Kus van Julien Ignacio

Kamer 11, intensive care, kinderafdeling. Een vader waakt aan het ziekbed van zijn negenjarige zoontje, dat in coma ligt.

Lees hier de meningen van verschillende mensen over het boek Kus van Julian Ignacio.

A. Snoek

Een gescheiden man van middelbare leeftijd waakt ’s nachts in het ziekenhuis aan het bed van zijn comateuze zoon. In flashbacks kijkt hij terug naar zijn jeugd, zijn relatie met zijn ouders (hij wordt jong wees na een door hem veroorzaakt auto-ongeluk) en hoe hij de moeder van zijn zoon ontmoette.

Ik had al na negen bladzijden moeite om door te lezen. Nieuwsgierigheid waarheen het verhaal zou leiden en de belofte een recensie te schrijven, dwongen mij tot verder lezen. Een zware opgave.

Er worden ‘grote’ woorden en vreemde en gezochte metaforen gebezigd zoals : ‘als een eenzame witte vlinder zweefde een plastic tas’ en ‘je hand bungelde onder de lakens uit, een gewurgd diertje, door kwajongens opgeknoopt aan de tak van je arm’. Dit soort opgeblazen zinnen leiden heel erg af van het verhaal. Het einde is al even onbegrijpelijk. Ik heb geen idee wat de schrijver beoogt met dit boek.

M.C.J. van Est

Korte impressies van een vader zittend naast het ziekenhuisbed van zijn comateuze zoon. In plaats van te praten tegen zijn zoon, is hij meer in gesprek met zichzelf. Herinneringen aan, reflectie op zijn eigen jeugd, waarin de vader-zoonrelatie een bepalende rol speelde. En nu weer.

Mooie schrijfstijl, maar af en toe neigend naar mooischrijverij: ‘lig je nog steeds in een graf van stilte. Je hersenen pruttelen op de waakvlam’.

H.J. de Muij-Fleurke

Het motto dat Julien Ignacio zijn roman heeft meegegeven is afkomstig van Maurice Blanchot. Hij schrijft o.a. het essay L’écriture du disastre. In al het werk van Blanchot speelt de dood en het sterven een belangrijke rol.

In zijn blog (www.julienignacio.com) noteert Ignacio een uitspraak van Rilke, die voor hem cruciaal is geweest: “Vraag uzelf in het stilste uur van uw nacht af: Moet ik schrijven?” Zijn antwoord op die vraag blijkt een volmondig “ja”. De auteur, die volgend jaar 50 jaar wordt, houdt zich al jaren bezig met literatuur. Dat is in zoverre verwonderlijk omdat hij pas als student (Europese studies) echt gegrepen werd door het lezen. Hij trof toevallig een in zijn studentenhuis rondslingerend exemplaar aan van Homerus’ Ilias en Odysee. Dat werd het begin van een bijna obsessieve belangstelling voor de wereldliteratuur. Hij voltooide zijn eerste studie wel maar begon onmiddellijk aan de volgende. In mei 1997 studeerde hij cum laude af in de literatuurwetenschappen. Hij schreef een aantal theaterstukken en korte verhalen, werd redactielid van het literaire tijdschrift Tirade, maar een roman wilde niet lukken. Er spookten te veel grote schrijvers door zijn hoofd, waar hij niet tegenop meende te kunnen.

Kus is het resultaat van het loslaten van al die gedachten aan grote voorgangers in de literatuur, van rijpheid en zelfvertrouwen, van zelfbeschouwing ook en van een soort innerlijke rust en stilte. Zijn kennis van de inhoud van de wereldliteratuur blijft natuurlijk groot, maar die wordt op een prachtige manier verweven in de gebeurtenissen in het verhaal. Daarnaast bevat het boek ook een aantal autobiografische elementen, vooral tot uitdrukking komend in de figuur van de vader van de verteller.
Het verhaal draait om Nanne, jonge zoon van Feysal, verteller van het verhaal, en Luna. Feysal en Luna zijn al een aantal jaren gescheiden. Sinds die scheiding maakt Feysal elke dag 1 foto van Nanne, om hem bij zich te hebben, als een soort bezwering. Ik ben hem niet kwijt. Nanne mag niet verloren gaan in de tijd. Dat thema verwijst natuurlijk duidelijk naar Prousts A la recherche du temps perdu, het onderwerp van Ignacio’s afstudeerscriptie.

Nanne ligt na een val van de trap in coma in het ziekenhuis, Luna waakt overdag, Feysal ’s nachts. Omdat een verpleegster tegen hem heeft gezegd dat hij vooral tegen zijn zoon moet praten, voor hem zingen of hem muziek moet laten horen, begint Feysal Nanne zijn levensverhaal te vertellen, een zeer aangrijpend verhaal over een vader die als ex-blauwhelm kampt met PTSS en een moeder die daar ook geen raad mee weet en haar heil zoekt bij vriendinnen. Het verhaal springt heen en weer tussen het leven van Feysal als vader van een doodziek kind en Feysal als kind van een doodzieke vader.
Het wordt op een prachtige ingetogen manier verteld. In een van de laatste zinnen van zijn Dankwoord noemt Ignacio de dichteres Asha Karami, die hem geleerd heeft less is more. En dat is een les die hij in zijn roman schitterend toepast. Zo is de beschrijving, bijna en passant, van een aantal andere patientjes op de intensive care, juist zo ontroerend omdat er maar heel summier naar ze verwezen wordt, terwijl je weet dat achter de moeder die fanatiek een coltrui zit te breien voor haar dochtertje ‘met een hartklepafwijking’ een wereld van verdriet schuilgaat. Ook de kleine verhalen over Nanne’s leventje voor de val zijn prachtig verwoord.

Feysal koestert zijn herinneringen aan Nanne en aan zijn ouders niet alleen in foto’s. Herinneringen zijn overal om een mens heen, in steden, straten en huizen. Hij denkt dat er plekken zijn waar de doden en de levenden die je uit het oog verloren bent, een parallel leven leiden, ergens buiten de tijd. Vanuit dit perspectief gezien bestaan er geen eeuwen, jaren en minuten. Verleden, heden en toekomst vallen samen, gebeuren gelijktijdig. Dat geeft de schrijver de mogelijkheid het verhaal op drie verschillende manieren te laten eindigen, een prachtige vondst.

Ik hoop dat Julien Ignacio zijn angst voor al die grote schrijvers uit de wereldliteratuur waar hij niet aan zou kunnen tippen met Kus overwonnen heeft en dat er meer van deze schitterende ingetogen verhalen zullen volgen. Heel erg aanbevolen dus.

Klein puntje van kritiek naar de redacteur bij Van Oorschot: in zijn blog citeert de schrijver af en toe stukjes uit Kus o.a. een gedeelte over de voet van Nanne die als een dividiviboom gevormd is. Zo’n mooie Antilliaanse naam, waarom moest die nu “vertaald” worden tot het saaie waaiboom? En bovenaan bladzijde 49 staat het zinnetje “Zelden lukte het haar bij mij in mijn buurt te zijn zonder van me af te blijven”. Ik neem aan dat bedoeld wordt “Zelden lukte het haar in mijn buurt te zijn zonder aan me te komen” of “Zelden lukte het haar van me af te blijven als ze bij me in de buurt was”

Miekes recensie

Ook Mieke van der Weij heeft voor de NCRV-gids het boek Kus van Julien Ignacio gerecenseerd. Lees hier of haar mening overeenkomt met de meningen van bovenstaande lezers.