Het wonder van de slijmzwam

Ze zijn geen dier, geen plant en geen schimmel. Ze hebben geen hersenen en geen organen. Maar ze kunnen wél beslissingen nemen. Maak kennis met een van de wonderlijkste wezens van onze planeet: de slijmzwam.

Het lijkt een scenario voor een horrorfilm: sporen die overal in onze bossen wachten op gunstige omstandigheden en dan tot leven komen. Langzaam veranderen ze in pulserende blubberbollen, alsof er een groot hart in hun binnenste klopt. Kruipende slijmklodders die op zoek gaan naar voedsel … De meeste zijn slechts enkele centimeters groot, maar sommige groeien uit tot bijna een vierkante meter. Ze hebben geen hersenen, geen vaatstelsel en geen organen. Ze zijn geen dier, geen plant en geen schimmel. Wat zijn het dan wel? Slijmzwammen!

Slijmzwammen werden door wetenschappers lang ingedeeld in het rijk der schimmels, omdat ze zich voortplanten door middel van sporen. Maar paddestoelen gaan nu eenmaal niet aan de wandel. En dat doet een slijmzwam wel. Om dezelfde reden kan hij niet ingedeeld worden in het plantenrijk. Een dier dan? Weer mis. Iets wat zich door middel van sporen vermenigvuldigt kan onmogelijk tot het dierenrijk behoren. Die sporen zijn overigens even taai als die van schimmels. Ze overleven bijna alles, zelfs zware straling.

Heksenboter

Bijna overal in de wereld komen ze voor, de eigenaardige wezens die vanwege hun verschijningsvormen en kleuren vaak grappige namen als ‘blote-billetjeszwam’ of ‘heksenboter’ hebben. Ze zijn gek op vochtige bosgronden met vergane plantenresten en rottend hout. Daar genieten ze van een lopend buffet, bestaande uit bacteriën, gisten, algen en plantenresten. Want als de sporen ontkiemd zijn, ontstaan microscopisch kleine kruipende of zwemmende eencelligen die uiteindelijk samenklonteren. De celwanden lossen op, waardoor een plasmodium ontstaat: een hongerige grote cel met tal van celkernen. Binnenin stroomt vloeistof door kanaaltjes langs de cellenkernen. Die vloeistof wisselt telkens van richting, waardoor het op een hartslag lijkende pulseren ontstaat. Maar dat is dan ook alles wat er is. Op zich is het dus een wonder dat een plasmodium voedsel kan zoeken. Want wie of wat staat er aan het roer van die slijmerige, kruipende maag?

Navigerende ingenieur

Die laatste vraag maakt wetenschappers met de dag nieuwsgieriger. Zeker nadat in 2000 werd ontdekt dat Physarum polycephalum, een slijmzwam die wel een vierkante meter groot kan worden, feilloos zijn weg door een doolhof wist te vinden. Aan het begin en aan het einde werd voedsel neergelegd. De hersenloze slimmerik stuurde, vervormde en verplaatste zijn lijf binnen een paar uur zodanig, dat hij beide voedselbronnen tegelijk kon pakken. Het plasmodium lijkt chemische signalen op te pikken en baseert daarop zijn acties. Nog veel spectaculairder is het experiment waarbij kaarten van landen werden neergelegd met voedselbronnen op de plekken waar de grote steden liggen. Het plasmodium van Physarum polycephalum werd bij de kaart gelegd en vervormde zichzelf tot een uitgebreid netwerk om zo snel mogelijk alle voedselplekken tegelijk te bereiken. Tot stomme verbazing van de onderzoekers kwam dit netwerk exact overeen met de bestaande grote verkeersaders in de betreffende landen. En om dat uit te puzzelen hebben de beste ingenieurs decennialang gebrainstormd!

Gerechtigheid

Een hersenloos wezen dat van alles uitdoktert, beslissingen neemt en zelfs een vorm van geheugen blijkt te hebben; niet zo gek dat wetenschappers uit allerlei disciplines zich op de slijmzwam storten. Inmiddels worden stukjes slijmzwam al in computers ingebouwd. In 2006 lukte het zelfs al om een zesarmige robot op afstand door een slijmzwam te laten besturen. Het beestje dat geen beestje is, mag zich ook verheugen in de aandacht van kunstenaars en musici. In The creeping garden krijgt de slijmzwam eindelijk wat hij verdient: een documentaire waarin al zijn wonderbaarlijke eigenschappen worden belicht. Van de biologie tot de robotica en van de cartografie tot de kunst.