Derk Bolt: ‘Ik ben aan dit werk verslaafd geraakt’

Al 23 jaar reist Derk Bolt de wereld af voor het programma Spoorloos. We spraken hem in Amsterdam tijdens een korte reispauze tussen Korea en Colombia. Over reizen, offers brengen en de gevaren van het vak: ‘Ja, je loopt wel risicootjes.’

Derk Bolt checkt even op zijn telefoon of zijn zoon in het vliegtuig naar Miami zit. Derk: ‘Hij doet pr in de djscene en gaat naar het International Dance Event in Miami.’ Derks dochter zit op dit moment in Sri Lanka, waar ze vrijwilligerswerk doet. Hoe kan het anders met een vader die al drieëntwintig jaar meer dan de helft van het jaar de hele wereld afreist voor Spoorloos.

Derk Bolt is gek op reizen. Als hij volgende week niet naar Colombia had gemoeten, was hij met zijn zoon meegegaan naar Miami. Hij gooit snel een latte met een extra shot espresso in de strijd tegen de jetlag, want hij is net terug na een Spoorloos-zoektocht van twee weken in Korea. ‘En zoals altijd in Korea valt dat niet mee.’

Waarom niet?

‘De taal. Het onbegrijpelijke feit dat iemand die Wi heet, ook Mi of Si of Pi kan heten. Dan heb je ook nog een tolk die “hij” en “zij” door elkaar gebruikt. En natuurlijk hadden wij een “zij” die een “hij” zocht, namelijk haar broer. Als ik begrijp op welke gegevens iets is gebaseerd, dan snap ik waarom iets niet lukt, maar ook waarom iets anders misschien wél zal lukken. In Korea krijg je dat niet onder controle. Het rare is dat het toch altijd goed komt. Dat degene die Pi, Mi, Si of Ti heet opeens als Zi voor je neus staat en dat het dan toch de goeie is.’

Hoe voel je je als het niet lukt?

‘Slecht. Dan ben ik echt chagrijnig. Terwijl ik beter zou moeten weten. Want meestal gebeurt er de eerste dagen niks. En dan ineens kom je iemand tegen die zegt: “Dat gele huisje verderop, daar heeft zo’n organisatietje in gezeten.” Loop je erheen, zit er een oud vrouwtje – maak je prachtige opnames – ze pakt nog ergens een foto vandaan … dan denk ik: wow!’

Maar je komt vast ook weleens met lege handen thuis …

‘Dat is in al die jaren maar twee keer gebeurd. Hebben we toch nog een reportage van gemaakt. Maar je wilt de mensen die hun hoop op die zoektocht gevestigd hebben niet teleurstellen. Zo simpel is het.’

Je bent de helft van het jaar voor Spoorloos op reis; woont in Amsterdam, maar je huurt in Barcelona al twintig jaar een appartement. Waar komt die drive vandaan om hier steeds maar weg te willen?

‘Vroeger wilde ik inderdaad weg. Ik vond Nederland maar een benepen landje waar voortdurend een spruitjeslucht hing. Zo langzamerhand heb ik wel door dat het overal in de wereld wel op de een of andere manier benepen is en dat Nederland reuze meevalt. Vroeger was het afzetten tegen en nu ben ik meer slachtoffer van het geheel geworden, hahaha.’

Hoezo?

‘Er komt een moment – en ik hoop natuurlijk dat dat nog héél lang duurt – dat iemand zegt: “Zou een ander dat soort dingen niet eens moeten gaan doen?” Ik kan het mensen niet kwalijk nemen als die gedachte af en toe door hun hoofd zou spelen. Maar ik ben wel een beetje aan dit werk verslaafd geraakt. Ik wil steeds op pad, een zoektocht doen. Ik zou ook dolgraag in Barcelona willen wonen.’

‘Barcelona heeft het gevoel van Amsterdam, alleen ligt het wél aan de Middellandse Zee. Maar mijn ouders leven nog en die wil ik zeker twee keer in de maand zien. Mijn kinderen wonen ook hier. Die kan ik wel over laten komen, maar dan wordt het wel een grote bende in je agenda. Omdat er zo veel speelt kan ik gewoon niet meer kiezen.’

Wat is het grootste offer dat je moet brengen voor dat steeds maar weg zijn?

‘Ik heb niet gewerkt aan een grote vriendenkring. Mijn goede vriend Henk bijvoorbeeld, als hij jarig is zijn er veertig mensen die hij allemaal kent. Dat is ook best een rijk leven. Misschien wordt dat nog wel waardevoller als je ouder wordt. Maar voor dat leven heb ik niet gekozen. Daarom ben ik blij dat ik toch een paar goede vrienden heb overgehouden. Zodat je in elk geval bij tijd en wijle kunt filosoferen en het glas heffen.’

Heeft het feit dat je geen vaste relatie hebt ook te maken met het reizen?

‘Dat heeft meer te maken met hoe ik tegenover een vaste relatie sta. Vast is leuk en ook lastig. Het is heerlijk om thuis te komen en niet verslag te hoeven doen. Meteen mijn bed in, twee uurtjes slapen. Ik weet wel, samen onder de lakens is ook fijn, maar uiteindelijk zit de een in het ene automatisme en de ander in het andere.’

‘Dan krijg je: “Schat, ik moet zo even weg, kun jij eventjes een pakje ophalen … Niet vergeten want ik heb het morgen nodig.” Dat zou mij al te veel zijn. Ik hou van mensen, maar ik hou er ook van om alleen te zijn. Ik ben eigenlijk wel een eenling. Niet obsessief en zeker niet depressief of psychiatrisch. Maar ik kies het liefst gezelschap op de tijd dat het mij schikt. Klinkt niet leuk, maar het is zo. Ik maak uiteraard een uitzondering voor de kinderen.’

Je reist bepaald niet naar de veiligste landen en steden. Wanneer wordt het voor jou spannend?

‘Wanneer ik geen controle meer heb over de situatie. Bijvoorbeeld toen we in Ghana gearresteerd werden en de geheime dienst met ons in geblindeerde auto’s het oerwoud inreed. Ik dacht: wie weet nu nog waar wij zijn? Of wanneer je vliegtuigje tachtig meter naar beneden valt in een luchtzak, zodat de stewardess tegen het plafond zit. Chauffeurs die in slaap vallen als je ‘s nachts reist … We gingen eens ergens heen met een bus en twee dagen stort diezelfde bus in een ravijn, 44 doden. Ja, je loopt wel risicootjes.’

Ik vraag me weleens af: kunnen jij en je cameraman zomaar door die Zuid- Amerikaanse sloppenwijken lopen?

‘Dat beslis je vaak op gevoel. Je vraagt aan een politieagent hoe het daar is of je vraagt aan een bewoner van de sloppenwijk wie de baas is. Dan ga je naar de baas – meestal zijn dat niet al te betrouwbaar ogende jongelui – en dan zeg je wat je wilt doen en of hij het goedvindt dat wij … en dan is het goed. Een keer had ik het niet in de gaten en liep ik per ongeluk een wijk in. Kreeg ik ook meteen een pistool tegen mijn hoofd en moest ik de camera inleveren. Pech. Maar de volgende dag een camera gehuurd en weer door.’

En net als je denkt dat je tegenover de nuchterheid zelve zit …

Is er iets speciaals wat je altijd meeneemt op reis?

‘Dit bidprentje’, zegt Bolt, terwijl hij het uit zijn portemonnee haalt. En dat voor een jongen uit een hervormd nest? ‘Jazeker. San Ramon, beschermheilige van de reizigers. Ik kocht het dertig jaar geleden tijdens mijn eerste reis naar Venezuela. Van een verkoper op een terras in Caracas. Op aandringen van een kennis die daar woonde. Hij zei: “Koop nou maar zo’n plaatje. Dat is goed voor die mensen en goed voor jou op je reis.” Ik geloofde er helemaal niks van. Maar als het nu niet in mijn portemonnee had gezeten, had ik me toch zorgen gemaakt!’

Paspoort

Naam: Derk Bolt

Geboren: 24 mei 1955 in Renkum

Privé: Woont in Amsterdam en Barcelona.

Carrière: Werkte als redacteur/verslaggever voor onder andere Met het oog op morgen, De alles is anders-show, Brandpunt en Sport op maandag. Hij presenteerde onder andere Gezellig naar de Krim, Wie was ik? en Brieven boven water, maar werd vooral bekend van Spoorloos, het programma waar hij in 1991 begon en waarvoor hij sinds 1993 de wereld afreist op zoek naar verloren familieleden. Over zijn belevenissen op reis schreef hij twee boeken: Altijd ergens anders en Groeten uit Verweggistan, dat in mei verschijnt.