Recensie Mieke: De jaren van Annie Ernaux

Een autobiografische bijdrage aan de twintigste-eeuwse Franse geschiedenis, zoals weerspiegeld in het leven van één vrouw.

De jaren ***

Iedereen die wel eens een brief onder ogen krijgt die hij vroeger schreef kent dat gevoel van vervreemding wel: was jij dat? Je kunt je nauwelijks meer inleven in de persoon die je toen was. Ook oude foto’s kunnen dat gevoel oproepen. Ik kan verbijsterd staren naar een jeugdfoto.  ja, zo heb ik er echt ooit uitgezien… Wat dacht ik toen? Wie was ik toen?

Annie Ernaux, tachtig inmiddels, heeft in al haar autobiografische werk geprobeerd het verleden te vatten. ’Iets redden van de tijd waar we nooit meer zullen zijn’ noemt ze het. Ik besprak eerder Meisjesherinneringen, waarin ze vertelt hoe ze op haar achttiende als jeugdleidster in een vakantiekamp voor het eerst kennis maakt met ‘het grote geheim’, seks. Ze zit in dat boek met een vergrootglas boven foto’s, en dat doet ze in De jaren ook.

Ze begint met een ovale, sepiakleurige foto uit het familiearchief uit 1941: een dikke baby met een pruilmond…. ‘Elk familielid zal er een afdruk van gekregen hebben’. Dan beschrijft ze die familie, die elkaar tijdens maaltijden ‘waar geen eind aan leek te komen’, eindeloos vertelt over de oorlog… Ze beschrijft ze hoe ze daar opgroeide, in een provinciestad in Normandië, en hoe ze zich ontworstelde aan haar milieu. Maar het woord ‘ik’ gebruikt ze niet. Ze heeft het over ‘ze’ en ‘we’. Ze beziet zichzelf, en de wereld waarin ze opgroeit. Hoe die verandert, razendsnel. ‘Hoe verbeeld je tegelijkertijd het verstrijken van de historische tijd, de veranderingen van dingen, ideeën en zeden en het strikt persoonlijke van die vrouw.’ Zo formuleert ze zelf de opdracht die ze zich stelt. ‘Maar hoe ze dat moet bereiken heeft ze nog niet ontdekt. Ze hoopt op een openbaring, of als dat te veel gevraagd is, op een teken, afkomstig van het toeval, zoals de in thee gedoopte madeleine dat was voor Marcel Proust.’ Dat het haar gelukt is, bewijst dit boek.

Als je in 1940 geboren bent, heb je duizelingwekkende omwentelingen meegemaakt. Niet alleen de politieke, (mei 68!), maar ook de hele seksuele revolutie trekt voorbij, die Ernaux met veel humor beschrijft: ‘alles wat verboden, een afschuwelijke zonde was geweest, verdiende nu aanbeveling’. En het feminisme, natuurlijk! Annie is getrouwd en jong moeder geworden, ze geeft les aan een middelbare school, maar ontwaakt uit de ‘echtelijke verdoving’. Ze wil zich los maken van alles maar ‘weer thuis bekoelde de vastberadenheid, borrelde het schuldgevoel op.’ Uiteindelijk komt die scheiding er toch.

Ernaux is geestig: ’Plotseling overleed Pompidou, terwijl men dacht dat hij alleen aambeien had.’ Maar ook ernstig en er komt een overstelpende hoeveelheid feiten langs. Voor iedereen die de laatste helft van de twintigste eeuw heeft meegemaakt is het erg herkenbaar. Maar, het is ook erg Frans. Pompidou kennen we wel, Mitterand ook, maar veel namen van tv-programma’s, zangers of politici zeiden me niets. De jaren is alom bejubeld in de pers, het roept bewondering op. Haar magnum opus! Toch kwam ik er niet makkelijk doorheen. Ondanks het gebrek aan hoofdstukindeling (de doorgaande tijd?), heb ik het in brokjes geconsumeerd.

Uitgeverij De Arbeiderspers 230 blz. €21,99 (e-book €12,99)