Recensie Mieke: De terugkeer van Esther Gerritsen

Vijf jaar oud was Jennie toen haar vader de hand aan zichzelf zou hebben geslagen, nu twintig jaar geleden.

De terugkeer ★★★★

Pas als je het boek uit hebt, dringt het tot je door wat er op de cover staat: een schop die de grond ingaat. Wat onder de aarde lag, is boven de grond gehaald: een mooie illustratie van het thema van dit boek: Willen we het verleden oprakelen en erachter komen wat echt gebeurd is of laten we het liever rusten? De beginscène is heftig. Een drieënzestigjarige, zwaar depressieve man sleept zich in zijn onderbroek naar de koelkast om een pak sinaasappelsap te pakken. Zijn zoon Max van negen rent op dat moment de trap af en ziet het tafereel, maar wat vooral zijn aandacht trekt is de kille blik in de ogen van zijn moeder. ‘Hij betrapte haar op iets wat zij hem nooit had willen laten zien’.

Dat gebeurde eenentwintig jaar geleden. Vader is al lang dood, hij pleegde uiteindelijk zelfmoord, met pillen. Max is nu een volwassen man met een vrouw en een dochter. En dan is er nog Jennie, zijn zus, die zo klein was toen haar vader stierf dat ze hem zich amper kan herinneren. Zij is het die zich af gaat vragen of het wel klopt van die zelfmoord. Is haar vader niet vermoord? Door moeder Johanna? die is aan het dementeren, en kan geen antwoord meer geven op haar vragen, en dus gaat Jennie op zoek, ze bijt zich er in vast, tot ergernis van Max. ‘Ik slaap goed, dat wil ik graag zo houden’.

En dan ben je in een boek beland dat zomaar genomineerd zou kunnen worden voor de Gouden Strop.  Zo’n gek idee is dat niet eens want Gerritsens vorige roman, ‘De Trooster’, die zich afspeelde in een klooster, werd gekozen tot een van de beste theologische boeken van 2018. Dit is een plot-gedreven boek, want als lezer wil je óók weten hoe vader Gerrit aan zijn eind gekomen is. Heeft zijn broer, de goedwillende oom Ed er misschien iets mee te maken??? Jennie gaat zelfs zover dat ze het lichaam van haar vader op laat graven. Ha! de schop op de voorkant. In het dankwoord worden er niet voor niks een strafrechtadvocaat, een forensisch antropoloog en een leider van een coldcase-team genoemd.

Depressie, zelfmoord, dementie: zware kost zou je denken. Maar dat is het wonder van Gerritsens proza: ondanks die menselijke ellende is het licht en humoristisch. Het bestaat voor de helft uit dialoog, daarin was ze altijd al ijzersterk, ik ken weinig schrijvers die zo schrijnend een situatie, en het ongemak tussen mensen kunnen schetsen met een paar zinnetjes. Er wordt voortdurend van perspectief gewisseld.. Moeiteloos kruipt Gerritsen in de hoofden van alle hoofdpersonen. Zelfs vader Gerrit geeft af en toe zijn commentaar vanuit de hemel en ook God doet af en toe een duit in het zakje. Lastig. Gerrit ‘vindt het nog steeds moeilijk om als levenslange atheïst na zijn dood alsnog met God rekening te moeten houden. Hij probeert hem te ontwijken voor zover dat gaat. Hij heeft nooit om een hiernamaals gevraagd.’  Gelukkig heeft God het druk.

De Geus 256 blz. Bindwijze €22,50