Philip Freriks: ‘Aandacht is het mooiste dat je kunt krijgen’

December, dat is Kerstmis én Philip Freriks. Hij presenteert niet alleen vijf dagen per week een nieuwe reeks van NCRV’s De slimste mens, maar ook de jubileumeditie van Het groot dictee der Nederlandse taal. ‘Een leuke traditie’, die hij vijfentwintig jaar geleden zélf introduceerde in Nederland.

Als hij zijn overjas uittrekt komt er een grijs kostuum tevoorschijn. Alleen de das en overhemd ontbreken, anders had Philip Freriks op deze druilerige maandagmiddag zó De slimste mens kunnen presenteren. Of Het groot dictee der Nederlandse taal, het jaarlijkse feestje voor taalliefhebbers dat hij zelf, naar Frans voorbeeld, vijfentwintig jaar geleden in Nederland heeft geïntroduceerd.

We ontmoeten elkaar in de bar van het Amstelhotel, waar hij tussen de laatste voorbereidingen door wel even reclame wil maken voor ‘zijn’ programma. “Dat hoort erbij.” Want ook al praten we over een instituut dat stevig verankerd lijkt in de televisieprogrammering van de feestmaand, of er een volgende editie komt van Het groot dictee is elk jaar weer onzeker. “Alles draait om de kijkcijfers”, beklemtoont hij. “Als de kijkdichtheid hoog is, komt er een vervolg, anders niet. Scoren of niet scoren, zo simpel is het.

Vorig jaar werd het programma goed bekeken, maar hoe zeg je dat ook alweer: behaalde winsten bieden geen garantie voor de toekomst. Als mensen ineens massaal besluiten: dat dictee hebben we nu wel gezien, is het snel afgelopen met die leuke traditie, waarover Bart Chabot ooit zei: ‘December, dat is Het groot dictee en Kerstmis’.”

Chabot schrijft dit jaar de tekst en heeft beloofd dat er geen woord onbegrijpelijk Nederlands in zal staan. “Mensen waren vorig jaar boos op Kees van Kooten omdat hij het dictee te moeilijk had gemaakt”, brengt Freriks in herinnering. “Van Kooten verwerkte in zijn tekst niet alleen spellingsfouten, maar ook grammaticale missers, die deelnemers moesten herkennen. Het was zijn kruistocht tegen misbruik van de taal en taalverloedering.”

Bemoeit de redactie zich van tevoren met de ideeën van de auteur over de tekst?

“Er wordt wel iets afgesproken, maar dat is marginaal. De auteur bepaalt de invalshoek en schrijft het verhaal. En wij gaan daaraan niet morrelen. We vonden het vorig jaar een leuk idee om ook op grammatica te letten en hebben Van Kooten de gelegenheid gegeven om zijn punt te maken. Dat heeft geleid tot heftige discussies, maar aandacht is het mooiste dat je kunt krijgen.”

“Deelnemers zijn trouwens altijd verontwaardigd omdat ze het moeilijk vonden. Het dictee is elk jaar weer een confrontatie met jezelf, omdat je meer fouten blijkt te hebben gemaakt dan je verwachtte. En dat ligt dan niet aan jou, maar aan de auteur. Mensen klaagden over de tekst bij Kristien Hemmerechts, Tommy Wieringa, Arnon Grunberg en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ze maken zich er druk over – en dat is prima.”

Tegenpool

De keuze voor Bart Chabot heeft dus niks te maken met zijn verontwaardiging over de lastige tekst van vorig jaar?
“Nee, de keuze voor Chabot was al gemaakt vóór de uitzending van vorig jaar. Chabot is bij een van de eerste edities ingevallen voor een deelnemer die afviel. Chabot woont in Den Haag, om de hoek van de Eerste Kamer (de locatie van het dictee, red.), en de redactie heeft hem gevraagd of hij meteen kon komen. Als beloning mocht hij elk jaar meedoen. Vervolgens hebben we gezegd dat als íemand in aanmerking komt voor het schrijven van het 25e dictee, hij het is. Dat Bart vond dat Kees het te bont had gemaakt en daarom nu graag zijn tegenpool wil zijn, staat daar los van. En ik geef evenveel om Kees als om Bart, om het zo maar te zeggen.”

Wordt u zelf wel eens gevraagd voor quizzen of tv-spelletjes? Waarom zien we u eigenlijk nooit in de rol van kandidaat?

“Ik vrees dat ik weinig zou bakken van een quiz als De slimste mens. Je moet enorm alert zijn, terwijl ik nogal eens secundair reageer. En net als veel leeftijdgenoten heb ik moeite met namen: hoe-heet-ie nou ook alweer? Het hangt ergens, maar dan is het al te laat. Ik moet ook eerlijk bekennen dat er vaak dingen voorbijkomen waarvan ik denk: waar gaat dit in hemelsnaam over? Er worden vragen gesteld over showbizz en Amerikaanse popsterren waarvan ik nog nooit heb gehoord. Met Maarten van Rossem (jurylid van De slimste mens) heb ik het er wel eens over dat dergelijke onderwerpen niet aansluiten bij onze generatie.”

Sowieso wordt hij zelden ergens voor gevraagd, realiseert hij zich. “Destijds, als gezicht van het achtuurjournaal, vond ik het ongepast om allerlei dingetjes ernaast te doen. Ik zei vaak nee, meestal zonder overleg met de hoofdredacteur, wiens beleid op dat vlak ik volledig onderschreef. Nu is er kennelijk minder behoefte aan mijn bijdrage.” Met enige spijt in zijn stem vertelt hij over de reisverhalen die hij een tijdje schreef voor bladen. “Ik ben naar Cuba geweest, waar ik Hemingway volgde. Dat was ontzettend leuk. Of ik wandelde door Parijs in de voetsporen van Drs. P of componist Jacques Offenbach. Maar ineens komen er dan geen opdrachten meer. Misschien schrijf ik niet leuk genoeg of zijn mijn verhalen te hoogdravend. Ik heb geen idee wat de reden is: ik ga er niet achteraan jagen. Het is graag of niet.”

Als u moest kiezen tussen schrijven of televisie maken, wat wordt het dan?

“Het aardige is dat ik het allebei kan doen, en daarin heb ik ontzettend veel plezier. Als er iets afvalt, vind ik dat jammer, maar ik blijf wel dingen schrijven die ik leuk vind. Zo spreek ik geregeld een radiocolumn in voor het VPRO-programma OVT, op zondagochtend. Dat ik nu overwegend televisie doe is ook een praktische keuze. Bij bladen is de spoeling dun en verhalen schrijven kost ontzettend veel tijd, terwijl het weinig oplevert. Maar als een hoofdredacteur of programmamaker mij naar verre oorden wil sturen voor reisproducties, zou ik meteen gaan.”

Bijna vijftig jaar geleden bent u naar Parijs vertrokken, waar u nog altijd woont met uw Franse echtgenote. Ziet u haar nog wel eens, als u voor twee programma’s opnames hebt in Nederland, zoals nu voor Het groot dictee én De slimste mens?

“Ik zit hier nu bijna twee maanden achter elkaar, tot aan de vooravond van Kerstmis. Dan is het toch prettig dat we een optrekje hebben in Amsterdam, en dat mijn vrouw ook hier is.” Zijn vrouw schildert en exposeert wel eens, vertelt hij. “Maar ze is uiterst bescheiden en vindt het aanmatigend om te zeggen dat ze kunstenares is. Ze heeft ook geen atelier. Ze werkt gewoon thuis, aan de keukentafel, zal ik maar zeggen.”

Paspoort

Naam: Philip Freriks

Geboren: 1944 Utrecht

Opleiding: Instituut voor Politieke Wetenschappen, Parijs

Woont: In Parijs met echtgenote Lili Freriks. Ze hebben een zoon.

Loopbaan: Vertrekt in 1966 naar Parijs en wordt in 1971 correspondent voor Het Parool. Van 1974 tot en met 1977 werkt hij bij Achter het nieuws en Haagsche kringen en is daarnaast correspondent in Nederland voor Le Monde. Na terugkeer in Parijs wordt Freriks correspondent voor Het Parool, NOS, de Volkskrant. Presenteert Lopend vuur en introduceert het televisiedictee, dat populair is in Frankrijk, in Nederland: Het groot dictee der Nederlandse taal. Ook presenteert hij De nationale bijbeltest, biografieprogramma Profiel, veertien jaar lang het NOS-achtuurjournaal en sinds 2012 de NCRV-quiz De slimste mens. Hij is in 2012 verteller bij The passion in 2012 en maakt (in 2014) samen met oud-weerman Erwin Kroll de serie Lekker weertje voor omroep MAX.

Boeken: Freriks schreef Neem nou Parijs. Hij publiceerde het kunstboek voor kinderen De schilders van Parijs en Jantje. Hij schreef en trad op met tekstmuziekprogramma Ik herinner me en Gare du Nord.