Recensie Mieke: De gezichten van Tove Ditlevsen

Kinderboekenschrijfster Lise Mundus verliest langzamerhand de grip op de realiteit en zakt weg in duistere gedachten.

De gezichten **** 

Tove Ditlevsen is van dezelfde generatie als mijn moeder. Ik realiseer me steeds vaker hoe verstikkend het leven voor die vrouwen is geweest, als ze zich niet makkelijk wilden schikken in de rol van echtgenote en moeder tenminste. En áls ze dan schreven werden ze als ‘schrijvende huisvrouw’ neergezet. Het overkwam ook Tove Ditlevsen (1917-1976) die nu wereldwijd wordt herontdekt. Haar autobiografische trilogie is al lang ‘een geheimtip’ en nu is er een roman vertaald. Geen vrolijke. Maar toch hoera!

Het verhaal: Kinderboekenschrijver Lise Mundus heeft al twee jaar niks meer geschreven. Sinds ze een prijs heeft gewonnen is ze bang door de mand te vallen. Ze sluit zich steeds meer af van de buitenwereld, en grijpt naar de pillen. Met haar kinderen heeft ze amper contact, haar man beziet ze met bijtend sarcasme: ‘zijn kracht lag goedbeschouwd in zijn gebrek aan fantasie’ en ‘Gert had haar beroemdheid als een persoonlijke belediging opgevat. Hij beweerde dat hij niet naar bed kon met een stuk literatuur en bedroog haar vol enthousiasme.’

De angst en beklemming die ze ervaart, voel je vanaf de eerste bladzijden. Lise hoort stemmen en ziet de gezichten van de mensen voortdurend veranderen ‘alsof ze die in woelig water weerspiegeld zag’. Ook is ze ervan overtuigd dat haar man een verhouding heeft met huishoudster Gitte. Ze denkt een veilig heenkomen te vinden door een overdosis slaappillen te nemen en daarna de dokter te bellen zodat ze op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis wordt opgenomen. Daar beginnen de hallucinaties pas goed. Je krijgt als lezer een fascinerende blik in het hoofd van iemand die psychisch in de war is, en begint aan je eigen waarneming te twijfelen. Een inktzwart boek? Ja, maar ook heel geestig. Ditlevsen schrijft heerlijk onderkoeld en meedogenloos. Je gaat mee in Lises hoofd en wordt in de psychische paranoia meegesleurd, maar als haar man zegt: ‘Is het je niet opgevallen dat mensen uit jouw leven vluchten alsof het een brandend huis is?’ heb je toch bewondering voor de geestige metafoor. Op een gegeven moment gelooft Lise niet alleen dat ze haar willen vergiftigen maar ook dat haar man het met haar dochter doet.

Gelukkig is het mij nooit overkomen maar de (uitstekende!) vertaalster schreef dat Ditlevsen veel positieve reacties kreeg van mensen die wel op een psychiatrische afdeling hebben gezeten, omdat ‘De gezichten’ zo’n goed beeld gaf van wat ze zelf hadden meegemaakt. Ondanks het sombere onderwerp heb ik dit boek toch met plezier gelezen, en dat komt door haar taal. Geestig en beeldrijk, al kan het soms wat minder. Als ik lees: ‘De hoop stroomde als tedere melodieuze zinnen door haar binnenste, waar de angst zich te rusten had gelegd als een hond in zijn mand.’ denk ik: één metafoor per zin is wel genoeg. Veel in deze roman lijkt autobiografisch. De achternaam van Lise, Mundus, is de achternaam van Toves moeder. Ook Gert, ambtenaar op een ministerie, lijkt op een van haar echtgenoten. En de slaappillen natuurlijk, waarmee Ditlevsen, na een eerdere mislukte poging, een eind aan haar leven maakte.

Uitgeverij Das Mag 179 blz. €19,99 (e-book €12,99)