Recensie Mieke: Het huis achter de zeedijk van Jetty Hage

Sinds kort woont een vrouw in een huis achter de zeedijk, maar niemand in het Zeeuwse dorp heeft haar gesproken.

Het huis achter de zeedijk **

Onlangs werd ik gevraagd voor de zaterdagrubriek in de NRC ‘Kicks voor niks’, over kosteloos vermaak. Ik vertelde dat ik en mijn man elkaar protestantse streekromans voorlezen uit de oude schoolbibliotheek en dat dat zoveel bij ons oproept. Die gereformeerde opvoeding blijft een deel van je, en zo komt het dat we regelmatig met betraande ogen zitten bij al die misverstanden, koppige boerenzonen, opofferingen, en overgave aan Jezus. Maar het gaat ook vaak over erfenissen, grond en geld… heerlijk.

Nooit kreeg ik zoveel reacties: het raakte kennelijk een snaar. Of het past in het ouderwetse vermaak in coronatijd, waar ook velen weer aan het de legpuzzel zijn geraakt, dat kan ook. Mijn laatste zin luidde: ‘Nu ga ik eens een moderne streekroman lezen.’ Vandaar.

Het genre is springlevend, en heeft nooit opgehouden te bestaan. De oplages zijn giga. Toch worden deze boeken nooit ergens besproken. Niet literair genoeg. Ik koos Het huis achter de zeedijk van Jetty Hage. Het huis uit de titel is ‘gewit en de dakpannen zijn grijs’ lees ik in de eerste zinnen. Maar wat staat er op de cover? Een zwart huis met rode pannen. Nou ja.

Pakjesbezorger Jeremy komt aan bij dat huis, waar een jonge vrouw, Vivian, zich verschanst, nadat haar man en zoontje bij een verkeersongeluk zijn omgekomen. Gevlucht naar Zeeland uit een verstikkende omgeving waar mensen haar meewarig aankeken. Jeremy woont alleen met zijn moeder, die niet zijn echte moeder is. Dat we in een christelijke omgeving zijn blijkt snel: Na de boerenkoolstamp met worstbal en de griesmeelpudding wordt er uit de bijbel gelezen en gebeden. Ook is er sprake van hoedjes in de kerk: dat moet de Gereformeerde Gemeente zijn!

De moeder van Jeremy legt in die kerk voorzichtig contact met Vivian, en er is ook een roodharige Stefanie die ouderen verzorgt. Zij heeft een oogje op Jeremy en brengt een reeks gebeurtenissen op gang. Zijn Nederlandse vader en Indiaanse moeder zijn verongelukt. De familie in Canada is hem vergeten. Maar daar zit meer achter. Veel verwijten dus, jaloezie, boosheid, boete, de standaard-ingrediënten. Alles komt uiteindelijk goed, al wordt de plot nogal afgeraffeld, en zijn er wel erg veel verrassende wendingen en toevalligheden.

Een diepere laag tref je niet aan. Metaforen bestaan niet, noch lyrische passages. Er staat wat er staat, gevoelens worden erg uitgemolken. En, ook al weet je dat je in een diep-christelijk universum bent beland, het blijft lastig te snappen dat Vivian, als ze haar man en zoontje mist, vraagt: ‘Vind je dat ik… het hun niet gun? Dat ik jaloers ben? Soms zou ik ook bij hen willen zijn. Daar.’ Want, is de redenering, zij zijn nu gelukkiger dan ze hier waren. ‘Ze zijn nu voor altijd bij de Heere Jezus’. De Heere God heeft hen naar huis gehaald.

Uitgeverij Zomer & Keuning Citerreeks 224 blz. € 17,50 (e-book €7,99)