Recensie Mieke: Klaar van F. Starik

Postuum verschenen boek van F. Starik, over zijn dementerende moeder en over zijn eigen confrontatie met de dood na een hartinfarct.

Klaar ****

F. Starik (pseudoniem van Frank von der Möhlen) heeft jaren geleden in zijn columns in Trouw, Moeder doen, al geschreven over zijn demente moeder, die hij – vaak met tegenzin – opzoekt in een verzorgingshuis in Amsterdam-West. Zij weet van niks. Als hij de krant meebrengt, haalt hij er eerst dat gedeelte uit waarin hij over haar schrijft.

Als hij bij omroep MAX op tv verschijnt om het boek te promoten dat uit de columns is voortgekomen, vraagt hij aan iemand of die de televisie in het tehuis op RTL kan zetten. Moeder mag niet weten dat het boek over haar bestaat. Dat gaat wel ver en Starik is zich daarvan zeer wel bewust als hij schrijft: ‘In hoeverre heeft die zoon het recht zijn moeder te fictionaliseren?’

Recht of niet, hij doet het, zoals schrijvers nou eenmaal doen. En het levert geestig, eerlijk en hartverscheurend proza op. Hij vraagt zich hardop af of hij eigenlijk wel van zijn moeder houdt. En veel mensen moeten toch even slikken als hij ervoor uitkomt dat haar dood een opluchting zou zijn: ‘Gisteren sprak ik een mevrouw wier moeder maar liefst acht jaar in een verpleeghuis zat voor ze eindelijk eens overleed. ‘Zo lang kan ik niet wachten, zeg ik. Acht jaar. Misschien ben ik dan zelf al dood, over acht jaar, je weet het niet. Dan ben ik al zowat halverwege de zestig, dan had ik al bijna AOW gehad als ze de pensioengrens niet hadden opgetrokken, nu krijg ik nog altijd niks.’

Profetische woorden zijn het, want Starik overleed een jaar geleden. Dat hij zich bewust is van die mogelijkheid schrijft hij óók op: ‘Ik heb op zich al wel een respectabele leeftijd bereikt voor iemand met mijn levensstijl, het zou me niet verbazen als het binnenkort opeens op is’.

Als hij wakker wordt na een bijna fatale hartaanval, probeert hij sigaretten en drank af te zweren. Dat valt nog niet mee, en zijn ‘lief’ en zijn zoon pakken hem zelfs zijn bankpasje af, zodat hij geen drank en rookwaar kan kopen. Met dezelfde nietsontziende eerlijk beziet hij ook zichzelf: hoe hij telkens weer terugvalt, hoe hij de kluit probeert te belazeren, zijn weerzin tegen die hele hulpverleningskaravaan. ‘Al dat vage gelul schiet niet erg op, al die intakegesprekken, al dat uitleggen wat je mankeert. Dat je moet stoppen met roken en drinken. Dat je wilt stoppen met roken en willen roken. En drinken. Dat je niet dood wilt. Dat je na twee dagen onthouding denkt: fuck it. Dan maar dood.’ En toch… zomaar ongemerkt wegglippen wil hij ook niet. ‘Ik was altijd zo goed met de dood. Hij mag mij niet achteloos mee grissen uit een ziekenhuiskamer.’ (F. Starik was de initiatiefnemer en coördinator van de Amsterdamse versie van de Eenzame uitvaart, dichters die eenzaam gestorvenen begeleiden naar hun graf).

Het moet voor zijn ‘lief’, schrijver Vrouwkje Tuinman, moeilijk zijn geweest om dit te lezen in zijn nagelaten geschriften. Desalniettemin heeft ze er een prachtig boek van gesmeed. En een mooi monument opgericht voor Frank.

Moeder leeft nog.

Uitgeverij Nieuw Amsterdam 288 blz. € 20,99, e-book €12,99