Recensie Mieke: De Stem van Jessical Durlacher

De Somalische oppas van een Joods gezin maakt op tv een dramatisch gebaar en sleurt hen zo mee in een conflict dat hun veilige wereld voorgoed verandert.

*** De Stem

Die arme jongeren hebben het maar moeilijk in deze tijd van lockdown en avondklok. Steeds lees ik over de verveling die toeslaat. Dan denk ik: boeken! Dat is voor mij altijd de manier geweest om in een andere wereld, of een ander hoofd te duiken. Het ligt zo voor de hand, geef die jongelui een fijne stapel. Maar zo simpel zal het wel niet zijn. Zo zouden ze met de lekker dikke nieuwe roman van Jessica Durlacher niet zozeer een andere wereld maar wel een andere tijd kunnen leren kennen, nog niet eens zo lang geleden, die van het begin van deze eeuw, toen ze nog in de wieg lagen. De tijd van 9/11, van de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, en van de stormachtige opkomst van Ayaan Hirsi Ali.

De laatste heeft Durlacher als inspiratie gebruikt voor de figuur van Amal, een Somalische asielzoeker die als oppas in het gezin van Zelda en Bor komt, een vrome moslima, en dat zorgt aanvankelijk wel voor enige huiver. Het gelukkige gezin, zij psychoanalyticus, hij advocaat en publicist, drie kinderen, is Joods. Iedereen is dol op Amal en als blijkt dat ze goed kan zingen geven ze haar op voor een The voice of Holland-achtige talentenjacht en daar, voor het oog van de camera’s werpt Amal haar hoofddoek en soepjurk van zich af… Ze gaat op de politieke toer en vormt zo steeds meer een doelwit voor fundamentele moslims. Ze moet beveiligd worden en Zelda en Bor laten haar onderduiken in hun tuinhuis (achter in de tuin). Een achterhuis dus.

‘Goede mensen zouden we zijn, rechtvaardige mensen bij wie je kunt schuilen. Natuurlijk. Ik moest er bijna van huilen, zo zeker wist ik dat we nu en hier een bedreigde vrouw zouden helpen onderduiken. Wachtte ik niet al mijn hele leven op zo’n kans? Boete voor de jaren in vrijheid, zonder oorlog, voor alles wat we niet hadden hoeven ondergaan, alles wat ze mijn grootouders en mijn vader hadden aangedaan en ons nog niet. Straf die we verdienden omdat we waren geboren.’ Het gezin wordt verder meegesleurd in de bittere conflicten van die tijd, die we nu bijna alweer vergeten zijn, en de afloop is noodlottig. Misschien kun je hem raden, toch komt hij als een verrassing. Zelda is de idealistische, rechtvaardige vrouw die zo graag goed wil doen, maar zich ook steeds meer gaat ergeren aan de radicale, egocentrische houding van Amal. Dat levert gewetensconflicten op die voor iedereen herkenbaar zijn. Tot hoever ga je als je gezin bedreigd wordt?

Durlacher neemt de tijd om haar verhaal te vertellen, maar het blijft spannend, doordat ze af en toe vooruit wijst naar latere gebeurtenissen, en er ook nog een nevenplot doorheen vlecht dat zich op de school van Zelda’s zoon afspeelt. Die krijgt het aan de stok met een Libanese klasgenoot. Ook daar gaat de islam een rol spelen. ‘Tien jaar piekeren en nog eens drie jaar schrijven’ las ik in een van de vele interviews die met Jessica Durlacher verscheen.

Uitgeverij de Arbeiderspers 432 blz. €24,50 (luisterboek €14,99)