Hazer van Jeroen Thijssen

Het boek 'Hazer' vertelt het verhaal van Rogi die in een kraakpand in Haarlem gaat wonen die langzaam verandert in een woongemeenschap. Het wordt een steeds extremere krakersbeweging waarbij zijn twijfel groeit. Recensenten van Miekes Leesclub hebben dit boek gerecenseerd. Benieuwd naar hun meningen? U leest het hier!

Lees hier de meningen van verschillende mensen over het boek Hazer van Jeroen Thijssen. Lijkt het u leuk om zelf ook een recensie te schrijven? U kunt u opgeven via Miekes Leesclub.

J. C. Hopman

Allereerst dank aan Mieskesleesclub en de uitgeverij Nieuw Amsterdam dat ik het boek Hazer van Jeroen Thijssen heb mogen lezen.

De omslag van het boek maakte mij nieuwsgierig omdat de foto op de omslag mij bekend voorkwam. Ook in Den Haag, de plaats waar ik woon, was er in de tijd dat Hazer zich afspeelde een soortgelijk pand te vinden. Ik wist niets van het leven wat zich achter die deuren afspeelde maar ik werd er toch wel erg benieuwd naar.

Het gaat om een familiegeschiedenis vol geheimen tegen de achtergrond van de roerige jaren tachtig. Vanaf het begin van het boek hield de auteur mijn aandacht vast. Hij heeft een hele fijne schrijfstijl. Hij nam mij mee in het leven van de hoofdpersoon en zijn familieleden en zijn huisgenoten in Hazer. Hierdoor leest het boek heel makkelijk weg.

Ik werd wel steeds nieuwsgieriger waar het verhaal naar toe ging. Het werd mij halverwege het boek dan ook steeds duidelijker wat er allemaal gebeurde, ik zat toen ook echt midden in het verhaal. Ik voelde ik mij niet alleen betrokken bij de hoofdpersoon maar ook bij het leven van zijn familieleden en leven van zijn medebewoners in Hazer.

Ik vond het toen wel lastig om het boek even weg te leggen omdat ik midden in het verhaal zat en ik het liefste verder wilde lezen omdat het mij heel erg bezig hield hoe het verhaal zou gaan aflopen. Het verhaal werd afgewisseld met spannende en aangrijpende momenten. Momenten die de ouderen ook zullen herkennen omdat ze in die tijd ook in werkelijkheid plaatsvonden.

Het boek heeft een behoorlijke indruk op mij gemaakt. Het einde was zo abrupt dat ik wel even tijd nodig had om bij te komen. Ik vind Hazer echt een aanrader om te lezen. Voor mij is het zeker 4 sterren waard.

M. van Turnhout

Als eind jaren zeventig de achttienjarige Rogier Pardoen- die zich vanaf dan Rogi noemt – Nederlands gaat studeren, vertrekken zijn ouders naar Ierland. Carla en Hein, zoals hij hen noemt, zijn hippies, zij hebben Rogi nogal vrij opgevoed. Een luxeleventje is hij niet gewend, zodat hij het nieuwe leven in een kraakpand in Haarlem wel aan denkt te kunnen. Een andere betaalbare kamer is niet te vinden, en hij meldt zich bij het voormalige politiebureau waar krakers zijn ingetrokken. Het gebouw is eigenlijk niet bewoonbaar, maar in deze tijden van woningnood werd in navolging van de krakersbeweging in Amsterdam ook in Haarlem woonruimte opgeëist voor ongeacht wie woonruimte zocht. Het oude politiebureau bood veel ruimte.

“Gekraak klonk en geritsel: aan weerszijden van de deuren stonden twee enorme, dode palmen, hun dorre bladeren bewogen in de tocht. Twee trappen liepen van de granito vloer in een vierkante spiraal omhoog, leken elkaar te naderen en weken dan weer tot ze ergens boven het dagelijks leven zomaar ophielden tegen een daklicht dat, hoewel klein van hieraf bezien, op die hoogte enorm moest zijn. Het zonlicht kleurde grijs in de matglazen panelen.”

Het lijkt romantisch, maar zonder verwarming en met slechts één werkende kraan is het nogal eens afzien. In de kamer die Rogi toegewezen zet hij meubels die opgeslagen stonden in de kelders van het gebouw. Hij neemt zich voor een kwast over de muren te halen, maar dat zal er niet van komen. “De wanden waren pisgeel en zaten vol barsten, vol vierkante vlekken waar eerder schilderijen hadden gehangen of ingelijste diploma’s, of verordeningen – wat voor zaken zouden politiemannen de moeite waard vinden om in te lijsten en op te hangen?”

Het gebouw is enorm, met onverwachte openingen en grauw geverfde gangen, een labyrint met veel trappen en een grote hal. Kelders, zolders, een gebouw dat nooit eens gezellig of knus zou kunnen worden. De Hazer heet het.
“Een rare naam eigenlijk, “zei Rogi.
Het gezicht van Ernst lichtte op. “Nee, vogel. Het hazenleger. Het leger zonder wapens, de vreedzaamste dieren ooit in opstand tegen de zwijnen van de macht. Magisch, weet je wel.”
“Ze zaten eerst aan de Hazepaterslaan” zei Marcel nuchter. “Maar dat raakte vol en dit stond leeg.” Hij haalde zijn schouders op. “Het beestje moet een naam hebben.”

Langzaam loopt het gebouw vol, met allerlei soorten bewoners, die kort of langer blijven hangen. Marcel en Ernst vormen samen met Rogi de kern van de linkervleugel. Er druppelt wat vrouwvolk binnen onder andere in de persoon van Tanja, een vrijgevochten jongedame met wie Rogi een soort relatie krijgt. Als hij eerst eens kijken waar zijn ouders zijn neergestreken, is bij zijn terugkeer ene Kraay in de Hazer getrokken, wiens gedrag min of meer haaks staat op de ideeën over vrijheid blijheid, zoals de eerste bewoners die hanteerden. Kraay zet duidelijk een stempel op de Hazer. De deuren die eerder gewoon open stonden, gaan op slot. Junkies worden het pand uitgegooid, er komen regels en een Huiskommitee.

Kraay is communist, hij gelooft in actie, in de klassenstrijd. Onder invloed van Kraaij worden ook de Haarlemse krakers actief: ze kraken andere panden, ze trekken naar Amsterdam om actie te voeren, onder andere op 30 april 1980, de dag dat koningin Beatrix ingehuldigd werd.
Het vreedzame hazenleger verandert in een vesting. Ook Rogi doet mee, maar al geniet hij van de saamhorigheid van het actievoeren, tegelijk begint hij in te zien dat de ideale samenleving zoals Kraay die voorstaat onmogelijk is. De beweging begint zelf te kraken.

Wil hij een beetje toekomst hebben, dan zal hij daar zelf voor moeten zorgen. Het ligt niet in zijn aard om zijn hand op te houden. Hij zal zich er bij neer moeten leggen dat hij diep in zijn hart best een burgerlijk typetje is. Terwijl de gemeente zich beraadt over wat te doen met de krakers in de verschillende panden en een samenwerking aangaat met het JAC, die vanuit een eigen visie de woningnood aanpakt, worstelt Rogi met zijn familie.

Carla’s moeder leeft nog, Rogi bezoekt haar af en toe. Zij wil niet praten over haar echtgenoot, maar Rogi dringt aan als hij ontdekt dat er een connectie bestaat tussen de Hazer en zijn opa. Wat is er gebeurd in de oorlog? Waarom wil zijn oma er niet over praten en zwijgt ook Carla? En wat was er met opa en oma Pardoen? Met Hein en Carla in Ierland gaat het intussen niet zo best.

Het zal duidelijk zijn: Hazer is een roman met veel inhoud. Schrijver Jeroen Thijssen is historicus en heeft duidelijk iets met de krakers van Haarlem. Was hij misschien een van hen?
In zijn eerdere werk Solitude zijn de broers Frank en Robert Bramme – krakers te Haarlem – hoofdpersoon, al gaat die roman verder niet over Haarlem. Dat wordt nu ruimschoots goed gemaakt, het verhaal over het oude politiebureau maakt nieuwsgierig!

Thijssen vertelt boeiend over de geschiedenis van de krakersbeweging zoals die in Haarlem – dit keer eens niet in Amsterdam! – verliep. Ik denk dat het een goed idee was om er nog wat extra’s aan toe te voegen. Af en toe even wat anders dan de krakers in de Hazer, af en toe ontsnappen aan het – duidelijk beschreven – sfeertje zoals dat eind 1970, begin 1980 heerste. Het geheim uit het verleden en de worsteling van de hoofdpersoon over wie hij is en zal zijn, maakt het geheel prettig leesbaar.

Het is een verhaal met pit, vlot en boeiend voor de lezer die graag over geschiedenis leest.

H. C. M. J. Crins-Probst

De hoofdpersoon Rogier begint aan een nieuwe fase in zijn leven. Hij verandert zijn naam in Rogi, begint aan een studie en verlaat het ouderlijk huis. Bij gebrek aan  goede woonruimte neemt hij intrek in een kraakpand en krijgt zijn leven een ingrijpende wending. Hij neemt actief deel aan de opbouw van een krakersbolwerk maar ook aan de afbrokkeling ervan. Gelijktijdig maken zijn ouders, een hippie-stel dat in de tijd is blijven steken, een nieuwe start in Ierland. Het verhaal speelt zich af  van 1978 tot 1980.

Het boek geeft een goede inkijk in het leven van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Voor degene die het bewust heeft meegemaakt biedt het veel herkenning: krakers, protestdemonstraties, confrontatie met politie, vrijheid, wars van voorschriften en regels onder andere op seksueel gebied. Voor jongere generaties die niet deelgenoot zijn van dit tijdperk, geeft het een inkijk in het leven van een bevolkingsgroep die destijds een nadrukkelijk stempel drukte op het maatschappelijke leven. In het verhaal speelt van de ene kant een afrekening met de gevestigde orde, anderzijds een nog onvolledig onverwerkt oorlogsverleden. Hoe vind je als jongere in die tijd je weg in de maatschappij en hoe liggen je kansen om je dromen omtrent je toekomst te realiseren? Rogi wordt constant heen en weer geslingerd tussen het denken van de gevestigde orde, de krakersmentaliteit en het hippieleven van zijn ouders. Daarbij is hij op zoek naar zijn eigen identiteit het oorlogsverleden van zijn beide opa’s speelt voor hem een grote rol. Het goed of fout zijn tijdens de oorlog en het onbespreekbaar blijken van het thema. Oma vormt daarbij een vast ankerpunt.
De schrijver weet de essentiële kenmerken van een tijd te verwerken in een boeiend verhaal. Het zijn geen schokkende, dramatische gebeurtenissen die aan de orde komen en het boek aantrekkelijk maken, maar het gewone dagelijkse leven zoals het zich in al zijn facetten aandient. Het boek is rijk aan verrassende wendingen en geeft een bijzondere kijk op gewone alledaagse gebeurtenissen. De schrijver bezit het talent om het gewone, alledaagse zo te beschrijven dat het bijzonder wordt en blijft boeien. Daarbij geeft hij blijk van een rijke taalschat en is zijn verhaal doorspekt met humor. Zeer de moeite waard voor geïnteresseerden in maatschappelijke problematiek en ontwikkelingen in de jaren 70-80 van de vorige eeuw.

M. Warning

In Hazer gaat het over de bijna 18-jarige Rogi, die na zijn eindexamen noodgedwongen op zoek moet naar een kamer, omdat zijn hippie-ouders verhuizen naar Ierland. Rogi blijft alleen in Haarlem achter en vindt een kamer in de Hazer, een kraakpand (voormalig politiebureau). Daar woont hij tussen punkers, anarchisten, werkloze jongeren.

Het boek beslaat de periode 1978 tot 1980 en tegen de achtergrond van de roerige tijden met krakersrellen en jeugdwerkloosheid wordt Rogi volwassen. Hij zoekt zijn plaats tussen zijn medebewoners en zijn familie. Hoe meer afstand (ook letterlijk) er is tussen Rogi en zijn ouders, hoe scherper hij beseft, dat er familiegeheimen zijn waarover niemand wil praten. Rogi laat zich echter niet langer met een kluitje in het riet sturen, maar doet er alles aan om de familiegeheimen te ontrafelen. Dan blijkt alles anders dan hij ooit had gedacht.

Rogi’s zoektocht naar antwoorden is spannend en goed beschreven. Ook de achtergrond waartegen zijn zoektocht zich afspeelt, is boeiend beschreven: zijn hippie-ouders, het leven in het kraakpand, zijn eerste ervaringen met meisjes, de krakersrellen bij de troonswisseling in 1980 en tenslotte ook de rol die de Tweede Wereldoorlog nog steeds speelde. Dit alles was voor mij heel herkenbaar en de sfeer van die tijd was zo goed getroffen, dat het boek mij echt terug bracht naar rond 1980. Ik kon het boek moeilijk wegleggen en heb Hazer dan ook in korte tijd en met veel plezier uitgelezen.