Recensie Mieke: De gloed van Sint-Petersburg

Deze week heeft Mieke van der Weij het boek 'De gloed van Sint-Petersburg' van Jan Brokken gelezen. Wat vond Mieke van het boek? Lees het hier.

De gloed van Sint-Petersburg van Jan Brokken ****

Nooit geweten dat Poetin uit Sint-Petersburg kwam. Toen hij er plaatsvervangend burgemeester werd, verving hij het portret van Lenin door dat van Peter de Grote. Veelzeggend, hè.

Jan Brokken hoorde deze anekdote wel een keer of tien, toen hij in Sint-Petersburg was, schrijft hij in De gloed van Sint-Petersburg. Een bundel reisverhalen die vloeiend in elkaar overlopen. Een heerlijke culturele en literaire gids voor de geïnteresseerde leek (zoals ik). En dat ik weleens in die stad ben geweest, helpt ook.

Het is zo’n stad waar elke hoek of straat geschiedenis uitwasemt. Jan Brokken wordt het soms te veel: “In deze stad laat ik me voortdurend afleiden; bij iedere stap komt een boektitel bij me op of zingt een melodie door mijn hoofd. Het feest der herkenning, noemen ze dat, maar het is bijna gekmakend, ik zou op één en hetzelfde moment vijf dingen willen doen.”

Hij kwam er voor het eerst in 1975, midden in de Sovjettijd toen je nog uitsluitend via het staatsreisbureau Intourist in speciaal aangewezen ongezellige hotels mocht logeren. Naar de foto van een 26-jarige Jan in een geblokt overhemd met indrukwekkende Solzjenitsyn-baard heb ik lang gekeken. Nu loopt hij er weer en we wandelen met hem mee. Wat is dat leuk en wat leren we veel!

De hele Russische literatuur komt langs. Brokken loopt in de straten en stegen waar Dostojevski de moordenaar Raskolnikov uit Misdaad en straf liet rondzwerven. Hij wipt iedere middag aan bij het huis van Vladimir Nabokov, waar hij, als het mag van de conciërge, een blik werpt op de glas-in-loodramen die de schrijver in zijn autobiografische Geheugen, spreek beschrijft. Dat Nabokov de pest had aan Dostojevski, is weer een van die leuke weetjes. En dat een vriendinnetje van Nabokovs dochter, Alison Rosenbaum, later bekend zou worden als de schrijfster Ayn Rand, (van The Fountainhead) is er ook zo een.

En zo gaat het maar door. Of het nu over Malevitsj, Strawinsky of Sjostakovitsj gaat, Brokken weet er een boeiend verhaal of gekke anekdote over te vertellen. Hij houdt van die stad. “Alles hecht me aan Sint-Petersburg, als een humeur dat eeuwig bij me past.”

Hoofdrol is weggelegd voor dichteres Anna Achmatova, wier portret in kubistische stijl de cover siert. Als we de schrijver mogen geloven verdringen de mannen zich voor dit schilderij in het Russisch museum. “Adembenemend”. “Zoals bijna iedereen” schrijft hij “– man, vrouw, jong oud – was ik verliefd op Anna. […] Ze had de bleke grijsgroene ogen van een sneeuwluipaard – ik ril al bij de gedachte dat zulke ogen me aankijken.”

Ja, Brokken verstaat de kunst van het bewonderen. En hij kan die bewondering ook nog eens goed overbrengen. Ik vond het heerlijk om me onder te dompelen in zijn kennis en enthousiasme. Wel raad ik aan het boek langzaam te savoureren… dus niet als een glas wodka in één keer achterover.

Geen minpuntje? Ja toch. Hij slaat weleens door. Soms riep ik: “Jan, ik hoef niet van iedereen alles te weten!”

Het zij hem vergeven.

Volgende week

bespreekt Mieke Hindergroen van Martine Bijl.