Recensie Klaproos van Anne-Fleur van der Heiden

Autobiografische roman waarin de hoofdpersoon na lange tijd weer contact opneemt met haar verslaafde moeder en stiefvader.

Klaproos ***

Zolang mijn moeder het gouden kettinkje nog draagt met mijn eerste wisseltandje houdt ze nog van me, denkt Noor. Als tegen het einde van boek ook dat verpatst is, word je als lezer nog kwaaier op die moeder dan je al was. Dochter Noor niet, dat is het wonderlijke. Ze schijnt veel, zo niet alles te accepteren van haar verslaafde moeder. Als ze na lange tijd weer bij haar langsgaat beschrijft ze de keuken. ‘Het zeil is eruit getrokken en het fornuis is bruin door het aangekoekte vet. Op het aanrecht staat vuile vaat opgestapeld. Mijn moeder ziet er ondanks alle zooi uit om te knuffelen in haar geruite pyjamabroek. De spuit in haar handen weerhoudt me ervan haar vast te pakken.’

Anne-Fleur van der Heiden beschrijft de wereld van haar jeugd genadeloos, al heet ze hier dan Noor. Wie heeft er ervaring met de zoenen van een tandeloze? Die voelen anders, weet ik nu. ‘Het zachte vlees van de binnenkant van zijn lippen raakt mijn wangen.’

De hoofdpersoon in Klaproos is een verstandig meisje dat het allemaal van een afstand beziet, en haar leven met enige humor weet te beschrijven. ‘”Abortus, abortus!” riep mijn opa toen hij hoorde dat mijn moeder zwanger was.’ Gelukkig zijn die opa en oma er wel als de situatie voor de kleine Noor onhoudbaar is geworden. Moeder Jossie tippelt namelijk ook om haar verslaving te bekostigen, en als ze op haar vierde haar moeder in bed aantreft met een zekere Danny, die zich nogal agressief gedraagt, vluchten ze naar een blijf-van-mijn-lijfhuis en later gaat ze naar haar grootouders. Niet dat het daar makkelijk is, want ze wordt er door de andere kinderen met de nek aangekeken. En haar oma is alcoholiste.

Het heeft altijd iets voyeuristisch om te lezen over zo’n totaal mislukt leven. Althans in onze ogen. Dat Van der Heiden het als onderwerp voor haar debuut gebruikte, is vanzelfsprekend. Het is een mooie manier om af te rekenen met zo’n jeugd en ook nog in het reine te komen met zo’n moeder. In het boek zegt Noor: ‘Mijn moeder experimenteerde met drugs en bleek verslavingsgevoelig te zijn. Haar leven was beklonken.’

Dat klinkt wel erg simpel. Ook in een interview verdedigt Van der Heiden haar: niemand kiest er toch voor verslaafd te raken? Nee, maar je kunt wel proberen van die verslaving af te komen. Als lezer bleef ik daar wel mee zitten. Dat tegen de klippen op iemand verdedigen die er nooit voor je geweest is, die uitsluitend op kosten van de gemeenschap leeft en voortdurend geld van je bietst, ja, die uiteindelijk dus dat kettinkje verkoopt, met dat tandje. Dat Noor problemen heeft met mannen en alcohol, we snappen het wel.

Bewondering heb ik wel voor dit dappere boek, dat ingehouden is geschreven. Van der Heiden deed er vier jaar over. Hopelijk kan ze nu aan een ander verhaal beginnen.

Volgende week

bespreekt Mieke Het verhaal van een leven van Aharon Appelfeld.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek Klaproos gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.