Recensie Mieke: Moeders lichaam van Joris van Casteren

Het bizarre verhaal van een man die het lichaam van zijn moeder meer dan twee jaar in huis verborgen hield.

Moeders lichaam ****

Alweer een  boek over moeder en zoon! Vorige week besprak ik Tommy Wieringa, vandaag een lugubere variant van dit thema: geen lofzang op of afrekening met mamma, maar het bizarre verhaal van een man die het lichaam van zijn moeder meer dan twee jaar in huis verborgen hield. Het speelt zich af in Oirsbeek in Limburg.

Piet van der Molen, een kinderloze vrijgezel, had zijn moeder uiteraard gehoorzaamd toen ze hem vroeg het tegen niemand te zeggen als ze dood zou gaan. Moeder was al zestig jaar de enige vrouw in zijn leven, en sinds de dood van zijn vader leefde hij met haar, en acht katten, in huis. “Wat moet jij anders jongen? Alle poesjes naar het asiel. Jij het huis uit. En je kunt alles niet meer betalen.’

Toen Joris van Casteren dit verhaal op het spoor kwam, was hij er meteen door gegrepen. Hij is dol op dit soort bizarre stories, en schreef al eens ‘Een been in de IJssel’, waarin hij op zoek gaat naar de eigenaar van een linkeronderbeen dat werd gevonden in de rivier. Een voorkeur voor het lugubere heeft hij zeker.

De onsmakelijke details die gepaard gaat met het ontbinden van een dood lichaam worden de lezer niet bespaard. Integendeel, en in de hitte gaat het snel: ‘ze begon enorm op te zetten, het was een akelig gezicht’ vertelt Piet aan de schrijver. Moeder lekte, in het hoeslaken zat een donkere vlek. Haar benen kleurden zwart, het rook sterk in de kamer.

De slaapkamerdeur wordt dichtgeplakt met hobbytape, maar als dat onvoldoende blijkt (vliegen!) dan timmert hij eigenhandig een kist van een oude kledingkast. Zal ik u de rest besparen?

Gaandeweg ontstaat er een soort vriendschap tussen de schrijver en Piet. Van Casteren is namelijk niet sensatiebelust, al ligt dat natuurlijk op de loer met zo’n onderwerp. Integendeel: de eenzelvige Piet wordt door hem waardig geportretteerd. Ook buren en buurtbewoners komen aan het woord. Van Casteren wil Piet in al zijn facetten laten zien, en ons laten begrijpen hoe hij zo geworden is: Een enig (en eenzaam) kind, dat door zijn moeder altijd extreem beschermd is. Geen wonder dat hij moeders laatste wens wilde respecteren. Een echte baan heeft hij nooit gehad. ‘Ik heb al mijn kwaliteiten ingezet om niet te hoeven werken’ meldt hij trots.

Zo wordt het een boek over het hele dorp, over de rol van het geloof, over de onderlinge verhoudingen, en over de moeizame zoektocht van Piet naar een vrouw, naar geluk, naar seks. Eigenlijk mislukt alles in zijn leven. En toch maakt Van Casteren hem niet belachelijk, hij beschrijft hem met respect. Alsof hij wil laten zien: dit zijn ook mensen, zo leven die. Komt bij dat hij een fijne stijl heeft, met onderkoelde humor. Hij velt geen oordeel over Piet. Hij laat het aan de lezer over. Hij heeft van dit bizarre verhaal een fijne literaire reconstructie gemaakt. Het is niet alleen maar griezelen.

Helemaal achterin staat een ontroerend zwart-wit fotootje van Piet en zijn ouders, eind jaren vijftig.

Uitgeverij De Bezige Bij  288 blz. €19,99, e-book €12,99