Recensie Mieke: Alles is OKÉ van Ivo Victoria

Ieder mens heeft ten minste één verhaal dat zegt: dit ben ik.

Alles is OKÉ ****

Starik, Jan Siebelink, Maarten ’t Hart, allemaal schreven ze over hun moeder, en dan ben ik vast nog een rijtje vergeten. Moeders en zonen: een bijzondere band, die vaak gekoesterd wordt, soms als knellend wordt ervaren, maar die kennelijk altijd fascineert, en waar een schrijver dus iets mee moet. Ook Ivo Victoria, een Vlaming die al zeventien jaar in Amsterdam woont. Hij ziet zijn moeder niet vaak, maar ze belt wel regelmatig. Dan is het moederke en zoeteke wat de klok slaat in het Antwerps dialect. Wanneer ze gaat dementeren en ophoudt met bellen, gaat hij zich schuldig voelen. Maar zelf belt hij ook niet: ‘Dat was de definitie van wie ik geworden was: een volwassen man die zijn moeder niet belde, zonder goeie reden, zonder jeugdtrauma, zonder ooit een ruzie te hebben gehad die over iets wezenlijks ging’. Hij wil alsnog grip krijgen op haar leven, haar eer aan doen, hij wil zijn moeder ‘nog één keer laten schitteren’.

Uit haar verwarde verhalen distilleert hij een romanpersonage, mevrouw Stevens, een jongere versie van zijn moeder. Haar ambities om pianiste te worden heeft ze moeten opgeven, zoals zoveel vrouwen in haar tijd, maar ze schopt het tot godsdienstlerares op een school. Een gedecideerd type, dat koelbloedig een vete uitvecht met een gluiperige directeur, die kantoor houdt in een kelder van het schoolgebouw. Dat hij de betaling van haar salaris blijft traineren heeft wellicht te maken met een oude oorlogsgeschiedenis tussen hun beider vaders, politiek dubieus handjeklap, maar het fijne komen we daar niet van te weten. Wel dat mevrouw Stevens uiteindelijk triomfeert.

Is het verzonnen? Is het echt? Als het maar waarachtig is, geeft Victoria zelf het antwoord. Dit is hoe hij zijn moeder wil zien. Als lezer worden we telkens van dat heldhaftige verleden teruggebracht naar haar gekrompen versie in het heden, iemand die krampachtig grip probeert te houden op haar leven. Dat ze inmiddels een schim is van wie ze was, beschrijft hij ook, met de nodige (zelf)spot. Moeder, die graag naar de winkel aan de overkant liep om goedkope Bergerac te kopen, wordt bestraffend toegesproken en aan de ‘Vitense’ gezet, alcoholloos bocht, terwijl de schrijver zichzelf steeds vaker met blikjes bier en sigaretten op zijn balkon aantreft… ‘Ze heeft natuurlijk gelijk. 82 jaar en niet mogen drinken. […] Ik wil ter plekke een fles cognac bovenhalen, en een pakje sigaretten. Van mij mag ze hier en nu opnieuw beginnen drinken én roken. Samen.’

Pas nu ze vervaagt, doemt ze op, schrijft Victoria. Pas nu er niks meer aan te doen is, openbaren zich onvermoede mogelijkheden. Alles wordt verklaarbaar en kan kloppend gemaakt worden. Dat doet hij dan ook. Hij maakt haar leven kloppend. Dat het hele boek doorspekt is met Vlaams maakt het extra fijn om te lezen, met uitdrukkingen als: ‘Ik zijn niet in mijn talloor’.

Interessant om te zien hoe al die schrijvers een verschillende vorm voor hun moederliefde vinden!

Uitgeverij Lebowski  222 blz. €21,99, luisterboek €12,99