Recensie Mieke: Machines zoals ik van Ian McEwan

Dystopisch verhaal gesitueerd in een alternatief Londen in de jaren 80. De Falklandoorlog is verloren.

Machines zoals ik ****

Het lijkt een moeizame constructie: een verhaal dat speelt in Engeland ten tijde van Thatcher, en tegelijk sciencefiction is. Waar zelfrijdende auto’s de norm zijn en de eerste ‘vervaardigde mensen’ op de markt komen.

Toch valt het enorm mee met die gekunsteldheid. Je leeft meteen mee met Charlie Friend, een slimme dertiger die van z’n erfenis zo’n menselijke robot aanschaft. Er zijn twaalf Adams gemaakt, en dertien Eva’s, maar die waren het snelste uitverkocht. Dat Alan Turing, ‘oorlogsheld en schutspatroon van het digitale tijdperk’ er ook een heeft, is voor Charlie een aanbeveling, want hij bewondert Turing enorm. Turing? Die was toch allang dood? Was hij niet chemisch gecastreerd vanwege zijn homoseksualiteit en pleegde hij daarna geen zelfmoord? In ‘Machines zoals ik’ kan hij rustig met zijn vriend in een restaurant zitten. En een belangrijke rol spelen, blijkt aan het eind.

Adam is bijna niet te onderscheiden van een man van vlees en bloed. Charlie en zijn vriendin Miranda laden hem op met eigen voorkeuren, waardoor hij even vlot meedraait in het huishouden als bij intellectuele conversaties over Shakespeare. Maar langzamerhand vraagt Charlie zich wel af wat hij zich op de hals heeft gehaald. ‘Hij was veel ingewikkelder dan ik me had voorgesteld en hetzelfde gold voor mijn gevoelens over hem.’

Het wordt nog ingewikkelder als Adam naar bed gaat met Miranda. Hij belooft dat het bij die ene keer blijft, en sublimeert zijn liefde in tweeduizend haiku’s (volgens Charlie uitgebraakt door een algoritme). Ook verdient Adam veel geld door slimmer en sneller te speculeren op de beurs dan Charlie. Het begint mis te gaan als Adam bijna Charlies arm breekt als die hem wil uitschakelen, en vervolgens zijn eigen ‘uitknop’ onklaar maakt.

McEwan roept een hoop vragen op: hoe zit het met Adams bewustzijn? Is liefde mogelijk zonder een ‘ik’? Wat betekent het als hij zegt dat hij denkt? Er speelt meer in het verhaal: Miranda heeft ooit vanwege de verkrachting van een schoolvriendin de dader met een vals verhaal de gevangenis ingekregen. Juridisch strafbaar maar wel begrijpelijk. Als Adam, die nogal rechtlijnig denkt, haar wil aangeven bij de politie, is hun grens bereikt. Daarmee zou hun voorgenomen adoptie van een kansarme peuter in gevaar komen. Een flinke zijweg, die de roman niet ten goede komt. Dat geldt ook voor een uitgebreid beschreven uitstap naar Miranda’s vader, een knorrige intellectueel, al is het wel grappig én veelzeggend dat die Charlie aanziet voor de robot en Adam voor haar verloofde. Adam is onhoudbaar geworden.

‘Ze konden ons niet begrijpen, omdat wij onszelf niet konden begrijpen’, zegt Alan Turing aan het eind van het verhaal. ‘Hun leerprogramma’s konden ons niet plaatsen. Als wij onze eigen geest niet kenden, hoe konden we dan die van hen ontwerpen en verwachten dat ze bij ons gelukkig zouden zijn?’ Toch sluit Turing een gezamenlijke toekomst niet uit. Food for thought noemen ze dat in Engeland. Het zet je aan het denken.

Uitgeverij De Harmonie 348 blz. € 24,90