Recensie Mieke: De oude vrouw en de katten, J.M. Coetzee

Daar is ze weer, Elizabeth Costello, het intrigerende alter ego van John Coetzee. Ze is schrijfster, bij het grote publiek vooral bekend door een van haar vele romans. Ze is geboren in Australië, woont in Spanje en is een militante vegetariër met een scherpe pen. Op eloquente wijze stelt ze in deze verhalen een aantal interessante vragen aan de orde.

J.M. Coetzee ****

Stel, je had nog nooit iets gelezen van Coetzee, laat staan dat je wist van zijn alter ego Elizabeth Costello, die oude gevierde schrijfster, die er zulke eigengereide en vergaande ideeën op na houdt wat dieren betreft, zou je deze bundel dan kunnen waarderen?
Ik denk het wel. Haar ideeën zijn immers glashelder. Hier horen we haar in een matineus telefoongesprek met haar zoon: ‘Hoeveel denk je dat het zou kosten, John, om een abattoir te bouwen? Niet groot, alleen een model, bij wijze van demonstratie.’ ‘Een demonstratie waarvan?’ ‘Een demonstratie van wat er gebeurt in een abattoir. Slachten. Ik bedacht dat mensen alleen maar tolereren dat er dieren worden geslacht omdat ze er niets van te zien krijgen.’

Ik herinner me nog dat er achter de slagerij in mijn dorp regelmatig een koe stond vastgebonden en dat je als kind dan wist: die gaat eraan. Ik geloof niet dat ik daar erg van onder de indruk was, het was onderdeel van het dorpse leven. We hebben dat slachten natuurlijk steeds meer uit het zicht verdreven. Wie zou het nog kunnen aanzien dat er een dier voor zijn ogen werd afgemaakt? We kopen hapklare brokken vlees in plastic verpakt, een onherkenbaar deel van wat ooit een levend wezen was.

In het titelverhaal leeft de steeds excentriekere Elizabeth op het platteland van Castilië met een klein kattenleger en Pablo, een exhibitionist ‘uit gewoonte’. Ze heeft hem in huis genomen, omdat zijn moeder en zus hem wilden laten opsluiten. Hij spaart plaatjes van de paus en poetst zijn tanden nooit. Haar zoon brengt haar een bezoek, maar hij vindt alles even verschrikkelijk en snapt niets van zijn moeder, die het heeft over ‘de onzichtbare ziel’ die katten hebben. ‘Heeft hij al die kilometers afgelegd om dit aan te horen: mystieke onzin over kattenzieken?’

Ook in ander verhalen gaapt er een enorme kloof tussen Elizabeth en haar kinderen. Wil ze niet in een fijn appartement in Nice komen wonen, of bij haar zoon in Baltimore? Nee dus. ‘hoe kunnen ze die koppigheid van haar ooit de baas worden?’

De Engelse titel van deze bundel is Moral tales en dat dekt de lading beter: in elk verhaal komen morele kwesties aan de orde. Zoals in ‘Verhaal’, waarin een vrouw zich er bijna zelf over verbaast dat ze zich helemaal niet schuldig voelt over haar overspel. Ze houdt niet van de man met wie ze vreemdgaat, maar wel van de manier waarop hij naar haar kijkt. ‘Dus als het voorbij is zal ze weer een getrouwde vrouw worden, de hele tijd getrouwd, dag en nacht, met in zich gegraven de herinnering aan hoe het is om languit op een bed te liggen op een warme zomerdag, verslonden door de blik van een man die de rest van zijn leven dit beeld van naakte schoonheid met zich zal meedragen, geschreven in zijn hart.’

Filosofisch, prachtig geschreven, bij vlagen zeer vermakelijk en soms hartverscheurend.