Recensie Mieke: De plectrumfabriek

Deze week heeft Mieke van der Weij het boek 'De plectrumfabriek' van Vincent van Warmerdam gelezen. Wat vond Mieke van het boek? Lees het hier.

De plectrumfabriek van Vincent van Warmerdam ****

Debuten worden hier zelden besproken, maar soms lees je er een waarvan je denkt: dit is echt leuk en goed en oprecht. De plectrumfabriek vind ik zo’n boek.

Vincent van Warmerdam is de jongste van de gebroeders Van Warmerdam. Wie kent ze niet? Alex de film- en theaterregisseur, Marc de producent. Van Orkater. Vincent is gitarist en componist en de minst bekende van het stel. Typisch het jongste broertje.

En nu komt hij opeens met een roman over een jongen, Wessel, die verdacht veel lijkt op hemzelf. Aan het begin is hij nog geen elf, aan het eind heeft hij zijn draai gevonden als muzikant. Een onvervalst coming-of-ageboek.

Over het huis waar de broers van Warmerdam opgroeiden, boven een theater in IJmuiden, waar hun vader toneelmeester was, is al veel bekend. De enorme fantasie en creativiteit die uit hun werk spreekt, zijn er vaak mee in verband gebracht.

Het ís ook een spannend huis. “Het was een sensatie om in een gebouw te wonen, waar elke dag een voorstelling of een film was.” Ook van buiten, hij ziet het als ze aan komen: “het lijkt alsof er zomaar een bungalow boven op het gebouw is gezet. […]. De lichtbak op de luifel toont met plastic schuifletters VIER VUISTEN VAN DE DUIVEL en onder de luifel staan twee pubers met hun brommers voor de vitrine met filmfoto’s. Om de seconde geeft er een gas.” Ja, we zijn in de jaren zestig.

De broers krijgen geen naam, Wessels vrienden wel. Eigenlijk is dát het verhaal, de ontwikkeling van zijn vriendschappen, zijn pogingen tot gitaarspel, zijn vlucht in de muziek. Hij heeft ook de neiging zich af te zonderen. “In het geheel opgaan betekent dat hij voortdurend beslissingen moet nemen. Gaat hij er tegenin, kiest hij voor zichzelf?”

Er zijn “de eeuwige discussies aan tafel, het gedoe. De onmacht van zijn moeder. De afwezige onrust van zijn vader. De ruimte die zijn broers innemen. Hij haat ze niet, ze zijn zoals hij, maar ze zijn er wel altijd.” Precies daaraan wil hij ontsnappen. Hij ontvlucht steeds het huis, naar de eindeloze duinen, de zee.

Vincent van Warmerdam vertelt in een mooie en zorgvuldige stijl wat er gebeurt met Wessel: hij komt in een politiecel terecht, hij heeft zijn eerste ervaringen op het strand met een meisje, tot er opeens een storm opsteekt, en er is een drama met zijn vriend Stan. Het is een jeugd als vele andere en toch bijzonder.

Fijn boek dus, verrassend! Alleen het laatste hoofdstuk, dat zich zeven jaar later afspeelt, had van mij niet gehoeven.

Vincent heb ik gesproken over dit boek in Met het oog op morgen. Hij vertelde me dat het een geheime missie was, zes jaar lang. Zijn broers wisten van niks. Dat schrijven was helemaal van hemzelf. En nu was hij opgetogen. Dat begrijp ik. Hij heeft zich toch tegen die broers verzet met De plectrumfabriek. De jongste van drie heeft het niet makkelijk. Al is hij in sprookjes altijd degene die de prinses te pakken krijgt.

Volgende week

Leest Mieke De stalkster van Mirjam Rotenstreich.