Bart Chabot: ‘De dood stond voor mijn deur’

Schrijver Bart Chabot kreeg vierenhalfjaar geleden te horen dat hij een hersentumor heeft. Die diagnose heeft zijn leven totaal veranderd. ‘Het was de wake-upcall die ik nodig had.’

Bij binnenkomst is Bart Chabot in gedachten nog helemaal bij zijn schrijfwerk. Nog voordat hij zit, vertelt hij enthousiast over de dynamiek en de energie van de dialoog, een vorm die hij steeds beter in de vingers krijgt. ‘Conflict, spanning en wrijving kun je heel lekker verwoorden in de dialoog. Het is echt te gek!’

Bart zit en vervolgt: ‘Morgenvroeg gaan we op pad. Om kwart over acht – moet je nagaan! – moet ik me melden op de parkeerplaats van hotel Van der Valk in Vianen. Om negen uur worden we verwacht in het Radboudziekenhuis in Nijmegen, waar we met een revalidatiearts praten. En daarna filmen we een jonge vent die op zijn 24e zijn eerste hersenbloeding kreeg en zijn been niet meer kon gebruiken. Ze hebben een zendertje onder zijn huid aangebracht dat een prikkel aan de spier doorgeeft en nu kan hij weer lopen. Goed zelfs!’

We gaan het zien in de MAX-uitzending Geef om je hersenen, waaraan Bart meewerkt. Eén op de vier Nederlanders krijgt te maken met een hersenaandoening en sinds vierenhalfjaar is Bart Chabot daar een van.

Vind je het vervelend dat we het over jouw hersentumor gaan hebben?

‘Nee, het is iets wat je niet meer loslaat natuurlijk. Vandaag is het zo’n dag dat ik het ook voel. Druk, stress en dan merk ik het. Hier…’ Bart legt zijn hand op de linkerkant van zijn voorhoofd. ‘Een soort druk. Heel licht hoor. Niet te vergelijken met vierenhalfjaar geleden. Links ben ik bijna doof en ik heb ook vrij serieuze evenwichtsstoornissen. Dus ik denk er niet de hele dag aan, maar ik ben me er wel steeds van bewust.’

Is-ie stabiel?

‘Ja. In oktober 2010 heb ik een stereotactische bestraling gehad. Dan gaan er 169 gammastralen door je hersenweefsel heen. Op de plek van de tumor kruisen ze elkaar en daar veroorzaken ze een soort inferno waardoor het DNA vernietigd wordt en het groeien stopt. Het is een brughoektumor, goedaardig, maar behoorlijk groot. Zo groot als een bitterbal.

Hij drukt tegen de kleine hersenen, daar krijg je die uitval door, maar dat is niet het ergste. Hij zit ook tegen de hersenstam en daar kan je weinig hebben. Daar zitten je vitale functies; je ademhaling en je hartslag. Dus toen de diagnose eenmaal was gesteld, moest ik binnen twee maanden behandeld worden.’ ‘Achteraf heb ik het heel lang genegeerd. Ik merkte dat een klein stukje van mijn wang gevoelloos werd. Maar daar ga je niet mee naar de dokter, toch? Zie je het voor je: ach meneer Chabot, een gevoelloos plekje, en de rest van die twee meter doet het allemaal nog wél?’

Pas toen zijn gehoor aan één kant uitviel, ging Bart naar de dokter. Een ontsteking van het slakkenhuis was de diagnose. Pas later werd de juiste diagnose gesteld.

‘Ik zat op de wc en ineens werd dat hele deel van mijn hoofd gevoelloos. Ik was alleen thuis. Ik durfde niet op te staan en heb vanuit de wc mijn vrouw Yolanda gebeld. Ik dacht: ik ga gewoon de pijp uit hier. Vandaag is het voorbij, op zondagmiddag…’

‘De eerste gedachten waren over mijn kinderen. De jongsten waren toen dertien en veertien, de oudsten zeventien en negentien. Zeker de kleintjes hadden nog een vader nodig. Yolanda redt zich wel. Ze zegt zelf van niet, maar ze is een sterke vrouw, ze is arts, die redt zich wel. Voor mezelf wist ik dat ik er geen potje van had gemaakt. Vóór mijn huwelijk wel, maar daarna niet meer, dus dat was wel oké. Maar die kinderen… En ik wist ook meteen: als het een lijdensweg wordt, bekort ik de route. Ik ben niet goed in de afdeling martelaarschap.’

De medische molen. Kiezen tussen een vrij riskante operatie van zo’n twaalf uur of bestraling. Als de operatie slaagde zou de tumor weg zijn en zou Bart aan één kant doof worden.

‘Wat weet ik van neurologie? Niks! Het is ook nog eens heel complexe materie. Die artsen vertellen wat ze voor je kunnen doen en dan is het: zeg het maar, het is úw hoofd! Ik zag die operatie helemaal niet zitten. Terwijl die andere behandeling me meteen aansprak. Een soort van Star wars-iets. Je krijgt een metalen frame op je hoofd geschroefd en dan ga je zo’n torpedobuis-achtige holte in. Een soort combinatie van een torpedobuis, een droogtrommel en een vrieskist. Alsof de onderzeeër wordt gelanceerd. Wel grappig ook, hoor.’

Op dat moment niet, denk ik.

‘Ik heb er toch al die tijd wel de humor van ingezien en ik kan altijd goed relativeren. Ik kon mezelf heel snel zien als experiment.’

Wat waren je gedachten als het stil was om je heen en je zat alleen thuis in een stoel?

‘Ik dacht: je bent altijd het clowntje geweest, maar nú komt het erop aan. Eens kijken hoe het mannetje zich houdt. Hoe sterk zit je in elkaar. Ik zat behoorlijk sterk in elkaar, zo bleek. Ik kreeg iets over me van: kom maar op met die handel! Zoiets. Net als met de dood. Waarom zou ik genoegen nemen met de dood? De dood van Martin, de dood van Herman? (Barts goede vrienden Martin Bril en Herman Brood, red.) Ik leef gewoon door met ze, want ze zitten in mijn hoofd en in mijn hart. Ze zeggen alleen niet veel terug en er komen geen nieuwe avonturen bij. Maar het verhaal is niet klaar. Ben je gek. Zo kijk ik ertegenaan.’

Is de Bart vóór de tumor een andere dan de Bart erna?

‘O ja, totaal. Je maakt de balans op van je leven. Dat is in tien seconden gebeurd. Liefde staat op één. En dat is in mijn geval ons gezin, dat zat wel goed. Yolanda en ik zijn dertig jaar samen en we hebben ook nog vier jongens. Twee is vriendschappen en daar ben ik in mijn leven goed mee bedeeld geweest. Op drie en vier komt niks en op vijf komt werk.

Als je dat op één hebt gezet, ben je de klos. Is het belangrijk dat je de Nobelprijs voor literatuur wint? Ben je gek joh. Maakt niets uit! Lig je in je graf met die beker! Maar ik vond wel dat ik het in mijn werk had laten liggen. Kennelijk had ik behoefte gehad aan instant succes en bevestiging, want ik heb aan alle televisiespelletjes meegedaan. Van WakuWaku tot Dancing with the stars.’

‘Het was hartstikke leuk. Maar dat is niet genoeg in het leven. Als je je vrienden hebt begraven, pak je met pijn en moeite de draad weer op en ga je verder met je leven. Maar nu stond de dood voor mijn eigen deur! Dat was de wake-upcall die ik nodig had. Ik realiseerde me dat ik bij lange na niet uit mijn talent had gehaald wat erin zat. En dat is behoorlijk gênant.’

Dat ben je aan het inhalen?

‘Ja. Ik ga in elk geval vijf romans schrijven. De eerste, Triggerhappy, heb ik herschreven en die komt 9 mei opnieuw uit, eenderde dikker dan de eerste versie. De tweede is bijna klaar en van mijn derde roman heb ik nu 63.000 woorden. Ik heb haast gekregen natuurlijk.’

Paspoort

Naam: Bart Chabot

Geboren: 26 september 1954 in Den Haag

Woont: in Den Haag, met zijn vrouw Yolanda. Ze hebben vier zoons.

Carrière: Schrijver/dichter/performer Bart Chabot schreef tal van gedichtenbundels en boeken, waaronder een vierdelige biografie van Herman Brood en Diepere lagen, een verslag van een bestraling. In 2013 verscheen zijn debuutroman Triggerhappy. Een herziene versie verschijnt op 9 mei. In 2007 won hij de Johnny van Doornprijs voor de gesproken letteren. Bart Chabot stond in het theater met o.a. Jan Mulder, Remco Campert, Herman Brood, Jules Deelder, Martin Bril en Ronald Giphart. T/m 3 mei toert hij met Ronald Giphart in: Trio Chabot en Giphart. Januari 2016 gaat een door Bart geschreven toneelstuk over Herman Brood in première. Hij schreef in 2014 Het groot dictee der Nederlandse taal.