Joris Linssen: ‘Ik vind troost in muziek’

Joris Linssen onderzoekt in Joris zoekt troost – de nieuwe historische documentaireserie van KRO-NCRV – hoe de rouw- en uitvaartcultuur de afgelopen eeuw veranderde. ‘Als ik iets heb geleerd, is het dat het voor nabestaanden heel belangrijk is dat de naam van hun geliefden genoemd blijft worden.’

Joris zoekt troost is een populair historische serie over hoe we in Nederland omgaan met dood en rouw. Elke aflevering belicht een ander thema: stille tochten, persoonlijke rouw, rampen en publieke figuren,” aldus de presentator. “Elke aflevering gaat eigenlijk over twee dingen; het historische verhaal – de aha-erlebnis, het ‘o ja, wat verschrikkelijk was dat toen’ – en de persoonlijke getuigenissen daarbij. Ik heb bijvoorbeeld gepraat met de nabestaanden van Kerwin Duinmeijer (de vijftienjarige Antilliaanse jongen die in 1983 werd neergestoken door een skinhead, red.). Ik sprak zijn moeder, die vertelde dat hij helemaal geen Duinmeijer heet. Die achternaam komt van de familie waar hij vaak logeerde. De zoon van dit gezin was zijn beste vriend. Toen hem na de steekpartij werd gevraagd wat er was gebeurd, vertelde hij dat ‘zijn broer’ was vermoord. Waardoor Kerwin in de media dezelfde achternaam als zijn vriend kreeg. Heel begrijpelijk, want zo sterk was de band tussen die twee, maar voor de moeder van Kerwin ook moeilijk.

Als ik iets heb geleerd van deze serie, is het dat het voor nabestaanden heel belangrijk is dat de naam van hun geliefden genoemd blijft worden. Dat geeft troost. De doden van wie gehouden wordt, zullen nooit sterven. Het is moeilijk voor zijn biologische moeder dat hij onder een andere naam wordt genoemd. Aan de andere kant heb ik ook de moeder van zijn vriend gesproken. Voor haar voelt het ook alsof zij een zoon is verloren. Haar verdriet om Kerwin is nog steeds groot. Haar eigen zoon, de vriend van Kerwin, is jong overleden aan kanker. Hij is bij Kerwin in het graf begraven. Dat die twee families zo voor altijd samen zijn, heeft iets ontroerends.”

Wat raakte jou bij het maken van deze serie?

“Dat het voor nabestaanden van bekende figuren soms heel lastig is, die hele collectieve rouw om degene die zij zo lief hadden. Ik sprak de kleindochter van Toon Hermans, die vertelde dat de familie in kleine kring de dood van Toon wilde verwerken. Na zijn overlijden is hij zelfs in een anonieme stationcar van het ziekenhuis naar huis vervoerd, zodat niemand ontdekte dat hij dood was. Toon woonde bij Hilversum, maar wilde graag begraven worden in Sittard. Toen de familie daar op de dag van de begrafenis naartoe reed, bleek het toch te zijn uitgelekt. Ze werden ingehaald door straalwagens van RTL en NOS. Bij de begraafplaats zag het zwart van de mensen en hingen de fotografen in de bomen.”

Waar vind jij troost in?

 In muziek. Als ik verdrietig ben, als ik iets heftigs moet verwerken, ga ik het liefste aan de piano zitten. Ik speel en zing en voordat ik het weet is er een lied. Bijvoorbeeld toen de moeder van mijn vrouw was overleden. Zij was een bijzondere vrouw en ik vond het heel erg dat ze dood was. Een paar maanden na haar overlijden bracht ik mijn dochter op de fiets naar dansles en voelde zomaar tranen branden. Even dacht ik dat mijn ogen geïrriteerd waren, totdat ik me realiseerde dat het verdriet me overviel. In het uur dat ik op mijn dochter moest wachten, fietste ik wat doelloos en verdrietig door de stad. Opeens stond ik achter de Dom, in Utrecht, waar ik woon. Ik voelde de oude stenen van de kerk en realiseerde me dat er vijfhonderd jaar geleden op dezelfde plek misschien ook wel een dienstmeid stond te schreien. Dat gaf me zóveel troost! Rouw en verdriet is van alle tijden. Ik was niet alleen, dát gevoel. Ik ben als een malle naar huis gefietst en schreef binnen tien minuten een lied over hoe Utrecht, inmiddels toch echt míjn stad, me troostte. Dan weet je dat je ergens thuis bent. Vervolgens fietste ik als een dolle naar dansles. Ik was te natuurlijk veel te laat, maar voelde me een stuk beter.”

Het hele interview leest u in de NCRV-gids van week 47. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Deborah Ligtenberg