Dione de Graaff: ‘Ik wil nieuwe dingen leren’

Ze werkt al ruim 25 jaar bij Studio sport, maar nu maakt Dione de Graaff een uitstapje als presentator van Het museum van Nederland. Hierin komt de echte Dione naar voren, vertelt ze. ‘Ik wil altijd iedereen erbij betrekken en zich prettig laten voelen.’

Zien de kijkers nu een andere Dione?

“Mensen die mij alleen kennen van het Sportjournaal hebben niet zo’n goed beeld van me. Daarin vertel ik het nieuws en lach ik als ik iets grappig vind. In programma’s zoals De avondetappe ben ik natuurlijk wel mezelf. De Dione in dit programma zal niet anders zijn. Mensen zien nu hooguit dat mijn interesses verder reiken dan sport. Ik houd van geschiedenis en ik heb een grote liefde voor atlassen. Al van jongs af aan zit ik daar graag met mijn neus in. Mijn vader kwam als verslaggever over de hele wereld, ik zocht dan op waar hij was. Nog steeds kan ik uren zoet zijn met een atlas. En ik houd van muziek, luisteren naar Americana en concerten bezoeken.”

Toch kwamen die interesses nog niet eerder in je werk naar voren. Waarom nu wel?

“Het voelt nu goed om verder te kijken. Om te ontdekken of ik mijn andere interesses ook in werk kan omzetten. Dat gevoel had ik tien jaar geleden minder sterk. Na al die jaren heb ik het ook nog steeds naar mijn zin bij Studio sport, anders zou ik er niet meer zitten, maar ik vind het ook leuk om nieuwe dingen te leren. Het is prettig dat we bij Studio sport elkaar zo goed kennen, maar het is ook leerzaam om een keer een team om je heen te hebben dat anders werkt, bij een programma over andere onderwerpen dan sport.”

Je overwoog ook al eens in je vaders voetsporen te treden als docent journalistiek. Wat spreekt je daarin zo aan?

“Lesgeven lijkt me gaaf. Jonge mensen enthousiast maken over dit mooie vak. Al ben ik misschien te aardig om voor de klas te staan. Met de vuist op tafel slaan past niet bij mij. Ik vond het in mijn werk ook best lang moeilijk om voor mezelf op te komen. Inmiddels heb ik ontdekt dat als ik zeg wat ik graag wil, mensen daar gewoon naar luisteren. En ik kan heus wel boos worden, maar liever vermijd ik conflicten. Misschien is te aardig zijn bij mensen op een vervolgopleiding trouwens ook niet zo’n probleem. Die zijn vast gemotiveerd om te luisteren naar je verhaal. Ja, misschien is dat wel hoe ik het roer ooit ga omgooien.”

Het hele interview leest u in de NCRV-gids van week 50. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Carlijn Schepers