Recensie Mieke: In mijn mand van Lieke Marsman

De derde bundel behandelt de grootste thema’s: de waarde van het leven en de plek van de dood in een mensenleven.

***** In mijn mand

Nooit bespreek ik poëzie; waarom eigenlijk niet? Misschien is het moeilijker om er iets zinnigs over te zeggen. Bij een roman heb je een plot en een thema, die je als leidraad van kunt nemen. Een dichtbundel laat zich wat minder makkelijk duiden vaak. Ik lees ze wel hoor, gedichten. Al heb ik de neiging om af te haken als ze te hermetisch zijn, te ontoegankelijk.

Hoe fantastisch poëzie kan werken zagen we onlangs: Wie was er niet verrukt van de jonge dichteres Amanda Gorman die op de inauguratie van Joe Biden schitterde (in een knalgele Prada-jas die ze van Oprah Winfrey had gekregen), met ’The hill we climb’? Een gedicht dat klonk als een zangerige klok en dat voor iedereen te volgen was. De halve natie kreeg er weer hoop van. Ze is in Amerika de ‘youth poet laureate’, het jonge zusje van de ‘hofdichter’. In Nederland hebben we een ‘Dichter de vaderlands’, elke twee jaar een andere. Onlangs is Lieke Marsman benoemd, wat mij betreft een schot in de roos. Haar poëzie was altijd al een pleidooi om je maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen, en de wereld kritisch te bezien. Haar eerste gedicht, op de voorpagina van NRC, met de titel ‘Nederland’ begon zo:

Je nostalgie is oprecht, maar je rookworst is nep
Je boodschap is groen, maar aan je platform kleeft bloed
Je algoritme sadistisch, je vangnet een hoepel
Je bijstand gekort, terwijl optimisme een plicht is
Je plan radicaal, wanneer de camera draait
Je vaccinatiegraad hoog, als je managers telt
Je vrijheid een waakvlam, democratie polyester
En niemand weet wat je ware gezicht is

En zo gaat ze nog even door, boos op alle hypocrisie, op de opinies, experts, consultants, commissies, obsessies en ‘je schoorvoetende sorry, dat aan niemand gericht is’. Ook in haar nieuwe bundel ‘In mijn mand’ laat ze haar geëngageerde kant zien:

‘KLM koppelde bonus
aan staatsteun
nog even
en op Airbnb
verschijnen
de eerste schuilkelders
terwijl het ene
na het andere theater
omvalt
dat we hier later
een serie
van gaan bingen
maar geen toneelstuk
over zullen zien
is inmiddels wel duidelijk

Maar van Marsman krijg je niet alleen schoppen onder je kont, regelmatig is het een brok in je keel. Sinds haar vorige boek De volgende scan duurt vijf minuten weten we dat ze aan kraakbeenkanker lijdt, en de onzekerheid die dat met zich meebrengt is ook een terugkerend thema:

De laatste tijd
voel ik me zo afgesneden van mijn toekomst.
Wat heeft het voor zin om te fantaseren
over waar je over tien jaar zou kunnen wonen
als de dokter morgen kan bellen
om te zeggen dat het klaar is?

Uit het gedicht spreekt wanhoop, berusting en zelfspot niet te vergeten. Niet voor niets is de laatste zin: Het is ook nooit goed met die pathetische dichters.  Het feit dat ze door haar ziekte gedwongen is om ‘in het nu’ te leven, leidt bij haar niet tot navelstaarderij, het staat haar drang om ons te wijzen op wat er maatschappelijk allemaal mis is, niet in de weg. En dat alles in fonkelende bewoordingen!

Uitgeverij Pluim 64 blz. €21,99 (e-book €12,99)