Recensie van Hazer van Jeroen Thijssen

Mieke van der Weij recenseert het boek 'Hazer' van Jeroen Thijssen. Hierin gaat een jonge jongen in een kraakpand (de Hazer) wonen in Haarlem en voegt zich bij de krakersgemeenschap van de Hazer. Lees hier haar mening over dit boek van Jeroen Thijssen.

Hazer ***

In zijn vorige roman, Solitude, ontdekten twee broers, krakers in Haarlem, een archief dat ze op het spoor zette van hun familiegeschiedenis, die in Indonesië bleek te liggen. In Hazer is de hoofdpersoon ook een Haarlemse kraker. Je zou bijna denken dat Jeroen Thijssen zelf kraker in Haarlem is geweest. Ook zijn leeftijd komt overeen met die van de hoofdpersoon, Rogi. Eigenlijk Rogier.

Het is 1978. Het kraakpand waar Rogi terechtkomt heet Hazer, een voormalig politiebureau. Hij is nog erg jong, 17, maar zijn ouders, “hippies”, verkassen naar Ierland. “We moeten weg uit dit land, dat snap je toch wel? De revolutie is dood. En dan blijven de patjepeeërs over.”

Rogi studeert Nederlands in Amsterdam, maar zijn echte leven speelt zich af in de Hazer, te midden van een bont gezelschap van maatschappijhaters, die evenwel niet te beroerd zijn om een uitkering in ontvangst te nemen. Onbetwiste en onbenoemde leider is Kraay, een knoestige reus die er arbeideristische idealen op nahoudt, jenever drinkt, en heult met groeperingen als de RAF en de IRA. Huwelijk, televisie – het is uiteraard allemaal burgerlijk en de vrijgevochten Tanja, met wie Rogi iets begint, neemt er steeds meer bedmaatjes bij. Dat de sukkelige Rogi toch opklimt in de krakershiërarchie, komt omdat hij kan klussen. Dat heeft hij van zijn opa geleerd.

Het boek geeft een heerlijk tijdsbeeld: de klassenstrijd, de internationale revolutie, de hanenkammen, de opruiende stencils, gruizige punkbands – het is er allemaal. De No Future generatie. Natuurlijk gaan de bewoners gezamenlijk naar Amsterdam om mee te doen aan de rellen in de Vondelstraat en ook op Kroningsdag 1980 – “Geen woning geen kroning” – zijn ze van de partij.

Diep in zijn hart is Rogi een burgerman maar hij voelt ook woede “De woningnood […], de werkloosheid […], de manier waarop de regering kwijlend naar haar boekhouding keek, ook de PvdA, en hun welzijn, én dat van ouderen, én dat van de derde wereld, aan de zegekar van het kapitalisme had gebonden.” Dus hij doet mee, gooit stenen naar de ME.

Had Thijssen het daar maar bij gelaten. Een goed verhaal vertellen kan hij zeker. Maar hij probeert de maatschappelijke worstelingen van Rogi in verband te brengen met het verleden van zijn familie. Zijn ouders lieten hem aan zijn lot over, daarom zoekt hij een nieuwe familie in de Hazer. Maar hoe komt het dat zijn moeder zo raar doet en in Ierland aan de drank raakt? Heeft dat met zijn grootouders te maken? Het geeft het boek iets kunstmatigs. Bovendien zijn de uiteindelijke verklaringen nogal simpel. Met stukjes en beetjes krijgt hij de “waarheid” te horen tijdens bezoekjes aan zijn knorrige oma.

Wat blijkt? Niemand is een held. Het verhaal van zijn opa blijkt niet te kloppen. Zijn ouders zijn teleurgesteld vertrokken en de krakersidealen van de Hazer worden langzaam maar zeker prijsgegeven. Uiteindelijk stemt de meerderheid van de bewoners ermee in om de gemeente Haarlem als huisbaas te accepteren.

Een roman over teloorgegane idealen en verlies van onschuld. Vrolijk word je er niet van.

Volgende week

bespreekt Mieke Liefde in Pangea van Tessa de Loo.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek Audrey & Anne gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.