Calliope Tsoupaki: ‘Het begint met een ervaring, een droom’

Het viel Mieke van der Weij op dat er zo weinig werk van vrouwelijke componisten op de klassieke zender Radio 4 wordt gedraaid.

Mieke: ‘Dus toen ik iemand mocht interviewen voor de NCRV-gids, dacht ik meteen aan Calliope Tsoupaki. Ik vind haar muziek gewoon mooi.’

Mieke ontmoette Calliope Tsoupaki in het verleden weleens na een uitvoering. Nu is er gelegenheid voor een uitgebreider gesprek met de in 1963 in Piraeus geboren en in Amsterdam woonachtige componiste van hedendaagse klassieke muziek. Calliope werkt nog snel een pizzapunt naar binnen en Mieke neemt een slok van haar koude biertje. Dan kunnen we van start gaan met dit ‘duet voor twee vrouwen op de warmste dag van het jaar’.

Mieke:

‘Toen je in 1988 naar Nederland kwam om bij Louis Andriessen te gaan studeren, had je al een conservatoriumopleiding in Athene achter de rug. Zijn er veel vrouwen die compositie studeren?’

Calliope:

‘Indertijd waren er nog twee anderen.’

Mieke:

‘Dus het is nog wel een echt mannenberoep.’

Calliope:

‘Toen wel. Maar er is veel veranderd in de afgelopen decennia. Tegenwoordig studeren er veel vrouwelijke componisten aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Er is daar zelfs een vrouwelijke docent compositie!’

Mieke:

‘Jij ja, hahaha. Weet je wat me opviel? Als ik biografieën lees van vroegere vrouwelijke componisten uit vorige eeuwen, dan blijkt dat het afgelopen was met componeren zodra ze in het huwelijksbootje stapten.’

Calliope:

‘Dat klopt. Virginia Woolf heeft daar een mooi stuk over geschreven waarin ze beschrijft wat er gebeurd zou zijn als Shakespeare een zus had gehad die even getalenteerd was als haar broer. Julia, de fictieve zus, kreeg geen kans zich te ontwikkelen en moest van haar familie gaan trouwen. Ze weigerde, liep weg van huis, werd het zwarte schaap van de familie en pleegde uiteindelijk zelfmoord.’

Mieke:

‘We hebben een aantal feministische golven achter de rug en ik ben benieuwd hoe dat nu is.’

Calliope:

‘Het is voor jonge vrouwen die nu componeren toch mooi om oudere vrouwen van mijn generatie te hebben die het vak uitoefenen. Ik vond het indertijd moeilijk om in een wereld te komen die volledig werd gedomineerd door mannen. Een wereld waarin mannen zeiden dat vrouwen niet kunnen componeren. Mannen die zelf nog geen twee noten bij elkaar konden schrijven.’

Mieke:

‘Die zijn er ook?’

Calliope:

‘Toen wel. Nu kan dat niet meer gezegd worden.’

Mieke:

‘Wilde jij als kind al componist worden of kwam je daar langzamerhand achter?’

Calliope:

‘Van jongsaf aan zit dat al in mijn hoofd. Ik was als klein kind altijd aan het zingen. Ik deed beroemde kinderzangers na. Er was een Italiaanse jongen, Joselito, wiens liedjes ik precies kon nazingen. Mijn vader hield van Beethoven en had platen van al zijn symfonieën. Die zong ik ook na. Ik weet nog dat ik in de vensterbank van ons huis thema’s uit die symfonieën zong en dat iemand riep: dit kind zingt Beethoven na! Maar ik maakte ook al heel vroeg mijn eigen melodieën. Ik denk dat ik drie of vier was toen ik op de pianokruk klom en mijn eigen dingen speelde. Ik weet nog heel goed wat mijn gedachten dan waren. Ik dacht: ik maak nú een stuk waarbij ze kunnen relaxen; ik maak nú een stuk waarbij ze zich opwinden … Al mijn collega’s blijken trouwens als klein kind al bezig te zijn geweest.’

Mieke:

‘Kennelijk is die aanleg dus al heel vroeg manifest.’

Calliope:

‘Dat is zo. Maar waar mijn talent voor piano wél werd gezien – ik ben in eerste instantie piano gaan studeren – had niemand in de gaten dat ik mijn eigen stukken maakte en in de wieg gelegd was om te componeren. Als ik een jongetje was geweest hadden ze dat veel eerder opgemerkt. Maar componeren en dirigeren was in die tijd nog echt iets voor mannen.’

Mieke:

‘Ik kan me eigenlijk geen voorstelling maken van het proces van componeren. Hoor je eerst de muziek in je hoofd?’

Calliope:

‘Er is een gedachte, een idee, een gevoel dat in je opkomt en dat niet anders uitgedrukt kan worden. Je kunt het alleen uiten door muziek. Het is een andere manier van communiceren. Het begint met een ervaring, een droom … Het is iets uit een andere dimensie dat je door middel van muziek wilt doorgeven aan anderen. Dus eerst is er die impuls en daarna ga ik met de melodie en de rest aan de slag. Dan begint de worsteling.’

Mieke:

‘Beschouw je het als een soort verantwoordelijkheid of verplichting om iets met je talent te doen?’

Calliope:

‘Ik kán niet anders. Ik denk dat het gewoon een afwijking is! Hahaha!’

Mieke:

‘Ik ben echt een liefhebber van jouw muziek. Ik heb je prachtige Lukas-Passie gezien en gehoord. En ook Narcissus, muziek waarbij je geuren gebruikt. Zo bijzonder was dat! Hoe kwam je op dat idee?’

Calliope:

‘Ik ben heel geurgevoelig en bij het componeren gebruik ik vaak geuren om mij te inspireren. Parfums zijn complexe composities met verschillende geurnoten. De zogenaamde “neuzen” mengen soms wel vijftig ingrediënten tot een geur-akkoord. Narcissus heb ik met geurexpert Tanja Deurloo gemaakt. We spraken over mijn gevoel en wat er in mijn hoofd gebeurde, en zij zocht daar telkens een geur bij om me te inspireren. Ten slotte hebben we een “choreografie” gemaakt waarin werd vastgelegd welke geur op welk moment van het stuk in de zaal werd losgelaten. Niet ter decoratie, maar omdat dát de geur was die mij beïnvloed had toen ik dat deel van het stuk maakte.’

Mieke:

‘Op dit moment werk je aan een opera over Mariken van Nieumeghen. Ik heb Middeleeuwse letterkunde gestudeerd, dus dat vind ik extra leuk. Wanneer gaat-ie in première?’

Calliope:

‘In de herfst.’

Mieke:

‘Ik zie ernaar uit.’