Gouden jaren van Annegreet van Bergen

Gouden jaren vertelt het verhaal van de ongekende naoorlogse groei die ons leven op alle fronten heeft veranderd. Lees hier de mensen van verschillende mensen over het boek Gouden jaren van Annegreet van Bergen.

Lees hier de mensen van verschillende mensen over het boek Gouden jaren van Annegreet van Bergen. Lijkt het u leuk om zelf ook een recensie te schrijven? U kunt u opgeven via Miekes Leesclub

M. Noordegraaf-de Lange

Dit boek geeft een uitstekend tijdsbeeld van de jaren na de Tweede Wereldoorlog tot aan onze huidige tijd. De oma van de schrijfster is eind jaren vijftig op zestigjarige leeftijd overleden. Bij het schrijven van dit boek heeft Annegreet van Bergen het leven van haar oma in gedachten gehouden. Wat zou haar oma zich verbaasd hebben over alle veranderingen en de manier waarop wij nu leven. Wie eet er nu nog “regeringsbrood”? Wie krijgt het salaris nog in contanten uitbetaald? Wat is een “ingebouwd dienstmeisje”?

Zo staan er talloze voorbeelden van gebruiken die vroeger doodnormaal waren. Dit boek is een en al herkenning voor de ouderen. De jongeren zullen zich blijven verbazen over wat zij lezen. Door dit boek krijgen zij een goed beeld van de Gouden Jaren. De vraag is echter of deze Gouden Jaren wel zulke gouden jaren waren. Na het lezen van dit boek wordt het duidelijk dat wij het door de vooruitgang zeer goed hebben en dat het vroeger niet altijd beter was, maar heel anders.

Gouden Jaren is een waardevol boek door de boeiende tekst en de prachtige foto’s. Het leert ons dat wij alle reden hebben om dankbaar te zijn. Het is goed om daar bij stil te staan.

H. de Muij-Fleurke

Gouden Jaren is geen roman, maar in feite een documentaire in boekvorm, waarin Annegreet van Bergen aan de hand van verschillende thema’s de ontwikkelingen in de Nederlandse maatschappij beschrijft vanaf de Tweede Wereldoorlog. Zij heeft zich daarbij gebaseerd op interviews met een groot aantal personen. Zij worden alleen met hun voornaam en hun geboortejaar aangeduid.

De meesten zijn in de jaren veertig geboren en hebben deze ontwikkelingen dus aan den lijve meegemaakt. Daarnaast vermeldt de schrijfster achter in het boek een indrukwekkende literatuurlijst, ook weer ingedeeld naar thema. Het is zeker geen boek om in een adem uit te lezen, maar daarom is juist deze indeling naar thema’s zo aardig. Na afronding van een onderwerp kun je het met een gerust hart even wegleggen.

Annegreet schrijft helder in een directe stijl. Elk hoofdstuk heeft een korte samenvatting aan het begin, zodat je weet wat je te wachten staat. Het boek begint met de beschrijving van een ontmoeting met Nico, geboren in 1948 en in de zomer van 2012 als gemeenteambtenaar net met pensioen (uit deze jaartallen blijkt dat hij nog gebruik kon maken van de vut-regeling). Naar aanleiding van zijn gemopper over de perikelen bij de pensioenfondsen die zich dan beginnen te manifesteren, krijgt de schrijfster met hem een gesprek over het grote verschil in welvaart tussen de jaren direct na de oorlog en de huidige tijd.

Deze decennia van groei, ‘gouden jaren’, hebben ontwikkelingen gebracht, die onze grootouders volstrekt voor onmogelijk hadden gehouden. Dit herkennen van de ontwikkelingen, omdat je weet hoe het voordien was, geeft goed de waarde van het boek weer, maar ook direct de beperking. Ik ben ook van 1948 en voor ons babyboomers is het een feest der herkenning. Het kan vele gesprekken met leeftijdgenoten opleveren, want sommige zaken zijn voor mij helemaal niet herkenbaar, terwijl mijn man, ook van 1948, meteen roept ‘oh ja, dat hadden wij ook’.

Mijn dochter, geboren in 1971, had haar eerste vliegreis al gemaakt toen ze nog in mijn buik zat en vindt het verbijsterend dat dat ook mijn eerste vliegreis was en zelfs bijna mijn eerste reis naar het buitenland. Het was zo’n campingreis naar Spanje die Annegreet ook beschrijft in haar boek, waarbij je helemaal niet naar een camping ging, maar alleen gebruik maakte van de goedkope vlucht. Mijn kleinkinderen, de oudste is geboren in 2001, zullen het grootste deel van het boek onbegrijpelijk vinden en zich er vaak ook niets bij voor kunnen stellen.

Of het boek daarom, als leesboek, ook interessant is voor een andere generatie dan die geboren vlak voor of na de oorlog, vraag ik mij af. Natuurlijk kan het wel dienen als een soort naslagwerk, maar dan altijd met oma of opa erbij die een toelichting kan geven. Een andere kant van het boek dan die van leesboek vind ik dat het beslist aanleiding kan geven tot uitgebreide inhoudelijke discussies.

Kunnen al die jaren van groei echt wel ‘gouden jaren’ genoemd worden of komen wij er nu achter dat het ‘niet alles goud is wat er blinkt’. Vroeger (ik praat nu vanuit mijn herinneringen ergens uit de jaren zestig) hadden mijn ooms een boerderij met allerlei vee, een grote moestuin, een stel half verwilderde katten om ratten en muizen te vangen. De kippen liepen los over het erf of in een ren vlakbij het huis.

Nu maakten we vorig jaar bij kennissen met onze kleinkinderen de ‘koeiendans’ mee en ontdekten dat deze jonge boeren niets anders op hun erf konden hebben dan koeien en kalveren, uit angst voor uitbraak van weet ik welke epidemie. Geen hond dus, geen katten, geen kippen, geen konijntjes voor hun kleine kinderen, alleen een grote schuur en een zo schoon en steriel mogelijk erf. Voor onze volksgezondheid ongetwijfeld uitstekend, maar of dit een ‘gouden’ ontwikkeling is? En zo zijn er bij veel van de thema’s dergelijke vragen te stellen.

Toen ik het boek in handen kreeg interesseerde mij persoonlijk erg wat Annegreet zou zeggen over het thema ‘werkende vrouwen’. Dit bleek een piepklein onderdeel van het hoofdstuk Werk en Vrije tijd, het laatste hoofdstuk van het boek. Jammer vind ik, dat ze daarin niets zegt over de toch wel erg trage ontwikkeling naar ‘gouden jaren’, voor met name werkende moeders. Ik heb ruim vijfendertig jaar buitenshuis gewerkt, maar slechts 20 pensioenjaren opgebouwd.

Aanvankelijk werkte ik bij een grote commerciële firma, waar vrouwen pas op hun dertigste in het pensioenfonds mochten (mannen op hun 23e!). Dat heb ik daar niet gehaald want toen kondigde onze oudste dochter zich aan. We woonden in een forenzen-dorp waar nog geen mens van kinderopvang had gehoord. Toen onze jongste dochter op de kleuterschool zat ben ik weer begonnen, in deeltijd, en dus (toen nog) weer geen pensioenopbouw, maar ook nog geen kinderopvang; dus, tussen de middag snel naar huis, eten met de kinderen, kinderen weer naar school en weer naar het werk, tot vier uur.
De lange schoolvakanties waren een ramp. Wat mij betreft kwamen die gouden jaren in dit opzicht dus wat erg traag op gang. Zo zullen meer mensen een thema hebben waar ze nieuwsgierig naar zijn. Kortom, Annegreet van Bergens ‘Gouden Jaren’ is vooral voor babyboomers een boek met meerdere kanten en veel mogelijkheden; gewoon om je te laven aan ‘oh ja’-herinneringen, als bron van verhalen voor je kinderen en kleinkinderen, als eindeloos gespreksonderwerp onder leeftijdsgenoten en als discussiebron over wat nu precies wel of niet als vooruitgang kan worden beschouwd.

H. Evers – Dokter

Ik hoorde over het boek in DWDD en wilde het direct hebben. Zoals het werd beschreven in het kort, zo is het boek precies. Het geeft de veranderingen weer over de tijd dat ik op de wereld ben( sinds 1950, ik ben een babyboomer). Daarom sprak het me het meest aan. Ik herkende vrijwel alles, van hoofdstuk tot hoofdstuk, omdat ik het praktisch aan den lijve heb ondergaan of erover horen vertellen door familieleden, vrienden en collegae.

Deze gehele periode is zo kenmerkend voor de Nederlandse geschiedenis geweest, dat het toto op de dag van vandaag nog is te merken. Nu herinneringen zo belangrijk voor me beginnen te worden , helpt het boek me. Het boek leest lekker , het pakt je en je wilt het niet wegleggen, omdat je al weet hoe het verder gaat en het toch wilt bevestigd zien. De foto’s zijn pakkend, een reisje langs ‘memory-lane’. Ik ben blij dat ik het heb gelezen, in mijn bezit heb en het steeds weer even kan pakken om toch weer even te kijken hoe het ook al weer was. Een enorme aanrader.

C. Haans

Zelf geboren in 1956 was Gouden jaren een feest van herkenning om te lezen Annegreet van Bergen vertelt het verhaal van de enorme naoorlogse groei vanuit verschillende standpunten. Teil werd douche, wastobbe een wasmachine en loonzakje werd digitaal bankieren. Beroepen verdwenen en maakten plaats voor nieuwe. Hoe compleet anders is ons leven geworden in 50 jaar tijd. De enorme sprongen die er gemaakt zijn in gezondheidszorg en techniek, onvoorstelbaar. Vol spanning keek ik als kind uit naar onze eerste t.v en auto en op een telefoonaansluiting moest je wel 6 maanden wachten! Ook mijn moeder van 87 vond het een geweldig boek om te lezen, dat weet ik nog goed kwam er steeds als reactie. Mede door de prachtige foto’s is dit boek voor iedereen een aanrader!