Tom Kleijn: ‘Ik wil nog steeds op avontuur’

In zijn programma Na de klap reist journalist Tom Kleijn naar plekken waar een ramp is gebeurd en spreekt jaren na dato met de mensen die erdoor getroffen zijn.

 

Kost het dan moeite om jouw eigen emoties te bedwingen?

“Nee. Zo gedeformeerd ben ik inmiddels wel. Maar ik merkte wel dat ik twee of drie keer deed wat ik voorheen als verslaggever nooit zou hebben gedaan: op een gegeven moment omhelsde ik die vader. Ja, jeetje, we stonden daar bij de restanten van die brug, hij had een bosje bloemen bij zich en hij begon weer te huilen. Als mens leg ik dan wel even mijn arm om zijn schouder. Mijn rol in deze reportages ging sowieso wat verder dan voorheen als ‘gewone’ verslaggever. De mensen gaven me echt even toegang tot hun bestaan.”

Hoe krijg je dat voor elkaar?

“Vooraf goede research doen scheelt. Maar toch ook door gewoon heel open en vriendelijk met die mensen om te gaan. Niet van: ik ben een journalist uit Nederland en ik kom eens even snel een verhaal halen. Het draait ook om tijd en aandacht.”

Waarom doe je dit werk eigenlijk?

“Ik ben begonnen uit nieuwsgierigheid. Als ik enge verhalen hoorde over Saddam Hoessein of Afghanistan dacht ik: dat wil ik dan weleens met eigen ogen zien. Eropaf! Je kunt vanaf een bureau in Hilversum eindeloos bedenken hoe de wereld in elkaar zit, maar ik vind: je moet er naartoe en met de mensen praten. Ik wil hun verhalen horen en doorvertellen. Maar mijn hang naar avontuur speelt minstens zo’n grote rol. Ik kom uit Schagen, een klein dorp in Noord-Holland. En toen ik achttien jaar was, wilde ik de wijde wereld in. Dat gevoel is nooit weggegaan. Ik ben nu vijftig en wil nog steeds op avontuur.”

Welke plekken zou je nog willen bezoeken voor een vervolgreeks van ‘Na de klap’?

“Wat er nu niet in zit zijn terreuraanslagen zoals in Bataclan of de bomaanslag op Brussel Airport. Daar kunnen we zeker nog wat mee. Of met vuurwapengeweld op Amerikaanse scholen. Er zijn nog zoveel mogelijkheden voor Na de klap. Ik ben sowieso al heel trots op deze eerste reeks. Na alle jaren dat ik dit werk doe, verbaast het me toch elke keer weer hoe bijzonder de gewone mensen zijn die ik tegenkom. Mensen die je normaal gesproken zomaar voorbij zou lopen op straat, blijken zoiets dramatisch te hebben meegemaakt. Het blijft mooi dat ik met hen, waar ook ter wereld, en connectie kan maken en dat zij hun verhaal met mij willen delen.”

Het hele interview leest u in de NCRV-gids van week 13. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ernest Marx