Patrick Lodiers: ‘Ik luister liever’

Vorig jaar verruilde Patrick Lodiers BNN voor KRO-NCRV, waar hij De reünie presenteert. Zijn fascinatie voor bijzondere verhalen komt goed van pas bij dit programma. ‘Ik stel mezelf altijd de vraag: wat zou ik doen als dit mij overkwam?’

Het water van het IJ glinstert in de laaghangende zon, terwijl pontjes en kleine vrachtschepen voorbij varen. ‘Ik kan hier uren naar kijken’, zegt Patrick Lodiers vanachter het raam van het restaurant waar het interview plaatsvindt. ‘Mijn vader was stuurman en als kind mochten mijn broer en ik vaak mee die grote schepen op. Fantastisch.’ Hij wilde zelf ook naar de Zeevaartschool, tot een leraar hem in de derde klas van de havo overtuigde deel te nemen aan het schooltoneel. ‘Dit is pas écht leuk, dacht ik. Mijn creatieve kant werd aangewakkerd. En zo ben ik uiteindelijk in de omroepwereld beland.

En zowaar als presentator bij een van de populairste KRO-programma’s! Al tien jaar scoort De reünie hoge kijk cijfers; wat is de kracht ervan?

‘De herkenbaarheid: we hebben allemaal in een klas gezeten. En in elke klas blijken mensen met verhalen te zitten. Hoe ouder de leerlingen, des te meer verhalen natuurlijk. Met een paar van die verhalen kun je een mooi tijdsbeeld maken. Ik vind het programma vooral heerlijk om te doen als het gaat over de tijd waarin ik zelf jong was: de jaren 80. Laatst kwam de ramp in 1987 met de veerboot Herald Of Free Enterprise in een aflevering voorbij; dat staat nog op mijn netvlies.’

Zelf doe je dit nu een jaar; bevalt het?

‘Enorm. Omdat het over mensen gaat. En het is niet alleen opnemen in de studio, ik mag er ook op uit om filmpjes te maken. Soms is dat in Nederland, maar vorige week zat ik in Alaska.’ Neem je liever een item op in het voormalige concentratiekamp Sobibor of bij een personal trainer in Hollywood? ‘In Sobibor, duidelijk. Een maand voordat we daar draaiden, was ik nog in Auschwitz. In dat kamp staan nog barakken en gaskamers; Sobibor is een leeg grasveld in een bos.

Een Reünieklasgenoot deed daar opgravingen en vertelde hoe de joden vanuit de trein rechtstreeks naar de gaskamers werden geleid. Binnen twee uur was iedereen dood. Ik probeerde me dat voor te stellen en het kwam keihard binnen. Dat is het mooiste aan mijn vak: ik kom op bijzondere plekken in aanraking met bijzondere mensen. Maar er moet balans in het programma zitten; niet alleen maar zware onderwerpen. En gelukkig word ik daarin gecorrigeerd, want als ik alles zou bepalen was het veel meer Sobibor.’

Waar komt die fascinatie voor zulke verhalen vandaan?

‘De vraag die ik mezelf altijd stel: wat zou ik doen als dit mij overkwam? Waar haalden de kampoverlevenden de kracht vandaan? Dat fascineert me. Ook destijds in Je zal het maar hebben en Over mijn lijk. Ondanks die vreselijke ziekte stonden deze mensen positief in het leven, zó mooi. Zal ik net zo sterk zijn als ik hoor dat ik ongeneeslijk ziek ben? Of treur ik in een hoekje? Ik denk het laatste, al heb ik ook gezien dat er een overlevingsdrang ontstaat.’

En dan leer je dat het leven een loterij is?

‘Die loterij begint al met waar je wordt geboren, dat zie je nu met de vluchtelingen. Maar iedereen heeft talenten en die moet je zien en durven gebruiken. Het is ook een kwestie van geluk. Iedereen zegt tegen mij: ‘Jij hebt makkelijk praten.’ Maar ik had het bijltje erbij neer kunnen gooien nadat ik was uitgeloot bij journalistiek en afgewezen op de toneelschool, maar deed dat niet.’

Van wie heb jij dat?

‘Van mijn moeder, denk ik. Die was Montessori-juffrouw en een van de basisregels daar is: leer het mij zelf doen. En dat is me op het lijf geschreven.’

Geef je die basisregel nu mee aan je zoontjes?

‘Een beetje, je kijkt ook naar het kind. Ik maak ze spelenderwijs wereldwijs en voed ze zo open mogelijk op. In Vlissingen had ik een fantastische jeugd; ik werd nergens in belemmerd, alles kon. Op school was ik een aandachtvrager en zat volle gekke plannen die ik realiseerde. Thuis was iedereen welkom, altijd spelen met vriendjes, opa en oma woonden om de hoek. Ik probeer dat zo goed mogelijk te kopiëren voor mijn zoons, ook al wonen ze in Amsterdam. We zitten veel met ze in Zeeland en ze houden enorm van water, dus dat zit goed. Ik kan niet wachten ze iets van de wereld te laten zien, vooral Afrika. Toen ik nog geen tv-persoonlijkheid was, reisde ik privé vaak. Ik heb toen veel geleerd over andere culturen en mensen.

Volgens je omgeving laat je hen honderduit vertellen, maar ben je zelf een gesloten ‘oester’.

‘Mijn eigen verhaal ken ik, van andere verhalen kun je leren. Daarom luister ik liever. Mijn omgeving weet echt wel hoe het met me gaat en als er iets is, zal ik dat vertellen.’

Wat zou jouw verhaal in De reünie zijn? Of heeft Patrick Lodiers nooit iets ergs meegemaakt?

‘Waarom denk je dat ik stopte met Over mijn lijk? In vier jaar tijd stond ik negen keer bij een uitvaart van een jong iemand die ik inmiddels goed kende. Het raakte me enorm. Het was niet de eerste confrontatie met mezelf, maar om nu mijn verleden op te rakelen … Kijk, ik heb door mijn programma’s enorm leren relativeren. Niet dat ik alles weg relativeer, want daar word je enorm vlak van, maar het leven draait enkel om gezondheid en liefde.’

In jouw geval fijn dat die liefde een psychologe is die goed kan luisteren?

‘Mijn vriendin hoeft geen vragen te stellen. Ze zag ook meteen aan me dat ik erdoorheen zat bij Over mijn lijk. Zij kan me lezen. Maar het is geen dik boek, hoor. Een dun mapje.’

Eigenlijk ben je net als je vader stuurman geworden: je hebt aan het roer van een omroep gestaan!

‘Haha, ze noemden mij bij BNN de grote roerganger. Ik was meer het boegbeeld, om in nautische termen te blijven. En gaf een beetje richting. Het was geen ambitie, ik werd naar voren geschoven. Maar ik heb veel geleerd, onder andere dat ik mensen kan enthousiasmeren. Mijn vader is voor zijn kinderen aan wal gekomen, achteraf was dat geen goede keuze. Hij had eigenlijk moeten blijven varen. De zee was echt zijn roeping.’

Zou jij zo’n offer kunnen brengen? Ondanks het besmettingsgevaar voor je gezin wilde je in Afrika Ebola- patiënten bezoeken. De redactie hield je tegen.

‘Omdat dan iedereen in quarantaine moest. Maar ik wil kijkers graag bewust maken en soms moet je dan een stapje verder gaan. Net als laatst bij de vluchtelingenreportage die ik maakte voor De grens bereikt. Iedereen praat in die uitzending over vluchtelingen, ik wil met ze praten en reis mee in de trein van Boedapest naar München. Ook toen stelde ik me de vraag: stel dat ik moet vluchten?’

Is de romantiek van dergelijke journalistiek te vergelijken met die van het varen?

‘Nee, helaas. Ik zie veel van de wereld, maar de échte romantiek is voor mij die grote leegte van de oceaan. Ik zoek nu in mijn werk contact met mensen, ‘zeeman zijn’ is het andere uiterste. Daarbij ben je aangewezen op jezelf. Hoe is het om ’s nachts in je eentje op de brug van een groot containerschip te staan? Waar kijk je naar? Waar denk je aan? Het lijkt me geweldig, maar dat beroep past niet bij mijn andere kant van aandachtvrager.’

Paspoort

Naam: Patrick Emanuel Martinus Lodiers

Geboren: 25 oktober 1971, Vlissingen

Privésituatie: Woont samen, heeft twee zoons: Otis (3) en Toots (2)

Carrière: Wilde aanvankelijk naar de Zeevaartschool (zijn vader was stuurman), maar ontdekte op de middelbare school het toneel. Werd afgewezen voor Nederlandse Toneel- en Filmacademies, uitgeloot voor Journalistiek en belandde uiteindelijk op de Filmacademie in Brussel. Maakte bij BNN, waar hij ook voorzitter was, de programma’s De lama’s, Over mijn lijk (Gouden Beeld) en De grote donorshow (Emmy Award). In 2014 stapte Lodiers over naar de KRO-NCRV en presenteert daar nu De reünie.