrafelen is. Zoals goede doelen. Waarom geven we aan mensen of instanties die we helemaal niet kennen?

“Dat is een apart fenomeen”, zegt Schuyt. “Als we geld geven voor natuurbehoud, dan doen we dat niet voor die paar keer per jaar dat we in het bos gaan wandelen. Nee, we willen graag dat de natuur voor toekomstige generaties in stand blijft. Onze werkgroep onderzoekt de vrijwillige bijdrage aan algemeen nuttige doelen. In onze visie is dat soort geefgedrag vooral een uiting van betrokkenheid. Als wij geven aan het behoud van cultureel erfgoed, natuurbescherming of medisch onderzoek, dan tonen we onze persoonlijke betrokkenheid bij maatschappelijke doelen. Bijvoorbeeld: help deze ziekte de wereld uit.”

Zingeving

Schuyt vindt het bijzonder dat mensen vaak grote bedragen aan organisaties als KWF Kankerbestrijding of Alzheimer Nederland geven als hun partner is overleden aan kanker of alzheimer. “Je krijgt je partner er niet mee terug en je bent je geld kwijt. Het heeft er dus mee te maken dat je wilt bijdragen aan iets wat voor alle mensen belangrijk is. Mensen ontlenen een bepaalde zingeving aan geven, omdat ze daarmee bijdragen aan essentiële zaken in onze samenleving. Geven is een mogelijkheid om je waarde als mens te bewijzen.

Als ik steenrijk sterf, zal iedereen roepen: ‘Meneer Schuyt was rijk.’ Maar stel dat ik een groot kinderkankercentrum heb gefinancierd. Dan zal ik worden herdacht als een waardevolle persoon voor de samenleving, en niet alleen als een rijke stinkerd. Je inzetten voor maatschappelijke doelen, cultuurbehoud, een schoolverlatersproject, de voedselbank… dat raakt aan hoge en essentiële menselijke waarden.”

Een belangrijke factor bij het goede gevoel van geven, is de mate waarin mensen zelf kunnen bepalen wat ze met hun geld doen. Of welk vrijwilligerswerk ze willen doen. Als er druk en sturing van buitenaf komt, blijkt de lol er snel af te zijn. “Filantropie is heel eenvoudig”, zegt Schuyt. “Je wordt ’s morgens wakker en denkt: ik wil de wereld beter maken. Dat is jóuw keuze. Het is jóuw betrokkenheid en jóuw persoonlijke, directe inzet.”

Volgens Schuyt moeten we er de komende jaren – als de participatiemaatschappij meer vorm zal krijgen – voor waken dat instanties vrijwilligers als onbezoldigde ambtenaren gaan beschouwen. “Daar gaan we mee te maken krijgen en daar zijn al voorbeelden van. Dat tegen vrijwilligers wordt gezegd: ‘Ach, als je dit al doet, kun je dat er toch ook nog wel bijnemen?’ Opgelegde plicht kan veel kapotmaken. De kern van geven is immers de eigen keuze en betrokkenheid.”

Geven in Nederland

  • In 2011 gaven Nederlanders in totaal ongeveer 4,3 miljard euro aan goede doelen. Dat geld komt van huishoudens (43%), het bedrijfsleven (32%), kansspelen (12%), fondsen (7%) en nalatenschappen (6%).
  • 85% van de huishoudens gaf geld (gemiddeld 200 euro) en 38% gaf goederen.
  • In 2012 deed 38 procent van de bevolking minstens eenmaal onbetaald werk voor een maatschappelijke organisatie.
  • Gemiddeld besteden vrijwilligers 21 uur per maand aan vrijwilligerswerk.Bron: onderzoek Geven in Nederland 2013