Waldemar Torenstra: ‘In mijn werk en leven zoek in naar wat goed voelt’

Hij speelt de jonge De Cock in Baantjer: het begin, over de jaren 80 in Amsterdam Waldemar Torenstra ook geboren, als kind van hippieouders. ‘Mijn maatschappelijke betrokkenheid kreeg ik van hen.

Je noemde jezelf ooit een ‘hippiekind’. Hoe zag je jeugd eruit?

“Mijn vader woonde halverwege de jaren 70 in een pand op de Herengracht, in een commune-achtige leefgemeenschap. Zijn ex-vrouw leefde er ook, samen met mijn broer en zus. Mijn vader had inmiddels een nieuwe vrouw, met wie hij mij kreeg. Hij had toen net de poptempels Paradiso en Fantasio opgezet. Hij was een echte hippie. Zo iemand die mijn zus en broer naar school bracht in een grote open auto met een fluwelen pak aan.”

Welke normen en waarden kreeg je thuis mee?

“Na de hippieperiode gingen mijn ouders de antroposofie in. Daar pikte ik ook denkbeelden van op. Ik ging naar een vrije school en leerde het belang van worden wie je bent. Dat je hoofd, hart én handen belangrijk zijn. We leerden door te denken, te voelen en te doen. Ik ben mijn ouders heel dankbaar voor mijn opvoeding. Want hoewel het door alle verhuizingen geen stabiele omgeving was, voelde ik me thuis veilig. En ze hebben me veel verschillende plekken laten zien. Mijn ouders lieten me ook vrij. Toen ik stopte met mijn studie economie en naar de toneelschool ging – omdat daar wat vrienden gingen studeren – dachten zij vast: wat moet die jongen daar? Maar ze bleven me steunen.”

Ben je per ongeluk acteur geworden?

“Ik denk het. Al besefte ik later dat ik op de lagere school het gelukkigst was toen ik in de eerste klas Franciscus mocht spelen in een toneelstukje. Ik had gewoon nooit verwacht dat ik acteur zou worden. Het was niet zo dat ik op mijn zestiende graag in een soap wilde acteren of zo. Ik was meer een sporter en bovendien stotterde ik heel erg. Uiteindelijk ben ik heel blij met mijn keuze. Ik vind het leuk om verhalen te vertellen en dat doe ik als acteur en soms als presentator. In mijn werk en leven zoek ik naar wat goed voelt. Waar gaat mijn hart sneller van kloppen? Dat kreeg ik ook mee in mijn opvoeding.”

Het hele interview leest u in de NCRV-gids van week 5. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Carlijn Schepers