Recensie Mieke: Gemmetje Victoria

Yvonne Keuls beschrijft hoe Gemmetje Victoria werd omringd door mensen die haar liefhadden om wie ze was en om wie ze had kunnen worden.

Gemmetje Victoria ***

Het zal wel bedoeld zijn als aanbeveling, maar het slaat werkelijk nergens op, de quote van Marion Pauw achter op dit boek: ‘Een echte Keuls. Een bak ellende, maar je ligt onder de tafel van het lachen.’ Je doet er het boek geen recht mee. Ik heb helemaal niet gelachen.

Gemmetje Victoria is een schrijnend verhaal van een misbruikt meisje, dat het nooit meer is gelukt haar leven op de rails te krijgen en dat veel te jong is gestorven aan een longtumor. Yvonne Keuls heeft haar echt gekend, het is dus maar ten dele een roman: in een van de vele interviews die er met Keuls (bijna negentig) zijn verschenen zegt ze dat ze hooguit wat kleine aanpassingen aan de werkelijkheid heeft gedaan. Zo heeft Gemmetje eigenlijk veel vaker in de gevangenis gezeten dan die ene keer in dit boek.

Keuls, die met Gemmetje Victoria haar 93e boek schreef, ontmoette haar toen ze werkte in de jeugdzorg: een beschadigd kind dat van het ene tehuis na het andere was gestuurd, van het ene pleeggezin naar het andere, acht in totaal, waar ze keer op keer werd misbruikt. Een beeldschoon en ontembaar meisje dat meteen een klik had met Keuls. ‘Ze trok aan me en duwde me weg,’ schrijft Keuls in het voorwoord. ‘Ze schold me uit, paaide me met lieve woordjes en heeft me de eerste drie weken alles wat los stond of voor het grijpen lag naar mijn hoofd gesmeten.’ Een normaal mens zou denken, bekijk het maar, maar Keuls niet, zelfs als ze voor Haagse kakmadam wordt uitgescholden. Keuls die doorbrak met Jan Rap en z’n maat, een klassieker in het sociaal-realistisch genre, is wel wat gewend.

Ondanks de rauwe werkelijkheid beleeft de rebelse en vrijgevochten Gemmetje de gekste avonturen: ze trouwt op aanraden van een vriendin met een Turk voor het geld, verliest het geld op vakantie in Suriname, wordt met coke gesnapt op Schiphol en draait de gevangenis in, om maar eens wat te noemen. Iedere keer belazert ze de kluit, maar ze is ook ondernemend en kennelijk begiftigd met een enorm charisma.

‘Ik kon niet boos worden op Gem’, zegt Keuls. Humor heeft ze ook, maar ‘onder de tafel van het lachen’? Een wrang detail is dat Gemmetje (die zelf een kind heeft) niet wist wie haar moeder was. Jeugdzorg wist het wel, een boerendochter van zeventien die haar kind moest afstaan, maar wilde dat niet delen. Dat ís ook gruwelijk en onbegrijpelijk. Tegen de tijd dat ze erachter komt is het te laat. Keuls schrijft het allemaal soepel en wrang-komisch op. Als lezer ga je een eind met haar mee, maar de onbegrensde vergevingsgezindheid kon ik niet altijd navoelen. Af en toe had ik de neiging om die Gemmetje eens flink om de oren te slaan. Maar ik ben dan ook niet in de jeugdzorg gaan werken.

Uitgeverij Ambo|Anthos 240 blz. hardcover € 23,99 (e-book € 11,99)