Recensie Mieke: Arthur, de koning van een eens en ooit van T.H. White

Nieuwe vertaling van de geromantiseerde bewerking van de Arthurlegende die tussen 1938 en 1958 in vier delen verscheen en nog steeds een inspiratiebron is voor het fantasygenre.

Arthur, de koning van eens en ooit ****

Toen er een nieuwe vertaling uitkwam van dit boek, kon ik niet wachten om het te herlezen. Het was ooit mijn favoriete boek. Wat herinnerde ik me nog? Deel 1 over de jeugd van koning Arthur was me het best bijgebleven. Arthur, die dan nog de Wart heet, wordt als bastaard opgevoed aan het hof van sir Ector, om diens zoon Kay te dienen, die voorbestemd is ridder te worden. Al snel komt tovenaar Merlijn op zijn pad, die Wart op eigenzinnige wijze opvoedt. Het inzicht dat hij krijgt door een roofvogel, een vis, een mier of een wilde gans te worden, zal hem van pas komen bij zijn koningschap. Want dat niet Kay, maar de Wart een grote toekomst voor zich heeft, wordt duidelijk als hij als enige het zwaard uit de steen kan trekken. Aan het eind is Arthur is koning. Merlijn wist het natuurlijk allang, die leeft achterstevoren.

In deel 2 maken we kennis met Arthurs aartsvijanden, de Orkney clan. We lezen hoe hij probeert een goede koning te zijn en het geweld in goede banen te leiden. Denk aan de Ronde Tafel waar iedereen gelijkwaardig is. En aan de Heilige Graal waar de ridders naar op zoek moeten. Deel 3 is gewijd aan Sir Lancelot, ‘de mismaakte superridder’, die verliefd wordt op Guinevere, Arthurs vrouw. Het is wederzijds. ‘Alsof er twee magneten aan elkaar waren geklikt’. Arthur doet net alsof hij niks weet omdat hij ook van Lancelot houdt, maar uiteindelijk zorgt het toch voor onoplosbare problemen.

Dit is een heel beknopte samenvatting van het verhaal, in die meer dan achthonderd pagina’s gebeurt krankzinnig veel. Wees niet bang dat het een opsomming is van toernooien en veldslagen, daar zorgen de droogkomische stijl van White – en de speelse vertaling! – wel voor. Het boek wemelt van de geestige beschrijvingen en anachronismen. “U lijkt me een sterke man”, zegt een vrouwe tegen Lance, “En dapper ook, al heeft u vreselijke flaporen.” En als Lancelot wel heel veel tijd aan zijn zoektocht naar de Heilige Graal besteedt, roept Guinevere: “Heel leuk voor hem, dat hij zoveel plezier beleeft aan zijn nieuwe hobby!”

White maakt van hen mensen van vlees en bloed, die zich ook maar moeten zien te verhouden tot de gewoontes en mores van die tijd. In deel 4, dat hij in de jaren 40 schreef, laat hij Arthurs verdorven zoon Mordred toespraken houden over Kelten en Saksen en Joden, ‘en al dat geschreeuw en die hysterie’. Een duidelijke toespeling op Hitler. Geweldig!

Uitgeverij Athenaeum 856 blz. €39,90 (e-book €27,99)