Recensie Mieke: Pastorale van Stephan Enter

Oscar en Louise zijn opgegroeid op een vervallen landgoed nabij een dorp dat uit twee delen bestaat: een gereformeerd en een Moluks deel, waarvan de leden elkaar met achterdocht bezien.

Pastorale ****

Boeken over geloofsafval: je kunt er bibliotheken mee vullen. Wolkers, Siebelink, Treur, ’t Hart, Rijneveld. En nu kan Stefan Enter er ook bij, een schrijver die steeds beter wordt, al is hij geen bestsellerauteur. Te bescheiden misschien?

Stefan Enter groeide op in Barneveld en begon zich, als veel gereformeerde kinderen, vragen te stellen. Ik kreeg mijn twijfels toen ik op het Gymnasium in aanraking kwam met ander culturen. Wat nou, dacht ik, als je in het Athene van voor Christus een braaf meisje was, dan zou je tóch in de hel komen omdat je Jezus niet kende? Dat klopt toch niet? In Enters geval begon het met Job, die zijn vrouw en kinderen niet terugkrijgt. “Als het dan eenmaal begint te barsten, slaan de splinters er achter elkaar vanaf”, zegt hij in een interview, in Trouw. Precies.

Louise, een van de twee hoofdpersonen, studeert in het westen, en gaat in de zomer terug naar haar ouders die een oud landhuis wonen in Brevendal ( Barneveld). Ze gaat vertellen dat ze wil ophouden met haar studie en met frisse tegenzin betreedt ze het decor van haar jeugd, waar het allemaal nog net zo achterlijk toegaat als toen ze wegging. We zitten in de jaren 80. Haar vrome moeder papt aan met de ouderling, meisjes dragen lange plooirokken. Via haar kan Enter fulmineren tegen het geloof, waar je nooit helemaal van loskomt. Mooi is de scène waarin Louise naar de kerk gaat, waar ze zich toch geborgen voelt: ‘Terwijl ze het schip van de kerk instapten waar de rijen lichtbruin gelakte banken al grotendeels bezet waren, werd ze acht jaar oud en liet ze zich meesleuren in de stroom van veilige warmte en vertrouwdheid van de gemeenschap.’ Nee, die Louise staat niet ver van Enter af.

Net als zij is ook haar broer Oscar zoekend. Als hij huiswerk brengt naar Jonkie Matupessy, een Molukse jongen, raakt hij gefascineerd door die cultuur (en Jonkies zus). De Molukse wijk ligt vlak naast de gereformeerde, maar het water tussen die twee is diep. Mocht u zich eens willen verdiepen in de Molukse kwestie dan moet u dit boek zeker lezen. Enter breekt een lans voor de Molukkers die bij aankomst achter ‘het prikkeldraad van de nazi’s’ zijn gestopt, in plaats van in de grachtenhuizen die ze in feite bekostigd hebben, en aan wie beloofd is dat ze teruggaan naar Ambon. Als Oscar wordt uitgenodigd voor het eten barst de vader los in een geweldige tirade.

Stefan Enter heeft de twee verhalen van Louise en Oscar, die beiden op de drempel staan van een ander leven, soepel met elkaar verweven; de sfeerbeschrijvingen zijn mooi, en hij is ook niet bang van natuurbeschrijvingen. Zelfs een ‘zonneschijnspattend riviertje’ kwam ik tegen… En er zit ook nog iets van een plot in. Heerlijk. Enter wilde graag een gereformeerde fatwa over zich afgeroepen krijgen vanwege dit boek, maar die tijd is voorbij, vrees ik.

Uitgeverij van Oorschot 288 blz. €22,50 (e-book €12,50)