Mensen als ik van Christophe Vekeman

Christophe ‘Buck' Vekeman is 44 als hij besluit tot een gemeenschap te willen behoren. Hij vindt dat hij nieuwe vrienden nodig heeft. Verschillende mensen hebben dit boek gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier!

Lees hier de meningen van verschillende mensen over het boek Mensen als ik van Christophe Vekeman. Lijkt het u leuk om zelf ook een recensie te schrijven? U kunt u opgeven via Miekes Leesclub.

M. de Vries- de Jong

Ik moet bekennen dat het voor mij een eerste ontmoeting is met zijn werk. Een aangename kennismaking.

De vierenveertigjarige ik-figuur, hoofdpersoon en alter ego van de auteur is uitgekeken op zijn vrienden, is een einzelgänger bovendien en besluit zijn leven te veranderen. I’m gonna catch tomorrow now, luidt dan ook de laatste regel van het motto. Buck heeft problemen met mensen. Zo fileert hij een van zijn oude vrienden: “hij was nu al zoveel jaren een dermate zelfgenoegzame, ronduit aftandse ouwe zeur, eerlijk gezegd, dat ik inmiddels hem er sterk van verdacht nooit iets anders te zijn geweest”. Zijn geliefde is druk met haar werk, het lezen en schrijven van romans verveelt hem. Hij heeft nieuwe vrienden nodig en wil voor het eerst in zijn leven deel uitmaken van een gemeenschap. Hij zoekt mensen die fundamenteel op hem lijken, ‘Mensen als ik’. Hij hoopt die te vinden in de subcultuur van de countryliefhebbers, mensen met een breedgerande leren hoed, cowboyboots aan de voeten, stapelgek tevens krankzinnig- zijn eigen woorden- bezoekers van countrybijeenkomsten. Het valt hem niet mee, hij probeert het onmogelijke te doen. “Slechts zelden had ik iets aan mezelf te danken, het was altijd weer een kwestie van wijten”. Maar zoals hij zelf zegt: klagen is voor kinderen en andere debielen. De ik-figuur citeert Cees Nooteboom: “Ik had wel duizend levens en ik nam er maar één!” Weemoed, deemoed, spijt, schuldgevoel. Allemaal zinloze emoties. Hij is een antiheld, een loser met overlevingsdrang. Toch is het geen treurig boek. Met veel zelfspot kijkt hij naar zichzelf.

Het slot dat prachtig aansluit op de proloog, laat de lezer naar adem happend achter. ’Zijn de zogenaamd normale mensen niet altijd, althans meestal mensen wier afwijkingen ons onbekend zijn?’ De vraag stellen is hem beantwoorden. Het boek eindigt positief. ”Dit is waar mensen als wij, mensen als ik, onbewust van wezen en altijd ook zullen blijven, dit is het, het is dit: dat het leven fantastisch is””.”

P. van Dijk

In over elkaar heen buitelende woorden en zinnen wordt het verhaal beschreven van de vierenveertigjarige eenzame cowboy Christophe, die op zoek gaat naar gelijkgestemden. Zijn leven bestaat uit countrymuziek en daar wil hij ze vinden. Op aanraden van Myriam, een vrouw die hij alleen kent door e-mailverkeer, bezoekt hij de Bottoms Up waar hij tegen een jongeman botst, die danst met open armen en tien vingers gespreid omhoog, alsof hij de bliksem uit de lucht wil trekken. Christophe haalt uit en breekt daarbij de neus van de jongen. De angst en paniek die dit veroorzaakt wordt prachtig beschreven, waarbij korte en hele lange zinnen elkaar afwisselen. Het gevaar komt echter van een hele andere kant, een wezen, dansend, met de armen wijd en tien vingers in de lucht gestoken waarmee het donder en bliksem uit de wolken trekt, in de stromende regen in zijn tuin.

Een mooi boekje, met prachtige taalgebruik, dat lekker weg leest.

D. Kooistra

Christophe Vekeman bedenkt op een dag dat hij nieuwe vrienden nodig heeft omdat zijn oude niet meer bevallen. En hij besluit om hier een boek over te gaan schrijven.

Hij gaat op zoek naar contacten in de “country en western-wereld” en dat bevalt hem op zich wel. Mensen met dezelfde muzieksmaak en kledingstijl die bijv. op festivals bij elkaar komen. Zo ontmoet hij in Gent in een ‘saloon’ een echtpaar en wijdt hij een hoofdstuk aan ‘de hoed’ oftewel ‘Stetson’ die momenten waren geweldig om te lezen! Vond ik het grappigste uit het boek.
Deze nuchtere humor blijft door het hele boek heenvloeien en wordt afgewisseld met melancholie.. Als hij van de dokter geen strakke broek mag dragen vanwege bijbalontsteking raakt hij in paniek want een joggingbroek met boots dat kan niet.

Verderop verzandt het verhaal in een soort dagboek vol vragen aan zichzelf en observaties van de omgeving. Er gebeurt niet zo heel veel meer. En dat is best jammer. Het verhaal kabbelt een beetje voort. Hij had nieuwe vrienden nodig omdat de oude niet meer bevielen. De conclusie die Christophe trekt verbaast mij niet. Misschien u wel.

M.F. Snelleman-Geitenbeek

Sorry, dit boek sprak mij totaal niet aan. Het geklets over “MENSEN ALS IK” voor anderen een mooi boek misschien, voor mij geen verhaal, maar heel veel gedachtes.

Terwijl er ook mooie zinnen in staan zoals op blz. 75 : De zee rolde en bruiste en rolde en brieste en rolde en spatte en klotste maar verder, verder en verder en voort. En zo gaat de beschrijving van de zee door, eerder dichterlijk.

En af en toe probeert hij ook wel een beetje grappige dingen te zeggen, zoals het mopje van de Japanner die naar de hoeren gaat, maar erg origineel is het niet. Voor mij was telkens het noemen van namen van schrijvers ook niet prettig, een enkele opmerking over zo’n persoon en dan weer zijn eigen gedachtes. En als Christophe dan het boek “een onberispelijke man” van de Britse schrijfster Jane Gardam van niet zeer hoge kwaliteit vindt, terwijl ik juist die trilogie zo mooi en knap geschreven vind, bedenk ik me zoveel mensen zoveel meningen.Cowboys, countrymuziek zijn ook geen zaken die mij interesseren, dus al was het een mooie witte hoed, fijn voor Christophe!!

Nog nooit een boek van Christophe Vekeman gelezen, na dit boek zal het ook niet gauw gebeuren. Jammer dat ik zo negatief ben, maar helaas, geen nieuwe vriendin voor Christophe!!

Miekes recensie

Ook Mieke van der Weij heeft voor NCRV-gids het boek Mensen als ik gerecenseerd. Lees hier of haar mening overeenkomt met de mening van bovenstaande lezers.