Recensie Mieke: De tovenaar van Colm Tóibin

Biografische roman over het leven van de Duitse romancier Thomas Mann, die een leven vol tegenstrijdigheden leidde.

De tovenaar ****

En zo zat ik, na lezing van De Tovenaar opeens een hele middag te kijken naar oude Mann-documentaires, familiefoto’s te bestuderen, te neuzen in de biografieënkast, en me af te vragen waarom ik Buddenbrooks eigenlijk nooit gelezen had. Het is ook niet niks, dat leven van Nobelprijswinnaar Thomas Mann dat twee wereldoorlogen omvat. Net op tijd gevlucht voor de nazi’s uit Duitsland, eerst naar Zwitserland, later naar Amerika. Hij wordt beschouwd als het geweten van Duitsland, een echte humanist en cultuurkenner. En hij was rijk, hij bouwt de ene enorme villa na de andere en logeert in chique hotels. Einstein en Alma Mahler kwamen bij hem over de vloer. Hij was homoseksueel maar had ook een leuk huwelijk met zes kinderen, die bijna allemaal ook beroemd werden. Zijn oudste zoon was verslaafd aan morfine en pleegde zelfmoord. En dan heb ik die klassieke romans als De Toverberg en De dood in Venetië nog niet eens genoemd.

Waarom zou je het doen? Het leven en werk van Thomas Mann is al zo vaak beschreven, en geanalyseerd, zeker nadat zijn dagboeken uitkwamen. We weten alles al. Voor de kenners zal dit boek niks nieuws opleveren, toch is het spannend en heerlijk om te lezen, vooral omdat Tóibín de nadruk legt op de spanning tussen zijn publieke en zijn privéleven, en dan met name zijn erotische verlangens naar jonge jongens, die natuurlijk strikt geheim moesten blijven, al wist zijn vrouw Katia er waarschijnlijk wel van. Het bleef bij kijken en verlangen en je voorstellen hoe het zou zijn als… zoals Gustav von Aschenbach in De dood in Venetië.

Tóibín volgt Thomas Manns leven chronologisch, van zijn jeugd in Lübeck tot aan zijn tijd in Amerika. Ronduit hilarisch is het optreden van Alma Mahler die met haar nieuwe man Franz Werfel op bezoek komt in New York, en na de nodige glaasjes hoe langer hoe driestere taal uitslaat.

Gek genoeg worden er weinig woorden vuil gemaakt aan de wordingsgeschiedenissen van zijn boeken. Alsof die meesterwerken er opeens zomaar waren. Tóibín beschrijft vooral zijn gewone leven, zijn gezinsleven. Daar komt ook de titel vandaan: ‘De tovenaar’ was het koosnaampje van zijn kinderen. Mann komt naar voren als een getroebleerde huisvader, die zich graag en lang terugtrok in zijn werkkamer. Iemand die vanuit Amerika speeches hield over het nieuwe Duitsland, maar die eigenlijk nooit echt partij gekozen had tegen de nazi’s. Een mens met opportunistische en soms laffe kantjes kortom.

Als hij hoort dat Klaus, zijn oudste zoon, zelfmoord heeft gepleegd, neemt hij niet de moeite om vanuit Stockholm, waar hij een lezing moet houden naar de begrafenis in Cannes te gaan. ‘Beste Vader’, schrijft zijn jongste zoon Michael. ‘Ik was erbij toen ze de kist van Klaus in de grond lieten zakken… De wereld is u vast en zeker dankbaar dat u uw boeken altijd uw onverdeelde aandacht hebt geschonken, maar wij, uw kinderen, voelen jegens u geen enkele dankbaarheid, en ook niet jegens mama, trouwens, die altijd uw kant koos. Ik kan amper geloven dat u samen in een luxehotel bent gebleven terwijl mijn broer begraven werd.’

De Geus 584blz. € 25,99 (e-book € 16,99)