Recensie Mieke: Mijn eerste moord van Martin Michael Driessen

Een verzameling korte tot zeer korte verhalen en een novelle.

Mijn eerste moord ****

Ik hoorde Martin Michael Driessen eens in Nooit meer slapen. Dat ging niet goed. Je zat wel meteen met gespitste oren, omdat je denkt: hoe loopt dit af? Driessen zei op een vraag van de interviewer: ‘Daarin zitten al twee zaken die me niet bevallen.’ Driessen schrijft liever dan hij praat, dat is duidelijk. Een lastige man die me intrigeert. Hij is van zichzelf overtuigd, en dat is terecht want hij schrijft bijzonder goed. Toen hij de ECI Literatuurprijs 2016 won voor Rivieren had ik nog nooit van hem gehoord. Ik moet dat nog steeds lezen. Wel besprak ik De pelikaan positief. En nu is er deze verhalenbundel. Ook mooi.

De verhalen wisselen zeer in lengte. Er zijn er van een paar bladzijden, er zijn ook novelles. ‘Een ware held’ gaat over twee Italiaanse broers, Beppo en Luigi, soldaten in de Eerste Wereldoorlog , van wie Luigi het vuurpeloton overleeft. Hij trouwt na thuiskomst in het dorp met de vriendin van zijn omgekomen broer. Hun zoon noemen ze Beppo. En dan staat er opeens ‘Beppo, die sprekend op zijn oom leek, werd fascist en maakte snel carrière in de partij.’ Bladzijden lang heb je meegeleefd met de getergde broers en dan opeens, pats, is het verhaal afgelopen.

Dat doet Driessen vaker: hij zet je als lezer graag op het verkeerde been, door een verhaal heel invoelend te beginnen, en er dan een humorvolle, soms wrede draai aan te geven. Zoals in ‘Vrouwen en kinderen eerst’, waarin een puissant rijke Baarnse zakenman vijf vrienden met vrouw en kinderen heeft uitgenodigd voor een kleine cruise. Als er zich een calamiteit voordoet, moeten er keuzes gemaakt worden: er zijn niet zoveel reddingsboten. Vrouwen en kinderen eerst dus… Waarop het overgebleven gezelschap heren iets verrassends doet. Cynisch en grappig, zo’n einde.

Een gemene deler is lastig. Driessen zegt er in een interview over: ‘Alles wat ik schrijf kun je zien als iets uiterst persoonlijks. Alleen heeft het een heleboel transformaties ondergaan. Alle private elementen wil ik eruit, of moeten door een alchemistisch proces. Het lood moet goed worden. Dan pas wordt het kunst. En daarom spelen de meeste van  mijn verhalen zich af in verre gebieden of in het verleden. Dat helpt.’

Het laatste deel van het boek is niet van Driessen zelf, maar van Theodor Storm, een Duitse postromantische schrijver. ‘In zijn novelles zit doorgaans een onheilspellende  duistere kracht’, lees ik op wiki. Waarom hij deze raamvertelling over een onmogelijke liefde opnam? Wil hij hiermee zeggen dat een goede vertaling niets minder is dan een oorspronkelijk verhaal? Aan mij was het wel besteed, maar ik kan me voorstellen dat  lezers moeite hebben met het gezwollen taalgebruik:

‘In de ban geslagen stond ik voor haar, zwelgend in al die kuise schoonheid.’ Een zwoegende boezem kwam ik al lang niet meer tegen. Een enigszins verbrokkeld genoegen al met al, ik kijk uit naar zijn nieuwe roman.

Uitgeverij Van Oorschot 256 blz. €19,99

Volgende week

Bespreekt Mieke Aswoensdag, de tweede roman van Hanneke Hendrix

En wat vindt u ervan? Geef uw mening over dit boek en lees de mening van anderen op miekesleesclub.nl