Recensie Mieke: Bange mensen stellen geen vragen van Renate Rubinstein

Bloemlezing door Ronit Palache uit gepubliceerd en ongepubliceerd werk van Rubinstein, onder andere over haar pijnlijke scheiding, de oorlog, en MS.

Bange mensen stellen geen vragen ****

Tamar, pseudoniem voor Renate Rubinstein, was in de jaren 60 de bekendste columniste van Nederland, tegendraads, persoonlijk en controversieel. Jongere lezers kunnen dertig jaar na haar dood alsnog kennis maken met haar werk, waarvan de stijl nog opvallend fris is. Dat is ook de hoop van samensteller Ronit Palache.

Wat valt bij herlezing op? Dat Rubinstein het vaak bij het rechte eind had, ook al werd dat toen niet gezien. China noemde ze een onvrije en autoritaire staat. Nu vindt ieder weldenkend mens dat, maar in haar tijd lag dat anders. Feminisme noemde ze flauwekul, ze vond het bevoordelen van vrouwen in zekere zin hetzelfde als discriminatie en stak de draak met vrouwenliteratuur. Dit lees ik allemaal in de enthousiaste inleiding. Nou is daar wel iets op af te dingen, op dat laatste, maar het gaat erom dat ze zo lekker dwars was in veel opzichten.

De lijst met onderwerpen waarover ze over schreef is eindeloos, en het kan net zo goed over hoogdravende als over laag-bij-de-grondse kwesties gaan, zoals roddelen, of roken: ‘Hecht geen geloof aan mensen die je aanraden om met roken op te houden op momenten waarop je de sleur toch al doorbreekt, bijvoorbeeld door met vakantie te gaan.’

Palache heeft de stukken thematisch gerangschikt en bij ‘oorlog/jodendom/Israël’ kom je vanzelf uit bij de roemruchte Weinreb-zaak. De Pool Weinreb beweerde dat hij veel Joodse Nederlanders had gered. Het bleek niet te kloppen, maar Rubinstein bleef hem tegen beter weten in verdedigen. Die koppigheid van haar was leuk kostte haar veel goodwill bij haar lezers. Palache legt uit dat het te maken had met de vader van Renate, die al aan het begin van de oorlog werd afgevoerd en vermoord.

Tijdloos zijn de beschouwingen over de liefde. Niets te verliezen en toch bang over haar echtscheiding, verschijnt pas jaren daarna, als Simon Carmiggelt, met wie ze dan een geheime affaire heeft, haar op het juiste spoor zet.

Het relaas van die verhouding, na haar dood gepubliceerd in Mijn beter ik, sloeg in als een bom. In die tijd was hij een absolute grootheid, en bovendien ‘de meest getrouwde schrijver’ van Nederland. De manier waarop Rubinstein schrijft over deze late, grootste, liefde is nog steeds ontroerend. ‘Hij met zijn gave voor het vaderschap, ik met het verlangen naar mijn vader, we pasten bij elkaar.’

Uitgeverij De Arbeiderspers 510 blz. €25,- (e-book €16,99)