Recensie: Julian Barnes: Het enige verhaal

Het enige verhaal kijkt Paul jaren later terug op de zomer die zijn leven voorgoed veranderde, op de daaropvolgende jaren samen en hoe dit leven uiteindelijk, heel langzaam, uiteenviel.

***** Het enige verhaal

Uitgeverij Atlas Contact 256 blz. Hardcover €19,99  E-book, €12,99

Naar een nieuwe roman van Barnes kijken lezers uit. De al weer 72-jarige auteur is winnaar van talloze prijzen en levert het ene boek na het andere af dat zowel erudiet als origineel is. Het is zo’n auteur die altijd zijn weg heeft bewandeld, al sinds Flauberts papagaai, het boek waarmee hij de literaire wereld binnen denderde. Dat was een mengeling van fictie en non-fictie die niet eerder was vertoond. Ik was onmiddellijk verkocht.

Dit boek begint curieus: ‘Zou u liever meer liefhebben en meer lijden, of minder liefhebben en minder lijden? Dat is, uiteindelijk de enige echte vraag.’ Die betrekt je als lezer meteen bij het thema. Je begrijpt: dit gaat over een smartelijke liefde. En zo kletst Barnes nog even (op niveau) met je door voor hij zijn verhaal gaat vertellen, dat begint in de jaren zestig. Paul, een jongen van negentien uit de Engelse burgerij, brengt de zomermaanden door bij zijn ouders in een dorp bij Londen. Op de tennisclub leert hij Susan kennen, 48, getrouwd en moeder van twee dochters. Het is BAM.

Paul is echt verliefd, met alle heftigheid die hoort bij de eerste keer, en hij denkt er niet over na wat het voor haar betekent. Hij kickt er op! Al kijkt men er uiteraard vreemd naar…  Haar dochters zijn ouder dan hij! ‘Het misprijzen voelen van vrouwen van mijn eigen leeftijd deed mijn plezier in de oorspronkelijkheid van Susan en mij alleen maar sterker worden, evenals mijn vaste voornemen om al die fantasieloze fatsoensrakkers voor het hoofd te blijven stoten.’

Dat er voor haar veel meer op het spel staat, realiseert hij zich pas veel later. Het boek is opgedeeld in drie delen: in het eerste beschrijft Paul hun liefde in de ik-vorm. Hoe hij zich tot een soort huisvriend van Susan opwerkt. Haar echtgenoot is wel woedend en het komt zelfs tot een handgemeen, maar op een of andere manier komen ze er toch mee weg. Tot het niet meer gaat. Dan verhuizen ze samen naar Londen, waar de problemen beginnen. Zij raakt aan de drank en hun relatie is niet meer te redden. Uiteindelijk levert hij haar, totaal verloederd, af bij haar dochter. In deel 3 kijkt een oudere Paul terug. De relatie heeft een jaar of tien geduurd.

Een andere liefde heeft hij nooit meer gehad.

De vorm is ingenieus: Deel 1 staat in de ik-vorm, deel 2 in de jij-vorm en deel 3 in de hij-vorm: Paul raakt steeds verder verwijderd van Susan en als lezer zoom je ook uit. En onvermijdelijk confronteert je dat met vragen die ook over jezelf gaan. Dat doet Barnes letterlijk: We hebben meestal maar één verhaal te vertellen, schrijft hij, dat is ook het verhaal dat je het vaakst hebt verteld. De vraag is dan: brengt al dat vertellen je nu dichter bij de waarheid van wat er gebeurt is, of juist verder vanaf?

Er is een hoop om over na te denken… Een boek dat nog lang nasmeult in het hoofd.

Volgende week

Bespreekt Mieke De trooster van Esther Gerritsen.