Yvette van Boven: ‘Eigenlijk ben ik een enorme kluizenaar’

De nieuwe Jamie Oliver, zo noemt Teun van de Keuken Yvette van Boven. Teun en Yvette gaan in gesprek over de ontspanning van koken, het opvoeden van kijkers én kinderen en de passie voor het schrijven van kookboeken.

Teun:

‘Jaren geleden ontmoetten wij elkaar en toen zei ik tegen je dat je een televisieprogramma moest maken. Ik wilde dat graag met je doen. Maar je was toen al in gesprek met anderen.’

Yvette:

‘Dat is waar. Uiteindelijk heb ik dat ook niet gedaan. Het voelde niet goed en ik lag nachten wakker door de gedachte dat ik met mijn gezicht op televisie moest. Ik wilde dat helemaal niet. Ik waak ervoor een clowntje te worden en almaar hetzelfde kunstje te moeten doen. Dat vind ik niet interessant. Ik ben juist op zoek naar nieuwe uitdagingen. Presenteren is een uitdaging die ik nu wel wil aangaan. Met de makers van Koken met Van Boven zat ik direct op één lijn. We hadden veel lol, waardoor ik zeker wist dat het alleen maar leuk kon worden. Eigenlijk doe ik dit vooral voor mijzelf.’

Teun:

‘Met jouw Home made-kookboeken leer je mensen hoe ze dingen zelf kunnen maken: van kaas tot een rookoventje. Je haalt de angst weg dat koken moeilijk is. In je programma ga je nog wat verder door de kijkers mee te nemen en te laten zien waar producten vandaan komen. Vind je dat je een pedagogische taak hebt?’

Yvette:

‘Het gekke is dat ik altijd zeg van niet, maar eigenlijk is het wel zo. Ik merk dat ik in mijn recepten soms expres een ingrediënt toevoeg dat lezers niet kennen of een beetje eng vinden. Dat is het recalcitrante in mij, maar ik vind ook dat ze het moeten leren. Voor mij is het zo volstrekt normaal om bijvoorbeeld kikkererwten te eten of zelf kaas te maken. Mijn moeder deed dat ook al, ik ben er echt mee opgegroeid. Het is ook gewoon leuk. Dus ik zie het wel als mijn taak om meer achtergrond te geven bij eten. Maar ik ga niet zulke kritische vragen stellen zoals jij doet bij Keuringsdienst van waarde. In Koken met Van Boven neem ik de kijkers mee naar de verschillende producenten in ons land en vertel ik ze waar bepaalde ingrediënten vandaan komen. Maar uiteindelijk ga ik ook de keuken in om te laten zien wat je er dan mee kan. Het is wel een kookprogramma.’

Teun:

‘Ze zeggen weleens dat we in Nederland culinair achteruithollen. Maar als ik het vergelijk met mijn jeugd, toen ik voor mijn moeder naar de andere kant van Amsterdam moest fietsen om paprika’s te kopen, is het nu echt veel beter. Aan de andere kant besteedt de Nederlander gemiddeld maar zeventien minuten aan het koken van het avondeten …’

Yvette:

‘Ik vind dat écht raar. Voor mij is koken een moment van rust. Zelfs als ik de hele dag in de keuken heb gestaan om recepten te testen voor werk, pak ik aan het eind van de dag opnieuw de pannen uit de kast om het avondeten te maken. Dat is toch anders. Dan ben ik echt alleen met koken bezig. Ik begrijp niet dat anderen dat niet hebben.’

Teun:

‘Ik herken het wel. Koken is voor mij ook een moment van ontspanning. Soms kook ik zelfs twee keer op een avond: eerst voor mijn kinderen en daarna voor mijn vrouw en mij. Mijn grootste falen in het leven is dat het me nog niet is gelukt mijn kinderen nieuwsgierig te maken naar eten. Het liefst hebben ze iets dat nergens naar smaakt. Dus als ik even geen zin heb in gezeur, maak ik een grote pan spaghetti voor ze. Wel vol groenten zodat het gezond is. Daarna legt mijn vrouw ze in bed en maak ik ondertussen iets lekkers voor ons twee. Het enige waar ik mij nog aan vasthoud, is dat ik ook bijna niets at tot mijn achttiende. Pas daarna ben ik mij gaan interesseren in koken.’

Yvette:

‘Ik ben echt opgegroeid in de keuken. Mijn moeder werkte en had niet altijd zin om ’s avonds het eten klaar te maken. Ik vond koken toen al leuk, dus vaak kookte ik thuis. Ik wilde naar de koksschool, maar mijn ouders vonden dat ik beter kon en naar de kunstacademie moest. Dat heb ik gedaan, maar daarnaast heb ik altijd in de horeca gewerkt als kok. Toen ik klaar was met studeren en een ontwerpbureau begon met mijn zus, ging ik het koken ontzettend missen. Uiteindelijk ben ik gestopt als architect en begonnen als food stylist. Daarna werd ik cateraar, begon ik mijn eigen restaurant en uiteindelijk ben ik mijn eerste kookboek gaan schrijven dat ik ook illustreerde. Hierin is alles samengekomen. Ook in de boeken die volgden. Misschien ga ik ooit nog wel iets heel anders doen. Ik weet het niet. Er komen altijd leuke, onverwachte dingen op mijn pad. Ik wil in ieder geval nog een boek schrijven. Dat vind ik het leukste om te doen, omdat ik dat helemaal zelf kan doen. Eigenlijk ben ik een enorme kluizenaar.’

Teun:

‘Ik zie jou ook wel je boeltje oppakken en vertrekken…’

Yvette:

‘Ik wil dolgraag weg, maar mijn man niet. Ik ben geboren in Ierland en de helft van het jaar verblijf ik in Parijs. Mijn hart ligt op veel meer plekken dan hier, dus ik heb niet het gevoel dat ik per se moet blijven. Maar we zien het wel. Ondertussen geniet ik volop van alles dat wel lukt. Je weet nooit wanneer het voorbij is.’