Recensie Mieke: Vallen is als vliegen van Manon Uphoff

De dood van haar zestien jaar oudere zus, uitgehongerd en uitgedroogd, dwingt de schrijver een gruwelijk en angstwekkend verleden onder ogen te zien.

Vallen is als vliegen ****

De afspraak dat Manon Uphoff  over haar nieuwe boek zou komen praten in Nieuwsweekend, mijn zaterdagochtendprogramma op radio 1, werd afgezegd. En nu ik haar boek gelezen heb, snap ik het wel. Als je er zo lang over hebt gedaan om je incestverleden in de vorm van een roman te gieten, met zorgvuldig gekozen taal, dan kan een live-gesprek daarover te confronterend worden, en te plat. In een kranteninterview zegt ze hierover: ‘Ik moest een nieuwe vocabulaire ontwikkelen… Er waren alleen die beperkte begrippenparen, zoals slachtoffer en dader. Die doen geen recht aan het weefsel, het web om alles heen, de inbedding in de zwijgende samenleving.’

Het lezen van Vallen is als vliegen, ‘een in de werkelijkheid gewortelde roman over het almaar groter wordende, pijnlijke verleden’ (achterflap), is een beklemmende ervaring. Nee, dat is te zwak uitgedrukt, het is een verpletterend boek, waar ik bij vlagen letterlijk misselijk van werd. Dat is niet omdat het misbruik zo letterlijk beschreven wordt, al zitten die passages er ook bij. Het is de algehele sfeer van dreiging en onveiligheid.

Toch is die jeugd die Uphoff beschrijft, met een zusje en twee halfzusjes, niet alleen maar narigheid. De vader is ook een heel inspirerende man die goed kan tekenen, belezen is,  en een universum schept ‘met talrijke uitbarstingen en scheppingen vol geur, kleur en contrast, vol schitterende belletjes van glas’. Een man die zijn dochters inspint in zíjn wereld, over hen heerst, hen ’s nachts bezoekt, in het donker, zonder dat moeder een idee heeft. Manon Uphoff verbeeldt die nachtversie van hem als de Minotaurus, een mythisch wezen met een mannenlichaam en een stierenkop. ‘Ik kan het alleen maar omschrijven als iets ontzagwekkends, iets half menselijks, half goddelijks, half dierlijks. Iets groots. Alleen de Minotaurus lijkt daarop.’

Het slachtofferschap is haar totaal vreemd. ‘Zijn ze niet saai en stomvervelend, de slachtoffers? Met hun gejeremieer, hun bizarre verdrijvingsrituelen en antieke angsten die nooit helemaal verdwijnen? Get a life, zou je naar ze willen roepen. Pak een bezem, een schep, een mes, een schaar.’

Als je het boek uit hebt, begrijp je wel waarom Manon Uphoff hier heel lang op heeft gebroed. ‘ik had dit verleden opgeborgen zodat niemand erbij kon, ik trok er alleen als schrijver af en toe iets uit, een detail of motief voor een verhaal’. Ik geloof niet dat ik zo’n boek eerder las. Ik vond het gruwelijk, ik weet ook niet of ik het moet aanraden. Wel heb ik veel bewondering voor de schrijver, dat ze het onzegbare toch gezegd heeft in een schitterende taal, die af en toe uit zijn voegen barst, dat wel.

Het laatste hoofdstuk waarin de zussen in een heksensabbat wraak nemen op hun dode vader is een verademing. Toch maar lezen.

Uitgeverij Querido 192 blz. €18,99, e-book €12,99)