Recensie Mieke: Reizigers van een nieuwe tijd van Abdelkader Benali

Jan Janszoon uit Haarlem werd onderdeel van de Marokkaanse cultuur.

Reizigers van een nieuwe tijd ***

Meteen aan het begin van het essay, dat hij schreef voor de ‘maand van de geschiedenis’, verbindt Abdelkader Benali de grote geschiedenis met zijn eigen leven: ‘Niet ver van het dorp waar ik ben geboren, komen in het jaar 1515 de Spanjaarden aan land, en niet met de beste bedoelingen’. Twintig jaar daarvoor is de laatste moslim uit Granada verdreven, en de Spanjaarden willen controle over de Afrikaanse kust. Veel Moren proberen namelijk terug te keren naar wat ze als hun thuis beschouwen en laten zich door ‘mensensmokkelaars’ overzetten.

Benali’s geboorteplaats, waar hij als kleine jongen zwom en uitrustte op het strand blijkt historisch een interessante plek. Je voelt als lezer de lol die hij had toen hij dit allemaal ontdekte. Misschien stamt hij wel van piraten af! En die ontdekkingstocht begon al in 1996, ten tijde van zijn debuut, in de Leidse collegebanken bij historicus Herman Obdeijn. Hij realiseert zich dat gelukszoekers niet altijd van zuid naar noord trokken, maar dat het soms ook andersom ging, zoals in het geval van Jan Janszoon uit Haarlem.

Janszoon is de hoofdpersoon in dit verhaal, een kaper die in ruil voor commissie buitenlandse schepen mocht aanvallen. Een avonturier die er niet tegenop zag om eerst in Algiers en later in Marokko onder islamitische vlag uit plunderen te gaan en zelfs Nederlandse schepen te enteren. Vanwege zijn kennis van de zeilscheepvaart beschikte hij over waardevolle informatie, en wist hij zich op te werken tot admiraal van de piratenstad Salé. Een enorme opportunist, maar ook iemand om bewondering voor te hebben vanwege zijn onverschrokkenheid en zijn bereidheid volledig te integreren. Moerad Raís heette hij voortaan.

Dat er in de zeventiende eeuw Nederlanders waren die moslim werden, wist ik niet. Het werd hier niet bepaald toegejuicht, maar verstoten werd je er ook niet om. Soms traden deze ‘renegaten’ na een periode in Algiers in Hollandse dienst om te strijden tegen de Spanjaarden. ‘Deze en andere voorbeelden’, merkt Benali fijntjes op, ‘laten zien dat het Holland van de zeventiende eeuw veel minder moeite had met deze meervoudige identiteiten dan het vandaag de dag heeft.’

Ja, hij gebruikt dit verhaal ook om zich uit te spreken over de huidige tijd. De integratie van de moslims in Nederland zet hij af tegen types als Jan Janszoon, die zich zelfs liet besnijden. Maar, zegt hij, er zijn toch ook Hollandse jongens en meisjes die zich aangetrokken voelen tot IS? De vergelijking gaat een beetje mank, maar prikkelt wel.

Aan het eind duizelde het me enigszins van de namen, de jaartallen, de gebeurtenissen en de oorlogen. Benali had duidelijk moeite zich te houden aan de voorgeschreven 64 pagina’s, en dan heeft hij ook nog kans gezien om er een bibliografietje en een dankwoord bij te wurmen. Dat is knap, maar het zorgt ook voor een te grote informatiedichtheid. Dit moet een dikker boek worden! Maar even goed een heerlijk geschiedenislesje. En leuk om te lezen dat de strijd tegen de katholieken protestanten en moslims bij elkaar bracht…

Uitgeverij De Arbeiderspers 64 blz. Paperback €3,99