Recensie Mieke: De droomfabriek van Gerwin van der Werf

Josie wordt zonder ervaring lerares wiskunde.

De droomfabriek ***

Na Bint heb ik geen lerarenroman meer gelezen. Nou, De droomfabriek is minstens zo naargeestig als de klassieker van Bordewijk, ik heb me er doorheen moeten ploegen. Niet dat het slecht geschreven is, integendeel, maar omdat het boek van wanhoop en uitzichtloosheid doordrongen is. Geef het alsjeblieft nooit aan een aspirant-leraar. Die durft nooit meer voor de klas, in ieder geval niet in het vmbo.

Dertiger Josie was data-engineer op Schiphol, maar vindt het werk, o.a. data-analyse van het toiletgebruik, onzinnig. Ze wil iets betekenen voor de wereld, en daarom solliciteert ze naar een baan als wiskundedocent. Gekwalificeerd is ze niet, maar ze wordt meteen aangenomen. Tekorten, hè? Chaos in de klas. De leraar vóór haar is weggepest. Haar cynische collega Ludo windt er geen doekjes om: ‘Ik werk hier al vijftien jaar dus ik mag het wel zeggen, dat hier tuig rondloopt en dat het er niet beter op geworden is de laatste jaren. Jij hebt toch 3A? Nou dat is een open inrichting die ze beter zouden kunnen sluiten.’

Het is precies wat je verwacht en daarom verrast het geen moment. De school staat in Wijk aan Zee, en aan de andere kant van het kanaal woont Josie, in de verlaten villa van haar overleden opa. Contrast! De beschrijvingen van al die vreselijke, kansarme jongeren geloof je op een gegeven moment wel, een agressieve Amir, in een Ajax trainingspak, met mes. Veel ongezeglijke domoren, en natuurlijk een getalenteerd, ijverig meisje met een hoofddoek, dat eigenlijk op de havo thuishoort. Wat een clichés. Als lezer was ik ook blij als de bel ging.

Het spel gaat op de wagen als Josie een van de leerlingen, de hondsbrutale Carmen, te dicht bij zich laat komen. Het begint met thuis bijles, en zo dringt Carmen steeds verder Josies leven binnen. Die laat het zich aanleunen, want ze is zelf ook eenzaam, en op zoek naar liefde. Haar ouders zijn niet in beeld en gek genoeg heeft ze geen vrienden, op een neef van moeders kant, Eddy na. Best raar voor iemand van begin dertig. En er is meer ongeloofwaardig. Dat een docente zich zo laat verblinden door een puber… Zou het?

Natuurlijk kan dat niet goed aflopen. Je verwacht iets een grote knal. Maar die komt niet. Net alsof de schrijver zelf ook niet zo goed wist hoe hij de verhaaleindjes aan elkaar moest knopen. En hoe moeten we dit boek lezen? Als een satire, zoals Bint? Van der Werf heeft zelf ook op een vmbo-school gewerkt en zegt in een interview in Trouw dat hij het falend onderwijssysteem heeft willen beschrijven.  Toch heeft hij meer met De gelukkige klas van Theo Thijssen dan met Bint. Want, zegt hij, ‘Ik laat ook zien dat het onderwijs de moeite waard is. Dat spreekt ook uit mijn boek: hoe plezierig het is om iets te kunnen betekenen voor een leerling.’

Uitgeverij Atlas Contact 285 blz. € 21,99 (e-book € 12,99)