Recensie Gouden bergen van Francis Spufford

Het is 1746. Richard Smith komt aan in New York met een wisselbrief van 1000 Britse pond, een astronomisch hoog bedrag. Wie is hij, hoe komt hij aan dat geld?

Gouden bergen ****

Samen met de hoofdpersoon komen we aan met de brigantijn Henrietta. Dat (toen nog met streepje) New-York een kleine nederzetting is, blijkt wel uit het feit dat het zich aan hem voordoet als ‘een klein hoopje stad’. Er woonden ook nog maar 7000 mensen. Vergeleken met Londen, dat toen 700.000 inwoners telde, was het een overzichtelijke gemeenschap waar iedereen elkaar kende.

Met de manier waarop hij zijn verhaal begint, geeft Spufford zijn visitekaartje af. Wat een eerste zin! Hij loopt door tot aan pagina 2, zonder dat hij onnatuurlijk aanvoelt, en hij geeft je het gevoel óók aan land te stappen tijdens ‘die kilste, klamste en somberste variant die november te bieden had, alsof de hele wereld een kwarto van grijs papier was dat door de motregen zo vochtig was geworden dat het weldra tot drab uiteen dreigde te vallen.’ We schrijven 1746.

Onze kordate en charmante meneer Smith heeft een wisselbrief van 1000 Britse ponden bij zich en dat nieuws gaat als een lopend vuurtje. Iedereen is nieuwsgierig. Hoe komt hij aan zoveel geld? Klopt het wel of is het een charlatan? Hij wordt al snel uitgenodigd bij welgestelde families in de stad, zijn portefeuille wordt gerold, hij raakt bevriend met de secretaris van de gouverneur en hij wordt verliefd. Hij rolt van het ene avontuur in het andere, wat het boek een vrolijke vaart geeft. En wat het zo bijzonder maakt: zijn beschrijvingen van die stad in wording, waar het toen al draaide om geld. ‘Greed’ was toen ook al ‘good’. Zijn research moet degelijk zijn geweest. Engelsman Spufford heeft twee historici als ouders. Komt het daardoor dat hij het achttiende-eeuwse leven in New York zo sprankelend weet te beschrijven?

Behalve op de avonturen, die zowel komisch als tragisch zijn, drijft het boek op zijn plot. Tot op het allerlaatste moment blijven wij als lezers, net als de New-Yorkers, in het ongewisse: hoe zit het nou met die wissel? Is Smith eerlijk of is het een schelm? Onze sympathie heeft hij dan al, maar… Hij raakt betrokken bij een duel en belandt in het cachot. Wat Spufford de gelegenheid geeft om het rechtsgang in kleuren en vooral geuren te beschrijven.

En zijn liefde voor de wispelturige en eigenzinnige Tabitha? Gaat dat nog wat worden? Even lijkt dat erop, als ze gezamenlijk een tocht per schip ondernemen naar de binnenlanden, waar goederen moeten worden opgehaald, maar ik was eigenlijk wel blij dat het niet een zoetsappig Amerikaans happy-end is geworden.

Nee, de ontknoping is aanzienlijk verrassender en dan merk je ook hoe goed hij zijn verhaal heeft opgebouwd. Allerlei verwijzingen komen opeens in een helder licht te staan. En dan blijkt het nog actueel te zijn ook! Hulde voor Spufford, maar ook voor zijn vertalers. Het moet niet makkelijk geweest zijn om woorden als ‘kieuwerik’ en ‘nabob’ te vinden. Woordenboek erbij!

De beste achttiende-eeuwse roman sinds de achttiende eeuw, aldus een Engelse recensent. Mooi geformuleerd, ik wou dat ik het zelf had verzonnen.

Volgende week

bespreekt Mieke Tsjaikovskistraat 40 van Pieter Waterdrinker.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek Gouden bergen gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.