Mieke recenseert Terug naar Berlijn

Londenaar Eric Devon kan op een dag zijn ware identiteit niet langer verborgen houden. Zijn werkelijke naam is Erich Dalburg en hij groeide op in Berlijn, waar hij 1910 was geboren. In 1934 moest hij, Joods en in het verzet, halsoverkop Duitsland verlaten.

Terug naar Berlijn ***

Terug naar Berlijn kwam uit in 1959, in Amerika, en verschijnt kennelijk nu pas in een Nederlandse vertaling. Opmerkelijk, je zou verwachten dat de uitgever deze roman zou voorzien van een stevige inleiding, waarin we ook een en ander over de schrijfster konden lezen. Want Verna B. Carleton is bepaald geen naam die een bel doet rinkelen. Maar nee hoor.

Wiki biedt uitkomst: Verna’s Duitse vader heet Von Kessler, maar omdat hij het gezin al snel verlaat wil ze niks meer van hem weten. Als ze een keer langs het Carlton Hotel in New York loopt, heeft ze haar naam gevonden. Ze woonde in Mexico, was bevriend met Frida Kahlo en Gisèle Freund, de beroemde fotografe. Met haar reisde ze in 1957 naar Berlijn. Een vruchtbare reis, want het leverde behalve de beroemde foto’s van Freund dus ook deze roman op.

Die begint op een schip, een aftandse oceaanstomer, waar de ik-figuur, een Amerikaanse journaliste die door Europa wil reizen, een Brits echtpaar ontmoet, op weg naar hun woonplaats Londen. Het is juli 1956. Eric Devon is het prototype gereserveerde Engelsman, die geheel van slag raakt als hij kennismaakt met een parmantig Duits heerschap, Herr Grubach. Wat vooral steekt is diens weigering, en die van Duitsers in het algemeen, om verantwoordelijkheid te nemen voor de massamoorden en gruwelijkheden in de oorlog. Dan blijkt dat Eric zélf een joodse Duitser is, die na zijn vlucht naar Londen een façade heeft opgetrokken, waar alleen zijn vrouw van op de hoogte is.

Gedrieën reizen ze naar Berlijn, dat 12 jaar na de oorlog nog veel oorlogswonden vertoont. Het is voor Eric, die eigenlijk Dalburg heet, aanvankelijk moeilijk om zijn oude stad te herkennen. Bovendien is die verdeeld in Oost en West, al staat de muur er nog niet.

Ronduit pijnlijk wordt het als hij geconfronteerd wordt met zijn familie en oude vrienden. Vooral zijn tante Rosie geeft hem vanonder uit de zak: ze verwijt hem dat hij zich al die jaren weinig heeft aangetrokken van het lot van zijn familie. Wie heeft nou eigenlijk zijn vaderland verloochend?

De setting van het verhaal in de jaren na de oorlog is interessant: Duitsland krabbelde economisch weer op, maar het ‘Wirtschaftswunder’ joeg ook angst aan. Te vertrouwen waren de Duitsers immers niet, vindt ook Eric zelf: ‘[…] dat Duitse volk dat zo zwak is, zo slecht in staat zichzelf te regeren, valt steeds weer opnieuw ten prooi aan het krankzinnige waandenkbeeld dat ze een Herrenvolk zijn, voorbestemd om over de wereld te heersen.’ Even later zegt hij: ‘Al is de oorlog allang voorbij, ik schaam me nog steeds voor mijn Duitse achtergrond.’ Hij moet met zichzelf als Duitser in het reine zien te komen…

Hoe boeiend ook, de lezer krijgt sterk de indruk eerder met een journalistiek verhaal dan met een roman van doen te hebben.

Zelf bevestigt de schrijfster dit als ze in haar nawoord schrijft geprobeerd te hebben ‘[…] het ware verhaal op te tekenen van de zoektocht van een enkele Duitser naar zijn verloren identiteit en zijn ervaringen toen hij terugkeerde uit ballingschap.’

Volgende week

bespreekt Mieke Duchamp, een detective van Berend Sommer.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek Terug naar Berlijn gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.