Mieke recenseert De bloemen van Jan Siebelink

Op de achtergrond vertellen de bloemen en planten in Siebelinks boeken hun eigen verhaal. De schrijver selecteerde zelf de fragmenten in dit herbarium.

De bloemen van Jan Siebelink ***

Die lieve ouwe ijdeltuit Jan Siebelink. Tachtig is hij geworden en de uitgeverij geeft hem een verrukkelijk verjaardagscadeautje met dit boek. Dat is ze geraden ook, want het succes van Knielen op een bed violen heeft ze zoveel opgeleverd dat er bij aankoop van een aanpalend pand gekscherend werd gesproken over ‘de vleugel van Siebelink’. In dat pand werd het feest enthousiast gevierd met vele erudiete en geestige sprekers (Rosita Steenbeek, Kester Freriks e.v.a.) en een geweldige etage-taart die helemaal volgeprikt was met eetbare bloemen. De jarige zag er als vanouds uit als een dandy, met een geweldig pak en dito schoenen. Hoera!

Dat planten een belangrijke rol in zijn oeuvre innemen, is voor de doorgewinterde Siebelink-lezer geen nieuws. Sterker nog: het is misschien wel ‘de ziel van mijn schrijverschap’, zoals hij zelf zegt, ‘Ze horen vanzelfsprekend bij het decor dat ik optrek bij mijn verhaal. Ik bedenk ze niet, ze dringen zich niet op, ze zijn er gewoon.’

Al vanaf zijn eerste verhaal ‘Witte chrysanten’ (uit de bundel Nachtschade) spelen bloemen en planten een rol, daarin beschrijft hij hoe zijn vader witte chrysanten wilde verkopen aan een winkelier, maar grof geweigerd werd. ‘Dat gevoel van machteloosheid is me altijd bijgebleven.’

De bloemen van Jan Siebelink zijn alfabetisch gerangschikt. We beginnen met de aalbessenstruik en eindigen met de zwaardlelie. Het grootste deel bestaat uit korte of langere citaten uit de boeken, waar de desbetreffende plant in voorkomt. Dus het is geen nieuwe roman, Jan is slechts in zijn eigen oeuvre gedoken. Wel heeft hij er een twintigtal nieuwe stukken bijgeschreven die verspreid zijn door het boek. Liefhebbers van zijn werk zullen er ongetwijfeld veel aan beleven. Natuurlijk wist je wel dat het plantenrijk veelvuldig langskwam, maar nu kun je zien dat dat dus heel consequent het geval was, vanaf zijn debuut. Dat bed violen kwam niet uit de lucht vallen. En wat schrijft hij mooi zintuiglijk over al dat groen: ‘Met haar wijsvinger gleed ze omzichtig over die fluwelen, zachtbehaarde binnenzijde. Ze leek met olie bestreken. Haar vingers plakten een beetje.’ Dit gaat over een gloxinia, hè?

Het boek is geweldig vormgegeven, het is een lust om er doorheen te bladeren, prachtige tekeningen nemen de helft van de pagina’s in beslag. Zo is het een soort koffietafelboek geworden, of een boek voor naast je bed. Arthur Japin heeft ook eens zo’n soort boek gemaakt, Kussenboek, met uitspraken uit zijn oeuvre, gerangschikt op thema’s als liefde of verdriet.

Een groot voordeel is dat je er ook nog wat van opsteekt, zoals dat sleutelbloemen twee keer per jaar bloeien, dat het blad van de primula huidirritaties veroorzaakt, en dat de lichtpaarse variant van de lathyrus het lekkerst ruikt. Er staan zelfs tips in als zoals bij die lathyrus odoratus: het zaad eerst een uur laten weken. Dat geeft snellere ontkieming. Daar ga ik mijn voordeel mee doen!

Volgende week

bespreekt Mieke De kiezers van Jonathan Dee.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek De bloemen van Jan Siebelink gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.