Ochtendpresentatoren over hun rituelen

Lekker nog even blijven liggen? Dat is er niet bij voor Leonie ter Braak, Sander de Heer, Marcel Oosten en Margriet Vroomans. Zij vertellen over het gruwelijke tijdstip waarop hun wekker afgaat, maar ook de pluspunten van een vroege start. ‘Meteen knallen, dat vind ik lekker.’

Leonie ter Braak

“Ik ben de beste slaper ooit. Elke minuut die ik langer in bed kan blijven, benut ik. Dus pak ik ’s avonds mijn tas in, leg mijn kleren klaar en mijn autosleutels. Om tien over vier sta ik op en nog geen tien minuten later sta ik buiten. Pas nog ben ik een hele week op kaplaarzen naar de studio gekomen; die had ik nu eenmaal het eerst te pakken. Als ik Hilversum binnenrijd, vind ik het fijn om naar lotgenoten te zoeken. Zo langzamerhand ken ik de drie, vier ramen waarachter vaak licht brandt. Daar verzin ik dan hele verhalen omheen.

Ik ontbijt in de studio met een cappuccino en een boterham met veel boter en hagelslag. Niet echt gezond, maar zó lekker. Gasten moeten altijd lachen als een collega er tijdens de uitzending nog eentje brengt, in blokjes gesneden. Weer thuis duik ik nog even in bed, en dan is het de kunst om niet urenlang te lanterfanten. Hoewel, door mijn eenjarige zoon blijf ik vanzelf actief. Tot half negen ’s avonds, want dan is het bedtijd. Ook in het weekend, op advies van een natuurarts. Dat werkt het beste voor mijn lijf.

Een avondje uit? Geen idee wat dat is. Gelukkig heb ik een hoop gezelligheid en plezier in de studio. Zodra ik binnenkom, lig ik vaak al dubbel. Vroeg opstaan wordt nooit leuk, maar het schept wel een band.”
Vandaag de dag, NPO 1, WNL, 7.10

Sander de Heer (de heer ontwaakt)

“Ik ben niet zo’n snoozer. Als mijn wekker om half vijf afgaat, spring ik direct uit bed. Geruisloos, zodat mijn vriendin lekker kan doorslapen. Dan is het racen, gáán. In twintig minuten ben ik de deur uit. Het scheelt enorm dat mijn toch al steeds dunner wordende haar er nu helemaal af is. Ik hoef niet eens meer in de spiegel te kijken. Het klinkt misschien truttig, maar mijn boterhammen smeer ik al de avond ervoor. Sapje erbij en een banaan. Dat gaat allemaal mee in de tas naar de studio.

Ik ben heel erg gewoon gebleven. Vooral in de vroege ochtend voel ik me verbonden met de luisteraars. Dienstbaar ook. Ik regel gratis koffie bij tankstations, draai favoriete plaatjes. Want ík kan wel zeuren, maar zo’n vrachtwagenchauffeur die om vier uur is opgestaan en tot vier uur ‘s middags dóór moet, heeft het nog veel zwaarder.

Meteen knallen, dat vind ik lekker. In die zin ben ik een ochtendmens. Het vervelendste is dat ik op vrijdag- en zaterdagavond ook kapot ben, terwijl ik dan graag leuke dingen wil doen. Al lijdt mijn sociale leven er gelukkig niet onder. Met al die flexibele agenda’s lukken lunch- en koffieafspraken heel goed.

Ik bof dat mijn dochter van een half jaar precies in mijn ritme zit. Tussen de middag allebei een uurtje slapen en rond vijf uur een wandelingetje in de buurt. Kijken we of er nog iets te beleven valt.”
De Heer ontwaakt!, NPO Radio 2, Vara, 6.05

Marcel Oosten

“Als mijn mobieltje om kwart voor vier afgaat, denk ik één milliseconde: waarom doe ik dit? Maar het kreng ligt aan de andere kant van de kamer, dus ik moet er wel uit. Mijn dag begint met elf push-ups: eentje als warming up en tien om het lichaam wakker te maken. Ik douche en scheer me ’s avonds, dus binnen een half uur ben ik op pad. Zonder ontbijt.

Toen ik hier vijf jaar geleden mee begon, lag mijn hele bioritme overhoop, inclusief mijn weerstand en mijn spijsvertering. ‘Stel dat ontbijt zo lang mogelijk uit’, werd me toen aangeraden, dus ik drink alleen twee glazen lauw water. En veel koppen koffie in de studio. Eén knäckebrödje rond acht uur, daar blijft het bij.

Het fijnste aan vroeg opstaan? Lastig… Geen files onderweg, misschien. Vroeger dacht ik: dan heb je een lange dag, maar dat valt tegen. In de middag slaap ik twee uur en om 19.30 uur heb ik nog een vergadering, dus ’s avonds kom ik bijna nergens. Uitrusten in het weekend is er ook niet bij. Mijn Duitse vriendin is in Hamburg blijven wonen vanwege haar baan, en zorgt de hele week al voor onze dochter van 7 en zoon van 1.

Op zaterdagochtend ben ik aan de beurt. Als ik op vrijdag naar mijn gezin rijd en de middagslaap oversla, gaat het vaak al mis bij het voorlezen. “Dat staat er helemaal niet”, roept mijn dochter dan. Maar het is wel de allerleukste baan van de wereld. Als de microfoons om zes uur opengaan, ben ik gelukkig.”
NOS Radio 1 Journaal, NPO Radio 1, 6.01

Margriet Vroomans

“Meestal sta ik om vijf uur op, of heel soms iets later. Zonder enig probleem, want ik houd van de ochtend en van een relaxte start. Ik douche, lees de krant en steek me helemaal in de kleren en de kleuren voordat ik in de auto stap. Rustig ontbijten is ook vaste prik, al varieert de samenstelling met de mode. Momenteel ben ik aan de groente- en fruitshakes. Het apparaat maakt zo’n klereherrie dat ik ze wel al ’s avonds klaarmaak. Anders wordt mijn man wakker.

Vroeg beginnen heeft eigenlijk alleen maar voordelen. Door de stilte op straat voelt het alsof de wereld nog helemaal van jou is, en als ik het door de studio-ramen langzaam licht zie worden, vind ik dat altijd weer een magisch moment. Een ochtendhumeur kàn ook niet als je een ochtendshow presenteert, en zeker niet zo een als de mijne waarin alles draait om een ontspannen sfeer.

Door na de uitzending te gaan sporten blijf ik aardig fit, al heb ik rond twee uur ’s middags altijd een afknapmoment. Ook dan ga ik zelden horizontaal. Een uurtje de telefoon uit en lekker niks hoeven, helpt het best. Uit eten of naar een concert kan prima, zeker in het weekend. Voor half elf lig ik toch zelden in bed. Vanaf het begin van dit jaar is mijn schema uitgebreid van vier naar vijf ochtenden. Pittig, maar zeker ook genieten.”
De ochtend van 4, NPO Radio 4, KRO-NCRV, 7.01