Mieke recenseert Harnas van Hansaplast van Charlotte Mutsaers

Bij het leegruimen van het huis van haar overleden broer treft de schrijver een mannetje van Hansaplast aan, met daaronder de hartverscheurende tekst: ‘IK’.

Harnas van Hansaplast ****

Een leven van een gezin beschrijven aan de hand van spullen die je aantreft in het ouderlijk huis: het is eerder gedaan. Zo herinner ik me het mooie Gesloten huis van Nicolaas Matsier waarin hij met behulp van breinaalden of een brillenkoker zijn overleden moeder – en daarmee zijn jeugd – weer oproept.

Ook Charlotte Mutsaers moet na de dood van haar enige broer met haar zus aan de slag in het huis waar ze opgegroeid zijn, in de binnenstad van Utrecht. Volgens de schrijfster een stad die ‘een geheimzinnige en duistere sfeer’ bezit. Ik zal eens opletten als ik daar weer kom.

Wat zij daar aantreffen is nog eens iets anders dan knotten wol en leesbrillen. Alles in het huis gaat schuil onder een dikke laag stof ‘en heeft zijn kleur verloren’. De laatste jaren van zijn leven heeft broer Barend niets meer schoongemaakt, niets meer gewassen. Hij kocht gewoon steeds verse kleren en smeet de gedragen hemden en broeken op de zolder. En hij leefde volstrekt solitair, zelfs met zijn zussen was het contact telefonisch. Omringd door stapels porno is hij met ontbloot onderlijf en gekleed in een, uiteraard gloednieuw pyjamajasje, gestorven op zijn 51e.

Kamer voor kamer pakken de zussen aan, op de hielen gezeten door een gehaaide hartspecialist die het huis heeft gekocht en het zo snel mogelijk op een onsympathieke manier te gelde wil maken. Appartementen er in… Kassa! De hoofdstukken heten: huiskamer en keukentje, kantoorkamer, gang en boudoir. Tegen dat boudoir ziet ze op als een berg. ‘Ik ben bang voor deze kamer.’

Ik las het boek in een hotelkamer in Rome, met een enorme gretigheid. Mutsaers’ proza is helder en heel geestig, ook al is de setting nog zo dramatisch. Ze trekt je vanaf het begin dat huis en het verhaal in en je moet mee. Het is het verhaal van een bijzonder gezin met zes complete tafelserviezen, waar rustig een kalfskop met alle tanden er nog in op tafel werd gezet. ‘Nu ik aan die grijs gekookte kop denk – de grijze lippen, grijze oortjes, lege oorkassen en bleekroze loopneus – lopen de rillingen me weer over de rug en hoor ik de tanden kletteren op mijn bord’, en waar men sliep op matrassen van Cubaans zeegras. Dat was beter dan vaccineren. Een gezin met personeel, maar vader likte wel elke dag zijn bord af.

Dat zo’n jeugd zijn sporen nalaat, is duidelijk. Maar hoe komt het dan dat Barend ten onder is gegaan aan zijn onaangepastheid en dat zijn zus die juist om heeft weten te zetten in een succesvolle schrijverscarrière? Dit verhaal gaat net zoveel over Charlotte als over Barend. Het is ook een pleidooi voor het ‘anders’ zijn. Het is een liefdevol boek. De briefjes van Barend die hij opborg in een rode broodtrommel zijn hartverscheurend: ‘Meer mensen zonder tanden als ik?’ en ‘Ik moet toch eens dood?’ ‘Onbehagen ’s avonds normaal?’

Met Harnas van Hansaplast (wat een prachtige titel!) heeft Mutsaers haar meest toegankelijke boek geschreven.

Volgende week

bespreekt Mieke Gouden bergen van Francis Spufford.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek Harnas van Hansaplast gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.