Wederzijds van Kees ’t Hart

'Wederzijds' van Kees 't Hart gaat over het raakt een Haags echtpaar verwikkeld in een organisatie die op onorthodoxe wijze overlast bestrijdt. Lees hier de meningen van verschillende lezers van dit boek.

Lees hier de meningen van verschillende mensen over het boek Wederzijds van Kees ’t Hart. Lijkt het u leuk om zelf ook een recensie te schrijven? U kunt u opgeven via Miekes Leesclub.

M. van den Akker

Een lerarenechtpaar, wonende in Den Haag, in een niet zo’n goede buurt, ervaart veel overlast van de buurt. Er is een leegstaande school achter hun huis , waar kunstenaars veel lawaai maken en hoge vuren stoken. Aan de voorzijde een Ziggo-kabelkastje, dat steeds beklad wordt met graffiti. Ze hebben er ter verfraaiing een bloembak op gezet en die ligt steeds vol met rotzooi .

Als de heer des huizes weer eens het kastje aan het overschilderen is, wordt hij aangesproken door een man, die zegt er iets aan te kunnen doen, zodat ze geen last meer zullen hebben van het lawaai en van de graffiti -schilders. Zonder politie en zonder politiek. Hij heeft een bedrijfje, of eigenlijk is het een club, je kunt er lid van worden. Er wordt wel verwacht, dat, als ze jou helpen, dat je er ook iets voor terug doet.

Een wederdienst. Contributie hoor je ook te betalen. De club heet Wederzijds . Ze betalen de contributie en dan gebeurt er ook wat. Er gebeurt te veel naar hun zin en er volgen geheimzinnige en duistere zaken. Ze willen naar de politie maar durven niet. Ze raken diep in de nesten. De huisman laat zich meeslepen door donkere, inkt- zwarte gedachtes. Hoe komen ze hiervan af?

Het boek ziet er leuk uit. Zwarte kaft met daarop twee spookjes, een rood duiveltje en een lichtblauw figuurtje met een kroontje. Beide met een brede grijns. De spookjes beloven wat. Het is een amusant en spannend verslag van situaties, die we allemaal wel eens zouden kunnen meemaken. En wat zouden wij dan doen?

H. W. Gleis – Wensink

Het is een verhaal over de belevenissen van een echtpaar, dat sinds 12 jaar in Den Haag woont in een mooi huis in een niet al te goede buurt. Vroeger was het een gegoede buurt, maar de meeste huizen zijn opgedeeld in appartementen. Dat van hen niet. Zij hebben de tweede verdieping verbouwd tot een Airbnb.

De man is 52 jaar, conrector op een Haags havo/vwo/gymnasium. Hij heeft decanaat, veiligheid en lesroosters in zijn pakket. De man is al jaren gescheiden, heeft een dochter van 25 en moet nog 5 jaar alimentatie aan zijn eerste vrouw betalen. Zijn tweede vrouw Wies is 35 jaar en een oud leerlinge van hem toen hij nog in Gouda les gaf. Voor het huis is een 4-baans viaduct en schuintegenover hen aan de overkant van het viaduct is een bordeel. Een paar honderd meter verderop is de Geleenstraat, een bekende Haagse hoerenstraat.

Onder hun voorraam staat een kastje van Ziggo en dat wordt telkens met graffiti beklad. De man schildert het dan weer grijs. Behalve het bekladden van dat kastje hebben ze ook last van hun buren die ’s nachts teveel lawaai maken. In een oude school, die afgebroken zal worden, houden kunstenaars feesten en bouwen dan hoge houtstapels die ze in brand steken. Ze houden dan hun hart vast of de in de buurt staande bomen niet zullen gaan branden. Ook zijn ze bang dat hun Airbnb gasten er last van zullen hebben.

Ze hebben al wel eens geklaagd bij de politie, maar die is veel te druk met andere zaken. Dan worden ze benaderd door een organisatie die Vereniging Wederzijds heet. Die naam is gekozen omdat van de leden verwacht wordt dat zij af en toe hun medewerking verlenen aan de bestrijding van de overlast. Zij gaan uit van het principe dat ze dan wraak nemen bij de familie of vrienden van de overlastgever. Er volgen allerlei verwikkelingen, die ik niet zal verklappen. Er komt een tweede organisatie in beeld die ViceVersa heet en die gaat uit van het principe dat de overlastgever persoonlijk gestraft moet worden.

Het echtpaar raakt meer en meer betrokken bij allerlei bizarre zaken of ze willen of niet. Hoe kunnen ze hier weer uitkomen?

Aanvankelijk sleurt ’t Hart je helemaal dit verhaal in. Je kunt je voorstellen dat dit in het echt zou kunnen plaatsvinden. Na driekwart van het boek kreeg ik het gevoel: kom nu maar eens op met je plot. Begon me te ergeren aan toch wel veel herhaling van zinnen als: “we moeten de politie inschakelen“(en het dan toch niet doen), Wies die alles even spannend vindt en ook steeds zegt: “haal je toch niet van alles in het hoofd“. De namen Wederzijds en Vice Versa worden erg vaak genoemd.

Het onderwerp ‘overlast op velerlei gebied’ van het boek zet je wel aan het denken. Wat zou je er zelf aan kunnen doen? Zou je het zelf ook zo aanpakken? Wel een boek waar een leesgroep zich over zou kunnen buigen, omdat bijna iedereen wel met enige vorm van deze overlast te maken heeft in zijn leven.

E. Boskaljon

Nooit eerder iets van Kees ’t Hart gelezen, na Wederzijds wil ik meer!

De spanning en dreiging in het boek maken dat het leest als een thriller, hoe loopt het af met burgers die eigen rechter gaan spelen? Willen we dat, gaat het in ons land steeds meer die kant op, hebben we geen vertrouwen meer in de rechtsstaat?

Een echtpaar, beide werkzaam in het middelbaar onderwijs, wonen in een “niet zo goede buurt”in Den Haag. Een mooi fijn huis, af en toe is er wel wat overlast. Lawaai van de straat, graffiti op het kabelkastje van Ziggo voor de deur. Maar ze willen niet als zeurderige mensen overkomen. Over het lawaai hebben ze één maal bij de politie geklaagd, als die niets onderneemt laten ze het zo. Het kabelkastje schildert de man telkens zelf weer over.

Ze worden benaderd door iemand van Wederzijds, deze organisatie biedt hulp bij overlast en af en toe zal er een tegenprestatie gevraagd worden. Terwijl ze nog niet precies weten wat het allemaal inhoudt, worden ze voor €400,- toch lid, ze willen/durven geen nee te zeggen, want ‘het is een mooi initiatief en we willen geen zeuren zijn’.

Het besmeuren van het kabelkastje stopt ook inderdaad. Hoe, door wie, dat komen ze nooit te weten. Aan Wederzijds kun je geen vragen stellen. Er worden daarna dingen van ze gevraagd die eigenlijk niet door de beugel kunnen, een nieuwe fiets verbergen in de kelder, geluidsbommen in brievenbussen doen. En nooit is het duidelijk waarom. Langzaam worden ze meegezogen en zitten ze volop in de problemen.

Als lezer vóel je dit gaat fout en je zou ze toe willen schreeuwen: Stap uit dat systeem van Wederzijds. Hou er mee op, ga naar de politie!
En ze weten het zelf ook: “We wachtten af. We lieten ons in slaap sussen. We waren naïef. Maar uiteindelijk barstte de bom.”

Een boek over een actueel onderwerp dat je wel aan het denken zet. Wat zou jij doen?

E. Mentink

Tijdens het overschilderen van de graffiti op het voor zijn het huis geplaatste kabelkastje raakt de verteller van de roman Wederzijds in gesprek met een voorbijganger die zich, net als de verteller, ergert aan de toenemende overlast in de buurt.  De voorbijganger rijkt een oplossing aan. Zonder dat hij zich van de implicaties bewust is, wordt de verteller lid van de organisatie Wederzijds. Na enige tijd blijkt dat het graffiti-probleem is opgelost door de auto’s van de ouders van de daders met graffiti te bespuiten.

Dan komt hij niet meer van Wederzijds af. Er moet worden wachtgelopen, een dure fiets worden verstopt of een geluidsbom door een brievenbus worden gegooid. Een schoolgebouw vliegt in de fik, mensen worden aangevallen. De man raakt steeds meer in paniek, bang als hij is dat de politie de vereniging en daarmee hem op het spoor komt.

Leuk aan Wederzijds is de droge toon. Het verhaal wordt verteld als een soort logboek dat de verteller bijhoudt om verantwoording af te kunnen leggen over de gebeurtenissen waar hij en zijn aanzienlijk jongere vrouw bij betrokken zijn geraakt. Grappig is ook het commentaar van de vrouw op hetgeen de verteller opschrijft. De vrouw is aanzienlijk minder zwaarmoedig dan de verteller, waardoor ook het verhaal lichtvoetiger wordt.

Door de escalatie van gebeurtenissen wordt de lezer zich bewust van de implicaties van het in eerste instantie zo redelijk lijkende oog om oog principe. Eigen rechter spelen blijkt uiteindelijk te leiden tot een escalatie van geweld. De roman is op een luchtige toon geschreven en blijft boeien tot en met het verrassende eind.

C. Langstraat

Dit boek van Kees ’t Hart is het eerste boek dat ik van hem lees. Eerlijk gezegd had ik nog nooit eerder over hem gelezen of gehoord. Wederzijds is een verslag dat de hoofdpersoon van het boek schrijft over gebeurtenissen die hem (conrector en naamloos in dit boek)en zijn vrouw Wies overkomen. Gebeurtenissen die te maken hebben met het spelen van eigen rechter in een maatschappij waarin de burgers met moeite de politie in actie krijgen als ze klagen over overlast. De hoofdpersoon en zijn vrouw worden, tegen wil en dank, meegesleurd in de “”acties”” van de vereniging Wederzijds.

Het boek leest ook wel als een thriller. Het geeft me een gevoel van “Big Brother is watching you” een beetje te vergelijken met de DDR voor de val van de muur. De hoofdpersonen laten zich meeslepen uit angst voor de consquenties. Het eind is verrassend en onvoorspelbaar. Het boek is inderdaad als een verslag geschreven en Wies leest over zijn schouder mee en verbetert hem af en toe.. Een makkelijk te lezen verhaal dat naar mijn mening soms wat overbodige details bevat.