Joost Vullings: ‘Inhoudelijk vind ik Prinsjesdag niet zo bijzonder’

De derde dinsdag van september nadert weer: Prinsjesdag. Dat is voor parlementair journalist Joost Vullings een hectische dag, die hij na zijn recente overstap nu voor het eerst als politiek commentator van EenVandaag zal meemaken. ‘Ik ben nogal verslaafd aan adrenaline.’

Na twintig jaar bij de NOS stapte politiek radioverslaggever en duider Joost Vullings (48) vijf maanden geleden over naar Avrotros. Daar werkt hij nu als politiek commentator voor de actualiteitenrubriek EenVandaag, waar hij zowel op radio als op televisie te volgen is. De reden van zijn overstap: hij had nieuwe impulsen nodig. Vullings: “Ik vond mijn vorige baan leuk, maar ik werkte wel al heel lang bij de NOS. Ik was er vooral gelukkig als er verkiezingen waren. Maar wanneer de Kamer normaal draaide, raakte ik toch een beetje verveeld. Ik wilde eens wat anders.”

Jouw werkveld is hetzelfde gebleven. Waar zit de nieuwigheid hem in?

“Je kunt mijn overstap vergelijken met die van een profvoetballer die eens naar een andere club wil. Je positie in het veld verandert nauwelijks, maar je wilt gewoon eens een frisse omgeving en een cultuur waarbinnen het allemaal net iets anders gaat. Boven- dien werkte ik bij de NOS alleen voor de radio. Het enige tv-werk dat ik deed, was als gast in talkshows zoals DWDD en de laatste tijd Jinek. Bij EenVandaag ben ik nu ook onderdeel van een tv- redactie en dat is nieuw voor me. Door mijn optredens als politiek duider in talkshows heb ik het televisiewerk leren kennen en de spanning daarvan bevalt me. Ik ben nogal verslaafd aan adrenaline en hou erg van live-uitzendingen maken. Televisie heeft alleen veel meer impact. Je kunt op de radio een keer je dag niet hebben en drie minuten lang je hele bijdrage vol stotteren, en je hoort er niemand over. Als je dat op tv doet heb je daarna een erg ongelukkige week. In die zin kent televisie geen genade. Dat is niet leuk. Maar wel spannend.”

Hoe omschrijf jij jouw stijl als politiek commentator?

“Ik gebruik veel humor. Daarnaast, en dat komt ook door hoe ik als persoon in elkaar zit, probeer ik niet te veel te oordelen. Het is altijd zo makkelijk om te zeggen: ‘Die politicus functioneert niet!’ Maar ik zie het meer als mijn taak om te duiden waarom iemand doet wat hij doet. Ik laat het waardeoordeel liever aan de mensen zelf. Ik heb zowel een open houding naar mijn publiek als naar de politiek. Neem minister Blok. Hij deed afgelopen zomer opmerkelijke uitspraken. Mensen uit verschillende culturen zouden volgens hem niet vreedzaam kunnen samenleven en hij noemde Suriname een failed state. Op Twitter ging het debat over de vraag of Blok een racist is, of juist eindelijk de waarheid zegt. Dat debat laat ik lopen. Ik leg dan uit dat zulke uitspraken niet kunnen voor een minister van Buitenlandse Zaken. Dom en onhandig; want hij moet eindeloos excuses gaan aanbieden om de schade te repareren. Ik ken hem en weet dat hij af en toe erg direct uit de hoek kan komen. Meent hij dit echt of was Blok tijdens die uitspraken getergd of oververmoeid? Ik wil het verhaal erachter weten.”

Het hele interview leest u in de NCRV-gids van week 37. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ernest Marx