Ernst Jansz: ‘Het leven is een prachtigwonder’

Muziek is en blijft de rode draad in het leven van Ernst Jansz. De oud-toetsenist van Doe Maar wordt in mei 75 jaar en staat nog steeds op het podium. In Portretten van Krabbé reist hij langs veelbetekenende plekken uit zijn leven.

Muziek speelt nog altijd een centrale rol in je leven.

“Mensen kennen mij vooral van Doe Maar, wat ik verder maakte en nog steeds maak, is voor een veel kleiner publiek. Maar ik treed nog steeds op en daar heb ik ontzettend veel plezier in. De band die mij begeleidt, is dan ook geweldig. Het zijn niet alleen fantastische muzikanten, maar ook hele leuke, lieve mensen. Tijdens corona traden we op zonder publiek, maakten livestreams zodat mensen toch een beetje het gevoel konden hebben dat ze bij een concert waren. Het album dat dat heeft opgeleverd is misschien wel het mooiste dat ik ooit gemaakt heb. Omdat we ons honderd procent konden focussen en op het spelplezier richten.”

Wat is verder de rode draad in jouw leven?

“Als kind al wond ik me op over wat mensen andere mensen kunnen aandoen. Ik hoorde dingen van mijn ouders over het verzet, ik had het boek van Anne Frank gelezen en was verliefd op haar. Ik kon er met mijn verstand niet bij: hoe konden zulke vreselijke dingen gebeuren? Ik vond meer onverdraaglijk. Zo was ik dol op vogels en bomen en als ik zag dat iemand een boom omzaagde, ging dat echt dwars door me heen. Ik maak me nog altijd druk om onrecht. Tegenwoordig meer dan ooit. Ik vind dat het helemaal de verkeerde ‘Mensen kennen mij vooral van Doe Maar, maar ik treed nog steeds op’ kant op gaat met de wereld. Het leven is een prachtig wonder, maar er wordt veel te slordig en respectloos mee omgegaan. Dat zou anders moeten en dat is een thema dat in al mijn liedjes terugkomt, al mijn leven lang. Ik wil echt zó graag dat de wereld er beter uit gaat zien.”

Hoe vind je het om dit jaar 75 te worden?

“Heel raar natuurlijk: 75, wat een leeftijd! Maar ook ontzettend leuk. Al is het wel jammer dat ik elke dag een beetje dichter bij mijn dood kom. Wat ik fijn vind nu ik ouder ben, is dat ik minder angst heb voor dingen. Ik vind mezelf leuker en maak me minder druk om wat mensen van me vinden. De laatste tijd word ik steeds meer degene die was toen ik heel jong was: iemand die nieuwsgierig is en die overal op afstapt. Ik vind het leuk om nieuwe mensen te ontmoeten, gesprekken te voeren. Daarom geniet ik er ook van meedoen met Portretten van Krabbé. En verder blijf ik natuurlijk muziek maken en optreden. Dat blijf ik doen tot ik erbij neerval.”

Het hele interview leest u in de NCRV-gids van week 15. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Lydia van der Weide